Tijdelijke aanpassing werktijden na ouderschapsverlof mogelijk

Een werknemer die het recht op ouderschapsverlof volledig heeft gebruikt, kan de werkgever verzoeken om tijdelijke aanpassing van het werkpatroon in verband met de zorg voor het kind. Het verzoek moet drie maanden voor afloop van het verlof bij de werkgever worden ingediend. De werkgever is verplicht uiterlijk vier weken voor de afloop van het ouderschapsverlof hierop te beslissen.

Dit is het gevolg van de implementatie van een Europese richtlijn. Dezelfde richtlijn heeft geleid tot wijziging van de Wet arbeid en Zorg: het is een werkgever niet toegestaan een werknemer die ouderschapsverlof opneemt of wil opnemen te benadelen.

. . . lees verder op Internet

Gevangenisstraf geëist vanwege illegale sloop asbestschuur

Het Functioneel Parket heeft recent voor de rechtbank Den Haag tot een half jaar gevangenisstraf geëist tegen twee verdachten voor het illegaal slopen van een schuur in Schipluiden waarin zich asbest bevond. Dat gebeurde in juni 2010. Verdachten hebben volgens het Openbaar Ministerie de mensen in de directe omgeving van de schuur op volstrekt onaanvaardbare manier blootgesteld aan ongebonden asbestvezels: “Niet ondenkbaar is dat verdachten anderen de levenslange angst hebben bezorgd dat zij een dodelijke asbestgerelateerde ziekte kunnen ontwikkelen” zei de officier van justitie op zitting.

De 46-jarige verdachte uit Schipluiden is de eigenaar van de schuur die gesloopt werd. Hij gaf de 24-jarige verdachte uit Doetinchem opdracht de schuur te slopen. Die sloopte de schuur samen met een werknemer. In de schuur zaten grote hoeveelheden asbest. Zo zat er een golfplaten dak op de schuur. Asbest mag vanwege de gevaren voor de volksgezondheid alleen door gecertificeerde bedrijven worden verwijderd. Dit sloopbedrijf was niet gecertificeerd. Voor de sloop van de schuur was geen sloopvergunning aangevraagd. Ook was er geen asbestinventarisatierapport, waarin de hoeveelheid asbest en de daaraan verbonden risico’s geanalyseerd werden.

. . . lees verder op Internet

Telebankieren: handig maar zijn foutjes te repareren?

Wie doet het tegenwoordig niet? Telebankieren. Makkelijker kunnen ze het niet maken zou je bijna denken. Gewoon vanuit je stoel achter de computer thuis en zelfs al via je mobiel met behulp van een App, zelf je bankzaken regelen. Geen gedoe met openingstijden en formulieren die je op moet opsturen. Zelf controle hebben over je bankzaken. Helaas blijkt ook hier de mens slordig en niet feilloos. Nog spijtiger is dat de rechter de fouten niet door de vingers ziet. In een recente uitspraak oordeelde de rechter dat de partij die de fout had gemaakt, zelf op de blaren moest zitten. Wat was er aan de hand?

Een onderneming bankiert bij Rabobank Alkmaar. Via telebankieren heeft de boekhouder 10.000 Euro overgemaakt op de bankrekening van een buitenlandse leverancier. Per ongeluk heeft de boekhouder daarbij een onjuist adres aangeklikt in het adresboek op de computer (van een andere leverancier in dezelfde buitenlandse stad). Omdat de Iban en Swiftcodes automatisch worden aangehaald viel het niet op dat 10.000 Euro werd overgeboekt naar het verkeerde bedrijf. Tien minuten later stelt de boekhouder de bank in kennis van de vergissing en verzoekt de bank de vergissing te herstellen. Na enig onderzoek bericht de bank het bedrijf dat zij helaas niets meer kan doen omdat zij zojuist bericht had ontvangen dat het geld inmiddels was bijgeboekt op de rekening van de ontvanger, de verkeerde rekening. Deze partij blijkt inmiddels failliet te zijn en de buitenlandse curator ziet geen reden het geld terug te boeken. Het bedrijf probeert de gelden nu op Rabobank te verhalen, met een beroep op de zorgplicht van de bank.

