Steeds meer Nederlandse ondernemers kiezen een buitenlandse vennootschap voor hun onderneming. Daarbij is de Amerikaanse Delaware-corporation (opgericht in de staat Delaware) met de Engelse Limited Company favoriet. De Delaware-corporation lijkt zeer aantrekkelijk:
binnen 24 uur op te richten tegen lage kosten, geen verplicht minimumkapitaal van fl 40.000,- geen antecedentenonderzoek en geen deponeringsplicht van jaarstukken.
Allemaal voordelen ten opzichte van de Nederlandse BV. Nadelen zijn er echter ook: de Delaware-corporation heeft inmiddels een slechte naam gekregen doordat er veel mee is gefraudeerd. In de praktijk kan men dus stuiten op onwillige instanties of achterdochtige klanten. Bovendien blijft het recht van de staat Delaware gedeeltelijk op de vennootschap van toepassing, hetgeen tot onverwachte complicaties kan leiden.
De overheid wil de populariteit van de Delaware-corporation aan banden leggen. Het gaat immers om gewone Nederlandse ondernemingen die niets met het land van oprichting van de vennootschap van doen hebben. Op deze manier onttrekt men zich te gemakkelijk aan de Nederlandse wettelijke bepalingen, die er juist zijn om crediteuren en andere belanghebbenden te beschermen.Voor deze zogenaamde “pseudo-buitenlandse rechtspersonen” is een wetsvoorstel ingediend, waarin wordt voorgeschreven: de aanwezigheid van een verplicht minimumkapitaal (fl 40.000), een administratieplicht en een plicht om de jaarstukken openbaar te maken. Verder moeten de bestuurders de onderneming in het handelsregister in Nederland inschrijven en een aantal gegevens op het briefpapier vermelden. Ook de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders wordt verruimd. Alle pseudo-buitenlandse rechtspersonen zullen binnen drie maanden na invoering van de nieuwe wet aan de vereisten moeten voldoen. Het wetsvoorstel is op dit moment in behandeling bij de Tweede Kamer.
oktober 1995