Per 1 januari 2002 zijn de regels met betrekking tot de wijze van procederen in burgerlijke zaken ingrijpend veranderd. Hoewel dit in eerste instantie een kwestie betreft die advocaten en rechters aangaat, zijn de wijzigingen ook voor de rechtszoekende van belang. Uitgangspunten voor de wetswijziging zijn vereenvoudiging en deformalisering van de procedures, modernisering van de verhouding tussen rechter en partijen en verhoging van de efficiency, hetgeen tot snellere beslissingen moet leiden. Tot dusver was de praktijk maar al te vaak dat de ene partij de andere maar een dagvaarding zond hoewel de zaak nog niet overduidelijk was. Feiten en omstandigheden die waren vergeten of wellicht in eerste instantie niet goed uitkwamen, konden in de tweede ronde alsnog worden ingebracht. De reden daarvoor was vaak de wederpartij niet onnodig op goede ideeën te brengen dan wel uit oogpunt van procestactiek om het kruit droog te houden. Onder de nieuwe regelgeving zal een dergelijke handelwijze problemen opleveren. Na de dagvaarding volgt een (conclusie van) antwoord van de gedaagde. Tot zover weinig nieuws onder de zon. Na het antwoord beveelt de rechter als uitgangspunt de verschijning van partijen ter zitting tot het geven van inlichtingen aan de rechter alsmede ter beproeving van een schikking.
Is een schikking niet mogelijk, dan kan de rechter bepalen dat partijen ieder nog een conclusie mogen indienen of een pleidooi mogen houden. De rechter kan ook bepalen dat partijen hun standpunt al voldoende hebben kunnen toelichten en vonnis wijzen. Wie dan nog jokers of azen in de mouw heeft (laten) zitten, loopt een gerede kans op een voor hem ongunstigere uitspraak. Eisen aan dagvaarding Ook aan de dagvaarding worden onder de nieuwe regelgeving strengere eisen gesteld. Zo is de eiser verplicht in de dagvaarding de door de gedaagde partij tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor te vermelden. Daarnaast moet de eiser expliciet de bewijsmiddelen vermelden waarover hij kan beschikken en de getuigen die hij kan doen horen ter ondersteuning van zijn eis dan wel ter weerlegging van het verweer. Dit alles is bedoeld om sneller een duidelijk beeld te verkrijgen van wat de essentie is van het geschil dat partijen verdeeld houdt. Het is daarom, meer dan in het verleden het geval was, zaak het geschil in volle omvang voor te leggen alsmede alle bewijzen die daarbij kunnen helpen. Verder is het verstandig ook de zwakke kanten van de zaak te bespreken teneinde te voorkomen dat u een goede zaak verliest doordat wellicht relevante informatie achter wordt gehouden.
juli 2002