Werktijdverkorting, het nieuwe toverwoord

Nu het kabinet banken van de ondergang heeft gered, zijn de werknemers aan de beurt. Tijdelijk minder werken zou een ontslaggolf kunnen voorkomen. Honderden uitzendkrachten en werknemers met tijdelijke contracten kwamen de afgelopen weken op straat te staan. Grote bedrijven als DAF, Heineken, Scania en ASML zien de productie teruglopen en hebben niet langer voldoende werk. Om een grote ontslaggolf – waarin ook vaste medewerkers hun baan verliezen – te voorkomen, zouden werknemers die in een bedrijf werken waar vanwege de kredietcrisis tijdelijk minder werk is, minder moeten kunnen gaan werken. Dat vindt een aantal politieke partijen.

Werktijdverkorting zoals dit heet, is geen nieuw instrument om werkloosheid te bestrijden. De noodmaatregel werd bijvoorbeeld ingezet bij de vuurwerkramp in Enschede en voor het laatst tijdens de MKZ-crisis in 2001. Nu kunnen werknemers alleen in situaties van overmacht tijdelijk in de WW worden geparkeerd, bijvoorbeeld bij een brand, overstroming of epidemie. Minister Donner van Sociale Zaken heeft aangegeven de huidige regeling voor werktijdverkorting te willen verruimen en de kredietcrisis aan de lijst van bijzondere omstandigheden toe te voegen.

In de praktijk ziet werktijdverkorting er als volgt uit: een bedrijf dat tijdelijk niet voor alle medewerkers voldoende werk heeft, vraagt een vergunning aan bij het ministerie van Sociale Zaken. Werknemers werken voor een periode van maximaal dertig weken minder of zelfs helemaal niet en ontvangen een uitkering voor de uren dat ze niet hebben gewerkt. Het UWV maakt de uitkering over aan de werkgever die meestal het volledige loon overmaakt aan de werknemers.

. . . lees verder op Internet

november 2008