portretrecht aangescherpt

Een onlangs door de Hoge Raad gewezen arrest over portretrecht heeft tot gevolg dat een adverteerder nog beter op zijn tellen moet passen als er in zijn reclameboodschap iemand wordt geportretteerd. Hoe vaak komt het niet voor dat in reclame-uitingen gebruik wordt gemaakt van gefotografeerde personen? Bijna altijd, en daarin schuilt soms een gevaar. Geportretteerden kunnen zich verzetten tegen openbaarmaking van hun portret, voor zover zij daarbij een “redelijk belang” hebben. Een dergelijk redelijk belang kan bijvoorbeeld bestaan uit een privacy-belang, maar ook uit een financieel belang. Voorheen moest de geportretteerde, indien hij bezwaar had tegen gebruik van zijn portret, dit redelijk belang niet alleen stellen maar ook aantonen. Dit laatste hoeft, gelet op het arrest van de Hoge Raad, in de toekomst niet meer. De zaak die aan de Hoge Raad is voorgelegd handelde om een beroeps-discodanser die, zonder dat hij daarvan afwist, zijn halfnaakte lichaam terug zag in een advertentie in de Gay-krant. De jongen, naar eigen zeggen niet homosexueel geaard en kennelijk ook bang voor associaties met de homobeweging, maakte bezwaar tegen publikatie van zijn portret in deze context en deed daarbij een beroep op het portretrecht uit de Auteurswet.

Bij de rechtbank ving de danser bot, omdat werd aangenomen dat hij toestemming had verleend. Het hof oordeelde dat de danser weliswaar geen toestemming had verleend, maar dat hij geen redelijk belang had bij een verbod tot verdere openbaarmaking. De foto was immers gemaakt in een discotheek waar hij destijds beroepsmatig, grotendeels ontkleed, zijn kunnen te beste gaf. Volgens het hof viel aldus niet in te zien waarom hij, gelet op de aard van zijn vroegere werk, nu opeens bezwaar had tegen de publikatie van zijn portret in deze advertentie. De Hoge Raad verwerpt zowel de argumenten van de rechtbank als het hof, maar voegt daar ook nog iets aan toe: Een ieder die zijn portret ziet in een reclame-uiting heeft in beginsel een redelijk belang om zich tegen dergelijk gebruik te verzetten.

Dit heeft als consequentie dat de geportretteerde een eenvoudiger bewijspositie heeft verkregen. Moest hij vroeger zijn redelijk belang aannemelijk maken, tegenwoordig lijkt de enkele constatering van het gebruik van zijn portret voldoende om tot een verbod te komen. De adverteerder zal dus in de toekomst nog beter moeten opletten en met name goede afspraken met de toeleverancier van de foto moeten maken. Deze laatste zal, wil men veilig kunnen adverteren, in het bezit moeten zijn van een schriftelijk document waaruit de toestemming van de geportretteerde voor verder (commercieel) gebruik van de foto onomstotelijk moet blijken.

juli 1997