Griffierechten in een incassoprocedure

Bij zake met een belang van minder dan € 25.000,-  (of zaken betreffende kredietovereenkomsten, huur, arbeidsrecht en onroerend goed) betaalt alleen de eiser (degene die het proces start) griffierecht. De gedaagde betaalt niets.

Voor een procedure met een belang van meer dan € 25.000,-  betalen zowel de eiser als gedaagde griffierechten.

Hoogte van de vordering
Griffierecht rechtspersonen
Griffierecht natuurlijke personen

Vorderingen met
– onbepaalde waarde of
– met een beloop van niet meer dan € 500,- in hoofdsom
€ 109,00
€ 73,00

 Vorderingen van meer dan € 500,- tot € 12.500,– in hoofdsom
€ 437,00
€ 207,00

 Vorderingen van € 12.500,- tot € 25.000,-  in hoofdsom
€ 873,00
 € 437,00

 Vorderingen van meer dan € 25.000 in hoofdsom tot € 100.000
€ 1.789,00
€ 821,00

 Vorderingen van meer dan € 100.000 in hoofdsom
€ 3.621,00
 € 1.436,00

Zaken van onbepaalde waarde (hieronder valt ook het verzoekschrift conservatoir beslag)
€ 575,00
 € 267,00

Voorbeeld:
Uw besloten vennootschap (een rechtspersoon) heeft een vordering uitstaan van € 10.000,-. Het griffierecht voor het voeren van een incasso- kort geding bedraagt € 575,-. Indien uw vordering wordt toegewezen wordt de debiteur in de kosten veroordeeld, waaronder ook het griffierecht. Deze kosten worden bij voorrang verhaald op de debiteur, zodat u dit uiteindelijk niets kost. De kosten komen evenwel voor uw rekening in geval de debiteur failliet gaat.
Wenst u de druk op te voeren door beslag te leggen of een faillissement te verzoeken, dan worden in beide gevallen afzonderlijk € 575,- griffierecht in rekening gebracht. Ook die kosten worden in de procedure teruggevorderd van de debiteur