Beelden bewakingscamera’s sneller openbaar

Na aangifte kunnen beelden van bewakingscamera’s straks sneller worden gebruikt voor opsporing. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (VenJ) waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Nu is voor het openbaar maken van deze beelden nog een langdurige en omslachtige procedure nodig.

Burgers en bedrijven mogen straks, nadat ze aangifte hebben gedaan en na toestemming van justitie, zelf beelden van bewakingscamera’s verspreiden. Openbaarvervoerbedrijven, decentrale overheden en voor het publiek toegankelijke instellingen kunnen de beelden behalve op internet ook op bijvoorbeeld billboards plaatsen.

. . . lees verder op Internet

Minister Spies vereenvoudigt regels voor tijdelijke verhuur van huizen

Minister Spies (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) versoepelt de regels voor tijdelijke verhuur onder de Leegstandwet. Hierdoor wordt het voor huiseigenaren die een nieuw huis willen kopen of hebben gekocht gemakkelijker om hun nog te koop staande oude woning tijdelijk te verhuren. Onnodig ingewikkelde procedures worden eenvoudiger of verdwijnen.

De procedure voor het aanvragen van de verplichte verhuurvergunning voor te koop staande woningen bij de gemeenten wordt versoepeld. Zo wil de minister regelen dat deze categorie woningen niet langer onder het Woningwaarderingsstelsel (‘puntenstelsel’) vallen. Daarmee vervalt de verplichting voor gemeenten om voor de te verhuren woning een maximale huurprijs vast te stellen. Ook wordt in de wet opgenomen dat gemeenten bij het verlenen van de vergunning geen extra voorwaarden morgen stellen.

Verder wordt de maximale periode voor tijdelijke verhuur van huurwoningen die in afwachting zijn van sloop of renovatie verlengd tot zeven jaar. De Leegstandwet gaat nu nog uit van vergunningverlening voor twee jaar, waarbij tot drie keer een verlenging van een jaar kan worden aangevraagd. Ook mogen woningen bij een nieuwe situatie opnieuw tijdelijk verhuurd worden. Nu wordt per woning slechts eenmaal een vergunning voor tijdelijke verhuur afgegeven.

. . . lees verder op Internet

sneller en effectiever bestuursrecht

Dat beogen de Rechtspraak en diverse organisaties met het ondertekenen van een intentieverklaring op donderdag 26 april in Den Haag. Sinds 1 januari van dit jaar werken bestuursrechters bij de meeste rechtbanken volgens een efficiëntere methode: de nieuwe zaaksbehandeling. Rechtszaken worden sneller afgehandeld, rechters proberen het conflict bij de bron op te lossen en uitspraken zijn beter op maat. In het verleden waren burgers, bedrijven en organisaties nogal eens ontevreden over de langdurige procedures en het geringe praktische gehalte van het bestuursrecht. De nieuwe zaaksbehandeling moet hier verbetering in brengen.

In proefprojecten met de nieuwe werkwijze bij vier rechtbanken bleek dat rechtszaken sneller werden afgehandeld en de klanttevredenheid steeg. De sector bestuursrecht van de rechtbank Utrecht, die al sinds 2010 volgens de nieuwe zaaksbehandeling werkt, rondt nu gemiddeld in vijf á zes maanden zaken af, twee keer zo snel als voorheen. Ook het percentage zaken waarin direct ter zitting uitspraak wordt gedaan, is in Utrecht substantieel gestegen. Dat conflicten beter bij de bron worden opgelost, blijkt uit de daling van het aantal zaken in hoger beroep.

. . . lees verder op Internet

Schadevergoeding bij onredelijke ontslagen

De ‘gratis’ route voor ontslag via uitkeringsinstantie UWV kan voor werkgevers straks duurder uitpakken. De hoogte van de ontslagvergoeding kan zelfs hoger zijn dan ontslag via de kantonrechter, dat traditioneel bekend staat als de ‘duurdere’ ontslagroute.