Zij stelt dat wanneer zij bij het overboeken een fout maakt, de zorgplicht van de bank met zich meebrengt dat indien de onderneming die fout onmiddellijk constateert en de bank daarvan in kennis stelt, de bank alle redelijke maatregelen neemt ter voorkoming van (verdere) schade. De bank heeft volgens het bedrijf niet aan deze verplichting voldaan. Er is te lang gewacht met het ondernemen van actie. Wanneer het verzoek tot ‘cancellation of payment’ aan de ontvangende bank eerder was gedaan, had voorkomen kunnen worden dat het geld op de rekening van de (onjuiste) begunstigde was terechtgekomen.

Vraag is nu of de bank, voordat het bedrag was bijgeschreven op de rekening van de failliete ex-leverancier, met succes stappen had kunnen ondernemen om de bijschrijving op de verkeerde rekening te voorkomen. De bank heeft aangevoerd dat een overboeking via internet door een volledig geautomatiseerd systeem verwerkt wordt, waar zij geen enkele invloed op heeft. De bank stelt ook dat het geen zin gehad zou hebben om de ontvangende bank te waarschuwen, omdat deze niet van te voren gewaarschuwd wordt dat er een overschrijving aankomt. Ook de ontvangende bank heeft dus geen enkele invloed op het systeem dat de overboekingen verwerkt. Tenslotte verweert de bank zich met het argument dat wanneer een bedrag eenmaal op de rekening van de begunstigde is bijgeschreven, noch de bank van de verzender, noch de bank van de begunstigde zonder toestemming van de begunstigde dit bedrag kan terugboeken. De gefailleerde heeft geen toestemming gegeven aan haar bank om het bedrag terug te boeken, de bank van de ondernemer daarmee ook niet. De rechter geeft de bank gelijk en stelt dat is vast komen te staan dat de bank geen invloed kan en mag uitoefenen op de verwerking van een via internetbankieren gegeven opdracht tot overboeking. Er kan dan ook geen sprake van zijn dat de bank haar zorgplicht geschonden heeft. Check dus drie keer (check, double check, re-check) voor u te snel op de verzendknop drukt!

geen plicht tot doorbetaling zieke flexkracht

Werkgevers hoeven toch niet twee weken lang het loon door te betalen als hun flexkrachten ziek worden. Minister Henk Kamp (Sociale Zaken) heeft dit uit zijn plan voor een strengere Ziektewet geschrapt. Bazen gaan nog wel een hogere premie betalen naarmate ze meer mensen in de Ziektewet laten stromen.

Vorig jaar kondigde de minister een forse aanscherping van de Ziektewet aan. Hij zei toen ook het ziekengeld voor uitzendkrachten en andere flexwerkers te gaan beperken. Deze werknemers zonder vaste werkgever krijgen nog drie maanden een uitkering van 70 procent van hun laatst verdiende loon. Tenzij iemand 5 jaar of langer aan het werk is, wordt daarna het ziekengeld teruggebracht tot maximaal 70 procent van het minimumloon. Dat is gelijk aan de bijstand.

Volgens Kamp zijn zowel meer prikkels nodig voor zieke flexwerkers als voor hun tijdelijke werkgevers en uitzendbureaus om het hoge ziekteverzuim aan te pakken. Vorig jaar wees hij er nog op dat mensen in de Ziektewet gemiddeld vijf keer langer ziek zijn dan werknemers in vaste dienst. Ook belanden ze vaker in regelingen voor arbeidsongeschiktheid.

Volgens de minister is de aanpak van de Ziektewet achtergebleven sinds de hervorming van de WAO tot de WIA en de invoering van twee jaar loondoorbetalingsplicht voor werkgevers bij verzuim van vast personeel. Wegens het succes hiervan, wilde Kamp werkgevers ook bij zieke flexwerkers verplichten het loon door te betalen. Maar dit stuitte onder meer op verzet van de uitzendbranche. Ook de Raad van State had kritiek.

