Een schiftleader van New York Pizza is – nadat middels camera beelden diefstal is geconstateerd – op staande voet ontslagen en veroordeeld tot het betalen van een bedrag van EUR 24.999,00 aan New York Pizza uit hoofde van schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. In de aangifte van verduistering wordt een bedrag van EUR 150.000,00 genoemd. Volgens de werknemer zou geen onverwijlde mededeling van de dringende reden zijn gegeven, zijn de camerabeelden onrechtmatig verkregen bewijs, is geen sprake van diefstal en heeft ten onrechte verrekening met verschuldigd salaris plaatsgevonden. Het Hof wijst alle grieven van de werknemer af.
Nadat een werknemer werd verdacht van diefstal heeft New York Pizza Bedrijfsrecherche B.V. ingeschakeld voor nader onderzoek. Zij heeft vervolgens in de periode van 9 mei tot 13 juni 2018 onderzoek gedaan naar het vermoeden van onregelmatigheden. Onder meer is er een camera ingezet voor bewijs te vergaren. Op camerabeelden is door de kantonrechter waargenomen dat de werknemer geld heeft weggenomen, aan derden geeft en in zijn zak stopt. Als gevolg van de gedragingen van de werknemer, heeft New York Pizza de werknemer op 9 juni 2016 op staande voet ontslagen. Voor de gemaakte kosten is de werknemer veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding van EUR 24.999,00 wegens onrechtmatig handelen. Verder heeft New York Pizza ook aangifte van verduistering gedaan. Uit de aangifte volgt dat het om een bedrag van EUR 150.000,00 zou
De werknemer voert in hoger beroep verscheidene gronden aan die tot vernietiging van het ontslag op staande voet en doorbetaling van zijn loon per 9 juni 2016 moeten leiden. Volgens de werknemer is geen sprake van onverwijlde mededeling van de dringende redenen, zijn de camerabeelden onrechtmatig verkregen, is geen sprake van diefstal en heeft ten onrechte verrekening met nog
Het hof kan de werknemer niet volgen in zijn standpunt dat geen sprake zou zijn van onverwijlde mededeling van de dringende redenen omdat deze zowel mondeling als schriftelijk expliciet kenbaar
Ook de grief – dat de camerabeelden onrechtmatig zijn verkregen – wordt door het hof van de hand gewezen. Volgens het hof waren voldoende aanwijzingen om een onderzoek te rechtvaardigen. Daarbij zou de camera enkel voor een specifiek doel zijn gebruikt en als zodanig zijn geplaatst. Een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer is daarmee gerechtvaardigd.
De in twijfel getrokken diefstal wordt evenmin aangenomen. Volgens de werknemer zou hij onvoldoende in de gelegenheid zijn gesteld de beelden toe te lichten, ondanks zijn verzoek daartoe. Het hof is het hier niet mee eens, nu de werknemer schriftelijk heeft mogen toelichten en zulks heeft gedaan. Overigens is duidelijk waarneembaar dat de werknemer geld heeft weggenomen, aan derde geeft en in zijn zak stopt.
Op de laatste plaats wordt door de werknemer gesteld dat omdat de schade (nog) niet vaststaat , dat niet vaststaat dat die schade het gevolg is van zijn handelen of nalaten en dat de hoogte (nog) niet vaststaat, geen verrekening had mogen plaatsvinden met het nog uit te betalen salaris. Volgens het hof staat voldoende vast dat sprake is van schade en dat deze het gevolg is van handelen of nalaten van de werknemer. Aangezien de kosten EUR 16.441,25 voor het onderzoek en de schadevergoeding EUR 24.999,00 wegens onrechtmatig handelen, het nog uit te betalen salaris overstijgen, acht het hof het redelijk dat verrekening heeft plaatsgevonden.
Het hof wijst de vordering van de werknemer af