Vergunningvrij bouwen is doorbraak voor burgers

Het voorstel van minister Cramer om de regeling voor vergunningvrij bouwen te verruimen pakt voordelig uit voor de burgers. Burgers die graag een kleine uitbreiding willen realiseren in de achtertuin van hun huis, hoeven niet langer vooraf een vergunning aan te vragen bij de gemeente. Ook onnodig lang wachten op de vergunningsaanvraag behoort dan tot de verleden tijd. Bij een kleine verbouwing kunnen zij gelijk aan de slag.

Daarnaast zorgt het voorstel voor een grote lastenverlichting voor zowel burgers als bedrijven. Ook de gemeenten krijgen minder vergunningaanvragen te verwerken. Naar verwachting zal het aantal vergunningplichtige bouwwerken met maar liefst 57 procent verminderen. In totaal gaat het om ongeveer 64.000 vergunningen per jaar.

Minister Cramer wil uniforme landelijke regels voor vergunningvrij bouwen opstellen. Nu verschillen de regels per gemeente. Met het voorstel wordt de grote bulk van het kleine bouwen in achtererfgebied vergunningvrij. In de huidige situatie geldt voor veel gebouwen al geen vergunningplicht of wordt de vergunning, na een vergunningaanvraag, toch meestal al gewoon verleend.

Ook bij vergunningvrij bouwen moeten bouwwerken nog steeds aan een aantal algemene regels voldoen.
Het voorstel voor vergunningvrij bouwen gaat uit van het oorspronkelijk hoofdgebouw. Bij het hoofdgebouw mag nooit meer dan 100 m2 aan-, uit- of bijgebouwd worden. Het betekent dus niet dat iedereen zomaar 100 m2 kan toevoegen tot maximaal 50% van zijn achtererf. Bestaande schuren, serres en andere bebouwing dienen eerst van de 100 m2 te worden afgetrokken.

In feite gaat het om een bouwmogelijkheid die ook nu al in het merendeel van de gevallen wordt toegestaan. Vergunningvrij kan nu al circa 50 m2 worden toegevoegd aan een hoofdgebouw. Een doorsnee erfbebouwingsregeling in bestemmingsplannen maakt het mogelijk dat daarbij nog eens 40 à 50 m2 wordt opgeteld.

. . . lees verder op Internet

augustus 2009