. . . lees verder op Internet

rechtsvermoeden van werkgeverschap

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Verduidelijking van het rechtsvermoeden van werkgeverschap aangenomen. Dit voorstel wijzigt de Wet minimumloon en minimumvakantiebijdrage (WML). Een werkgever dient minimumloon en minimumvakantiebijslag te betalen en dient daarom ook schriftelijk aan te kunnen tonen welk loon voor welk aantal uren is betaald aan personen met wie een arbeidsverhouding bestaat. Het wetsvoorstel beoogt de situaties te ondervangen waarin de arbeidsinspectie naleving van de wet niet kan vaststellen wegens het ontbreken van de daarvoor benodigde administratieve gegevens. Wanneer bij de toezichthouder – op basis van feiten en omstandigheden – het rechtsvermoeden bestaat dat bepaalde personen voor een (malafide) werkgever werken of werkten en onderbetaald worden of werden, dient deze werkgever dit rechtsvermoeden te weerleggen wil deze niet in overtreding zijn.

. . . lees verder op Internet

gevaarzetting en ongelijk liggende trottoirtegels – wie is aansprakelijk?

Ongevallen gebeuren elke dag. En het kan iedereen, ook u, overkomen. De gevolgen vallen in de meeste gevallen mee. Maar u kunt pech hebben en verzwikte of gescheurde enkelbanden, gebroken tanden, pols-, heup- of kaakbreuken of zelfs hersenletsel of een dwarslaesie oplopen. Het kan zelfs leiden tot de dood.

Dit artikel gaat over scheefliggende of ongelijk liggende trottoirtegels en stenen in het wegdek waardoor de voetganger struikelt en valt. Bij een geringe verzwikking of een schaafwond op de knie en handen is de schade te gering om te verhalen. Maar andere voorbeelden liegen er niet om. Ze kunnen resulteren in tijdelijke of zelfs blijvende arbeidsongeschiktheid. Ofwel, het kan u immens in uw inkomen aantasten. Dan laten we de eventuele kosten van tijdelijke of zelfs blijvende hulp en verzorging maar terzijde. Ook de restpost, smartengeld, blijft onbesproken omdat die vaak in het niet valt bij de eerder genoemde schadeposten. Maar wanneer kan de schade nu eigenlijk verhaald worden en op wie?

Eerst moet bezien worden wie verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het wegdek of het trottoir. Dat is de wegbeheerder en meestal is dat de gemeente waar de weg is gelegen. Vervolgens moet beoordeeld worden of het wegdek voldeed aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen. De eis wordt niet gesteld dat een trottoir altijd volledig egaal is. Maar dat wil nog niet zeggen dat de voetganger bedacht hoeft te zijn op grote hoogteverschillen. Maar waar ligt de grens tussen acceptabel en toerekenbaar fout?

Anciënniteit en volgorde bij ontslag

In het arbeidsrecht speelt de anciënniteit van werknemers op diverse plaatsen een rol. Bijvoorbeeld bij het bepalen van de ontslagvolgorde bij het UWV of bij de berekening van de A-factor in de kantonrechtersformule.

Maar wat is nu anciënniteit? Volgens de Dikke van Dale is de letterlijke betekenis: rangorde naar diensttijd. Als we kijken naar de richtlijn van het UWV, de toelichting op de kantonrechtersformule en de jurisprudentie is op een aantal gebieden een duidelijk beeld te schetsen. Zo telt zowel bij het UWV als bij de berekening van de A-factor de anciënniteit bij een doorstart na faillissement niet door en geldt voor zowel het UWV als de kantonrechter dat zij bij een overgang van onderneming de anciënniteit bij de overdrager wèl meetellen.

Anders ligt het bij detacheringen of uitzendovereenkomsten bij een werkgever voorafgaand aan een rechtstreeks dienstverband. Het UWV neemt die tijd wel mee voor het bepalen van de ontslagvolgorde, voor de A-factor telt deze diensttijd niet mee.

Moeilijk en niet eenduidig wordt het in het geval van een korte onderbreking en bij een overstap naar een gelieerde partij.

Zieke werknemer heeft recht op 100% vacantiedagen

De wetgeving met betrekking tot vakantiedagen is per 1 januari 2012 aangepast. Dit was nodig omdat de Nederlandse wetgeving niet bleek te kloppen met het Europese recht. Een gedupeerde werknemer heeft de Nederlandse Staat met succes aansprakelijk gesteld voor niet ontvangen vakantiedagen.