De hogere vergoeding vloeit voort uit een wijziging van de praktijk van kantonrechters. Momenteel buigt de Kring van Kantonrechters zich over de vraag hoe zij de hoogte van schadevergoeding bij kennenlijk onredelijk ontslag via het UWV moet vaststellen. Per jaar worden enkele honderden van dergelijke zaken behandeld. Het is nu al zo dat werknemers die via het UWV worden ontslagen, in beroep kunnen gaan bij de kantonrechter. Als die hen in het gelijk stelt, hebben zij recht op een schadevergoeding. Voorheen gebruikten kantonrechters in dit soort gevallen nog de kantonrechtersformule.

. . . lees verder op Internet

Ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt door rechter

De kantonrechter in Amsterdam heeft een ontslag met wederzijds goedvinden ongedaan gemaakt, omdat de werkgever druk op de werknemer had uitgeoefend om de ingewikkelde overeenkomst binnen een dag te tekenen. De werkgever had de werknemer aan de vooravond van de verkoop van het bedrijf verteld dat hij ontslagen was en dat hij een overeenkomst van ontslag met wederzijds goedvinden moest tekenen om zijn WW-rechten geldend te maken. Hij moest dezelfde dag nog tekenen. Die handelwijze vindt de rechter onzorgvuldig. Er is geen rekening gehouden met de wettelijke opzegtermijn en er is slechts een zeer beperkte vergoeding betaald. De werkgever voert aan dat hij klachten heeft over het functioneren van de werknemer, waarop de rechter antwoordt dat voor ontslag wegens disfunctioneren andere procedures gelden. Ook zouden er bedrijfseconomische redenen zijn voor het ontslag. Voor deze stelling vindt de rechter geen bewijs.

. . . lees verder op Internet

Werkgeversaansprakelijkheid voor ZZP’ers aangescherpt

Wanneer ZZP’ers of freelancers schade lijden door onvoldoende veiligheidsmaatregelen, dan is de opdrachtgever daar verantwoordelijk voor. Dat besliste de Hoge Raad recent in een zaak van een ZZP’er die een been op de werkvloer verloor en het bedrijf aansprakelijk stelde voor zijn arbeidsongeschiktheid.

De werkgeversaansprakelijkheid strekt zich dus ook uit tot personen die buiten dienstbetrekking voor de opdrachtgever werkzaamheden verrichten in de uitoefening van diens beroep of bedrijf. Hiermee scherpt de Hoge Raad de zorgplicht van werkgevers bij bedrijfsongevallen verder aan.

De wet stelt al duidelijk dat nalatige werkgevers ook aansprakelijk zijn voor bedrijfsongevallen van personen die bij hen werken, maar elders in loondienst zijn, zoals uitzendkrachten. Dat is volgens de Hoge Raad dus nu ook het geval voor ZZP’ers die zonder arbeidscontract in opdracht werken.

. . . lees verder op Internet

Kind van zeven jaar botst tijdens karten, ouders stellen kartcentrum aansprakelijk

Ouders die hun jonge kinderen laten karten aanvaarden risico dat zij een botsing krijgen en letsel kunnen oplopen.
Een kind van zeven jaar gaat mee karten tijdens een verjaardagsfeestje van een vriendje en botst tijdens het karten frontaal tegen de rand van de kartbaan. De vader van het kind is niet aanwezig, zo mag worden opgemaakt uit de uitspraak. Wel de vader van de jarige. Het kartcentrum wordt aansprakelijk gesteld voor door het kind geleden en te lijden schade.

In het Medisch Centrum Leeuwarden is geconstateerd dat het kind een gecompliceerde bovenbeenfractuur heeft opgelopen.

. . . lees verder op Internet

EU-hof: ook vakantie voor zieke werknemers

Ook personen die wegens ziekte niet kunnen werken, hebben recht op een grote vakantie. Dat bevestigde het Europees Hof van Justitie in Luxemburg recent. Het recht op vier weken betaalde vakantie is bij zieke werknemers niet afhankelijk van een minimum aan gewerkte dagen, aldus de rechters. Zij bogen zich over het proces van een vrouw die in de clinch ligt met haar Franse werkgever. Zij eist vakantie over de bijna 14 maanden die zij ziek was na een ongeval op weg naar haar werk. De werkgever verwees naar Europese wetgeving, die stelt dat een werknemer per jaar minstens tien dagen moet hebben gewerkt om recht te krijgen op verlof. Volgens Luxemburg echter mag zieke werknemers het recht op vakantie niet worden ontnomen.

