De ‘bijzondere curator’ in vechtscheidingszaken staat volop in de schijnwerpers. Kinderen hebben in dergelijke procedures dringend behoefte aan iemand die hun stem doet gelden, klinkt vanuit de rechtspraktijk. Maar moet die bijzondere curator wel altijd een advocaat zijn? En wat voor kwaliteitseisen zijn nodig? Er zijn meerdere initiatieven gestart die antwoord op die vragen moeten geven.
Kinderombudsman Marc Dullaert dringt er al jaren op aan dat rechters in vechtscheidingszaken, en andere zaken waarin kinderen de dupe dreigen te worden, een bijzondere curator benoemen die uitsluitend opkomt voor het kind. Dullaert: “Het bijzondere curatorschap is al een aantal jaren in de wet verankerd, maar werd tot voor kort niet ingezet bij vechtscheidingszaken.” Sinds in 2014 zijn rapport ‘Bijzondere curator, een lot uit de loterij?’ verscheen gebeurt dit wel. “Maar nog steeds worden bijzondere curatoren in dergelijke zaken te weinig benoemd”, vindt Dullaert. “Landelijk zijn er slechts een paar honderd benoemingen per jaar, terwijl er wel 3.500 vechtscheidingen zijn. Daarbij moet je je realiseren dat kinderen zelf geen toegang tot het recht hebben. Ze kunnen alleen een brief aan de rechter schrijven of een verzoek doen om gehoord te worden, meer niet. Gelukkig krijgt het bijzondere curatorschap nu veel aandacht.”
De rechtbank Zeeland-West-Brabant is onlangs in Breda een pilot begonnen met de inzet van psychologen en orthopedagogen als bijzondere curator. De verwachting van de Raad voor Rechtsbijstand en het ministerie van Veiligheid en Justitie, die deze pilot bekostigen, is dat gedragsdeskundigen zeer geschikt zijn voor deze rol in vechtscheidingszaken. Tot nu toe werden vooral advocaten benoemd, omdat dat op toevoegingsbasis kan en de Raad voor Rechtsbijstand dan de kosten vergoedt. Voor gedragswetenschappers geldt dat nu nog niet, tenzij zij als mediator op de lijst van de Raad staan. Hoe de bekostiging in de toekomst zal gaan, moet nog worden vastgesteld.
Initiatiefnemer van de proef is Cees van Leuven, raadsheer bij het hof ’s-Hertogenbosch: “Het gaat hier om een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. Er bestaat onder rechters al jaren een grote behoefte om ook gedragsdeskundigen te kunnen benoemen. Gedragsdeskundigen zijn bij uitstek geschikt om de behoeften van het kind te verwoorden en invloed op ouders uit te oefenen.”
Er zijn ook andere initiatieven. De Vereniging van Familierecht Advocaten Scheidingsmediators (vFAS) start binnenkort met een speciale opleiding voor bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken. Ook de Universiteit Leiden biedt een dergelijke opleiding aan. Rob van Coolwijk, voorzitter van de vFAS: “Tot nu toe was het nogal willekeurig wie er op de lijst van bijzondere curatoren in vechtscheidingszaken werd geplaatst. Dat wil niet zeggen dat deze bijzondere curatoren niet goed functioneerden, maar het werd wel tijd voor duidelijke criteria. Een kwalitatief goede bijzondere curator mag geen lot uit de loterij zijn.”
Van Coolwijk legt uit dat de vFAS toe wil naar een opleiding die wordt afgesloten met een examen. In de opleiding komen juridische, maar juist ook niet-juridische vaardigheden aan bod. Ook voor gedragsdeskundigen komt er een opleiding met examen. Niet bij de vFAS, want die opleiding kan alleen worden gevolgd door haar eigen leden en staat daarom per definitie alleen open voor advocaten en mediators. De gedragsdeskundigen krijgen in de opleiding juist juridische vaardigheden aangereikt. Van Coolwijk: “Uiteindelijk komt er voor elke bijzondere curator een proeve van bekwaamheid, advocaat of niet-advocaat. Aanstaande donderdag vindt een groot overleg plaats tussen onder meer rechtbanken, hoven, het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht (LOVG) en de vFAS. Wij zullen dan de toekomst van de bijzondere curator verder bespreken.”
Nelleke Boelhouwer is advocaat familierecht bij Gerritse Poelman Advocaten in Tilburg en heeft zich ingeschreven voor de nieuwe vFAS-opleiding. Zij kan zich voorstellen dat het in bepaalde gevallen nuttig is om niet een advocaat, maar een gedragsdeskundige als bijzondere curator te benoemen: “Ik merk dat het als advocaat in de rol van bijzonder curator soms lastig kan zijn om ouders te overtuigen. Als je advocaat bent zijn ze wel eens geneigd om te denken dat je partijdig bent. Ouders zitten zo vast in hun eigen strijd en hun eigen gelijk. Ook is het voor een advocaat lastiger om pedagogische argumenten goed over het voetlicht te brengen dan dat voor een gedragsdeskundige zal zijn.”
Van Leuven had liever gezien dat de opleidingen pas van start waren gegaan als de pilot met de gedragsdeskundigen was afgerond: “Dan pas weten we wat de exacte opleidingsbehoeften zijn. Nu kunnen we nog niet overzien wie er op de lijst met bijzondere curatoren zouden moeten staan en waaraan zij zouden moeten voldoen.”
Kinderombudsman Dullaert neemt alvast de vlucht naar voren en ziet nog meer mogelijkheden om de positie van kinderen te verstevigen: “Uiteindelijk zou de combinatie van de aanstelling van een bijzondere curator met een zogenaamde ‘regierechter’ het meest ideaal zijn in een vechtscheidingszaak. Daar wordt op dit moment ook een pilot mee gehouden, bij de rechtbank Den Haag. Deze regierechter behandelt een zaak van begin tot eind en kent de situatie van partijen dus door en door. Ook wordt een maximum aantal zittingen vastgesteld. In een vechtscheidingszaak is dat ideaal, omdat ouders dan niet eindeloos door kunnen procederen, ten koste van het kind.”
Bron: Mr. Online