In de oude Nederlandse regels rond opbouw van vakantiedagen stond dat een zieke werknemer alleen over de laatste zes maanden van zijn ziekte vakantiedagen opbouwt. Een werknemer die fulltime werkt, heeft wettelijk recht op 20 vakantiedagen per jaar. In twee jaar tijd bouwt hij dus 40 vakantiedagen op, maar tijdens arbeidsongeschiktheid zijn dat maar 10 dagen. Het recht op opbouw van vakantie is gebaseerd op een Europese Richtlijn die elk land moet omzetten in nationale wetgeving. De Europese rechter heeft in januari 2009 uitgesproken dat het recht op jaarlijkse vakantie met behoud van loon een bijzonder belangrijk Europees rechtsbeginsel is. Daarom moet de Richtlijn volgens de rechter zo worden toegepast dat ook bij ziekte volledige aanspraak op opbouw blijft bestaan. Geen 10 dagen maar gewoon 40 dagen dus, net als bij gezonde werknemers.
. . . lees verder op Internet

Crisis rechtvaardigt geen afwijking van cao

Een groot automobielbedrijf kampte met bedrijfseconomische problemen. Het bedrijf wilde al het mogelijke in het werk stellen om gedwongen ontslagen en sluiting van vestigingen te voorkomen. Op zich een nobel streven. In samenspraak met de medewerkers had het bedrijf gekeken naar kostenbesparende maatregelen. Eén van de voorgestelde maatregelen was om tijdelijk onbetaald overwerk te verrichten.

De werkgever had haar medewerkers per brief ingelicht over de voorgenomen maatregelen. Aan alle medewerkers was gevraagd of zij bereid waren om onbetaald overwerk te verrichten. Bijna alle medewerkers hebben de brief die zij van de werkgever hadden ontvangen voor akkoord ondertekend. Op de arbeidsovereenkomst was de CAO Metaal en Techniek, het Motorvoertuigen- en het Tweewielerbedrijf van toepassing. Deze cao is een minimum-cao, waardoor afwijking ten nadele van de medewerker niet was toegestaan. Zo bevatte de cao de bepaling dat een medewerker niet kon worden verplicht langer te werken dan zijn dienstrooster bepaalde. Daarnaast was in de cao geregeld hoe overwerk moest worden vergoed. De vraag was of de werkgever een dergelijke van de cao afwijkende afspraak met de medewerkers had kunnen maken. Het merendeel van de medewerkers was wel bereid daarvan afstand te doen.

FNV Bondgenoten als partij bij de cao en daardoor belanghebbende bij handhaving van de cao, vond dat met de afspraak die de werkgever met de medewerkers had gemaakt in strijd met de cao werd gehandeld. Daar de werkgever niet vrijwillig bereid was deze afspraak teniet te doen, heeft FNV Bondgenoten de kantonrechter in Tilburg onder meer verzocht te oordelen dat de werkgever de met de medewerkers gemaakte afspraak niet had kunnen maken. Daarnaast heeft FNV Bondgenoten de kantonrechter verzocht de werkgever te veroordelen tot betaling van immateriële schadevergoeding gelet op de door haar geleden imagoschade en verlies van vertrouwen en prestige, omdat het FNV Bondgenoten niet gelukt was nakoming van de cao buiten de rechter om, af te dwingen.

Intrekken ontslagverzoek brengt verplichtingen met zich mee

Als een werkgever een verzoek om ontbinding van de arbeidsovereenkomst intrekt, betekent dit wel dat hij moet gaan werken aan herstel van de arbeidsverhoudingen. Doet hij dat niet, dan kan dat voor hem duur uitpakken, zoals blijkt uit een uitspraak van de kantonrechter in Haarlem.

Een technisch advies- en installatiebureau vraagt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met een afdelingshoofd te ontbinden. Dat verzoek wordt gehonoreerd, maar wel onder toekenning van een ontslagvergoeding van 75.000 euro. Het bedrijf schrikt van dat bedrag en trekt het verzoek in. Daarna wordt de werknemer getreiterd. Zo wordt het salaris systematisch te laat betaald en wordt hij gevolgd door een bedrijfsrecherchebureau. De werknemer gaat nu zelf voor ontbinding naar de kantonrechter.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst. Omdat hij moet constateren dat het bedrijf zich sinds de intrekking van het eerdere ontbindingsverzoek niet heeft ingespannen om de arbeidsverhoudingen te verbeteren, kent hij opnieuw een ontslagvergoeding van 75.000 euro toe. Daarnaast moet het bedrijf de proceskosten (bijna 5.000 euro) betalen.

. . . lees verder op Internet