. . . lees verder op Internet

De ‘kleine lettertjes’ van het contract

De beruchte ‘kleine lettertjes’ in een contract kunnen vaak grote juridische gevolgen hebben. Deze kleine lettertjes worden door de wet algemene voorwaarden genoemd. Zij staan zelden ‘in’ het contract, maar vormen een bijlage die mede inzet is – of zou moeten zijn – van de onderhandelingen. De inhoud van de algemene voorwaarden moet hoe dan ook voor de wederpartij kenbaar zijn, uiterlijk op het moment van sluiten van de overeenkomst, want anders zijn de algemene voorwaarden vernietigbaar.

Een ondernemer doet er verstandig aan om de (concept) algemene voorwaarden van de partij met wie men onderhandelt over een contract kritisch te lezen, of door een deskundige te laten lezen. Algemene voorwaarden vullen als het ware de contractsafspraak nader in. Men dient hier te waken voor het veelal eenzijdige karakter van de ‘kleine lettertjes’. Zij bevatten vaak beperkingen van aansprakelijkheid van de wederpartij, een garantiebepaling die een opsomming behelst van de gevallen waarin juist geen garantie bestaat, korte termijnen voor de uitoefening van rechten door de andere partij, of boetebedingen bij schending van het contract door de andere partij, zonder dat een vergelijkbare boete verschuldigd zal zijn als de opsteller van de voorwaarden het contract schendt.

Algemene voorwaarden zijn volgens de wet snel toepasselijk. Dat bleek wederom uit een recent arrest van de Hoge Raad. De Hoge Raad oordeelde dat als tijdens uitvoerige onderhandelingen tussen professionele partijen door de één in haar offertes steeds wordt verwezen naar haar algemene voorwaarden en ook die algemene voorwaarden worden bijgesloten, zonder dat de ander afwijzend reageert, dat dan de opsteller van de algemene voorwaarden erop mag vertrouwen dat de algemene voorwaarden zijn geaccepteerd.

Dat de bijlage zo onderdeel is geworden van het contract is nog niet het hele verhaal. De wet kent ook een mogelijkheid om een beding in de algemene voorwaarden te vernietigen indien dat beding onredelijk uitpakt. Dat is voor ondernemers wel moeilijker dan voor consumenten. De ruime mogelijkheden tot vernietiging van een ‘onredelijk bezwarend’ contractsbeding zijn volgens Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek gereserveerd voor de consument die met algemene voorwaarden wordt geconfronteerd. De wet kent uitgebreide artikelen (de zogenaamde zwarte en grijze lijst) waarin bepaalde contractsclausules worden omschreven die onredelijk zijn, of die vermoed worden onredelijk te zijn behoudens tegenbewijs. De bijzondere rechtsbescherming van deze twee lijsten geldt niet voor ondernemers. De wetgever vindt dat ondernemers goed in staat moeten worden geacht om hun eigen belangen te behartigen.

Verhoging griffierechten van de baan

De Raad voor de rechtspraak heeft met instemming kennis genomen van het feit dat de griffierechten (het toegangskaartje voor de rechter) niet worden verhoogd. Daartoe besloten VVD, CDA, GroenLinks, D66 en de ChristenUnie eind april.

Het Wetsvoorstel verhoging griffierechten lag bij de Tweede Kamer. Het idee van het kabinet was een gang naar de rechter ‘meer kostendekkend’te maken. Als het wetsvoorstel zou zijn aangenomen, zou het aanspannen van een zaak bij de rechter fors duurder zijn geworden. Het kabinet hoopte met het voorstel 240 miljoen euro te besparen.

. . . lees verder op Internet