Afwijzingen verzoek tot beëindigen arbeidsovereenkomst sterk toegenomen

Het nieuwe ontslagrecht is nu ruim een jaar geleden in werking getreden. Heel voorzichtig kunnen er uit de rechtspraak van de laatste maanden conclusies worden getrokken.

Eén van deze conclusies is dat het aantal afwijzingen van verzoeken van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te beëindigen sterk  is toegenomen. De in dit verband genoemde percentages naar aanleiding van verrichte onderzoeken variëren nogal. Het percentage afgewezen ontbindingsverzoeken lijkt rond de 25% te liggen. Zelfs worden percentages van 30% genoemd. En dat is veel; heel veel! In het oude ontslagrecht lag dat percentage namelijk onder de 10%.

Lees verder “Afwijzingen verzoek tot beëindigen arbeidsovereenkomst sterk toegenomen”

53-jarige krijgt geen nieuw contract. Leeftijdsdiscriminatie?

Verjonging van het personeelsbestand

Een opleidingsinstituut wil  en verlengt het contract van een 53-jarige werkneemster niet. Is dat leeftijdsdiscriminatie of beleidsvrijheid?

De situatie

Een docent verpleegkunde vraagt aan het einde van haar derde tijdelijke arbeidscontract aan haar leidinggevende of ze in het nieuwe opleidingsjaar ook weer aan het werk kan voor het instituut. De leidinggevende antwoordt per e-mail en schrijft onder meer: “In de teamplanning op langere termijn (…) wil ik op verjonging aansturen (ook dat heb ik je eerder geschreven).” en “[werkgever] wil een flexibele schil hebben van tijdelijke mensen, dus als het je tweede benoeming zou zijn was de situatie ook weer anders, al blijft dan wel de verjonging een onderwerp voor mij.” De werkneemster voelt zich gediscrimineerd op grond van leeftijd en legt de zaak voor aan het College voor de Rechten van de Mens.

Lees verder “53-jarige krijgt geen nieuw contract. Leeftijdsdiscriminatie?”

Ontslag op staande voet ook bij niet verwijtbaar gedrag

Gedrag iet verwijtbaar geweest, toch een dringende reden

Een medewerkster die zich onverwacht agressief gedraagt in een gesprek mocht op staande voet ontslagen worden. Het hof oordeelde dat zelfs als het gedrag niet verwijtbaar was geweest, er toch een dringende reden was.

De situatie

Een medewerkster bij een schoonmaakbedrijf is arbeidsongeschikt wegens klachten op ‘persoonlijk en sociaal functioneren’. De opdrachtgever van het object waar ze werkt, heeft bij de nieuwe aanbesteding de eis gesteld dat alle medewerkers per 1 juli 2015 de Nederlandse taal machtig moeten zijn. De medewerkster voldoet niet aan deze eis en in januari 2015 geeft de werkgever aan dat als ze in juli het Nederlands niet voldoende beheerst, ze niet langer op dit object kan werken. De werkgever heeft dan de plicht om haar te herplaatsen op een object binnen een straal van 30 kilometer van haar woonplaats.

Lees verder “Ontslag op staande voet ook bij niet verwijtbaar gedrag”

Rekentool voor minimumloon

Rekentool ook handig voor werkgevers

Op de website van de Rijksoverheid staat een rekentool om het minimumloon te berekenen. De tool is gericht op werknemers, maar is ook handig voor werkgevers.

Het bruto wettelijk minimumloon bedraagt per 1 juli 2016 € 1.537,20 per maand, € 354,75 per week en € 70,95 per dag. Het bruto minimumloon per uur voor een werknemer van 23 jaar en ouder bij een fulltime dienstverband van resp. 36, 38 of 40 uur per week bedraagt per 1 juli 2016:

Tewerkstellingsvergunning voor Japanse medewerkers

Vanaf 1 januari 2017 is een tewerkstellingsvergunning vereist voor Japanse werknemers die in Nederland willen werken.

Sinds een uitspraak van de Raad van State in december 2014 hebben Japanners vrije toegang tot de arbeidsmarkt. Dat komt door een clausule in het handelsverdrag Nederland-Japan (1912) en het NederlandsZwitsers Tractaat (1875) waarin staat dat Japanners gelijk worden behandeld als Zwitsers, die vrij zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. De Nederlandse en Zwitserse regering hebben een verduidelijking opgesteld bij het Tractaat waardoor Japanners die in Nederland willen komen werken een tewerkstellingsvergunning nodig hebben.

Lees verder “Tewerkstellingsvergunning voor Japanse medewerkers”

Bedenktijd vervalt na bedenking

Het inroepen van bedenkrecht bij vaststellingsovereenkomst

Op welk moment gaat de bedenktijd lopen bij een vaststellingsovereenkomst? De rechter oordeelde dat een steigerbouwer door na het inroepen van zijn bedenkrecht alsnog te berusten in een vaststellingsovereenkomst, een tweede vaststellingsovereenkomst aanging. En voor een tweede overeenkomst geldt geen bedenktijd.

De situatie

Een steigerbouwer komt in oktober 1999 in dienst bij een werkgever. Eerst op basis van een tijdelijk contract en later krijgt hij een vast contract. Eind augustus 2015 wordt hij geschorst; de werkgever heeft geen vertrouwen meer in hem. Er wordt gesproken over beëindiging van de arbeidsrelatie en de werkgever doet een concreet beëindigingsvoorstel in een vaststellingsovereenkomst. Op 16 september krijgt de werknemer een gewijzigde versie van die eerder aangeboden vaststellingsovereenkomst. Hij laat daarop op 21 september per mail weten dat hij akkoord gaat, op één punt na: hij wil dat het concurrentiebeding vervalt. De overeenkomst wordt aangepast en de werknemer laat per e-mail weten dat het nu oké is. Op 22 september ontvangt hij de papieren versie thuis, die hij op de 28e ondertekent. Daarmee lijkt alles in kannen en kruiken. Lees verder “Bedenktijd vervalt na bedenking”

Arbeidsconflict reden voor vertrek

Eén op de vijf werknemers vertrekt bij zijn werkgever op het moment dat er een arbeidsconflict op de werkvloer ontstaat. En de Nederlandse man heeft bijna twee keer zo vaak een arbeidsconflict dan de Nederlandse vrouw, blijkt uit het rechtsbijstandsonderzoek.
Bijna één derde van de Nederlandse werknemers (28%) heeft wel eens te maken met een arbeidsconflict. Voor 20% loopt dit zelfs zo hoog op dat dit een reden is om bij de werkgever te vertrekken. Andersom geldt ook dat werknemers ‘een paar keer per jaar’ bang zijn om ontslagen te worden door een arbeidsconflict.
Het liefst lossen we deze arbeidsconflicten zelf op (29%), maar we vertrouwen ook deels op de rechtsbijstandsverzekering. De ruime meerderheid denkt namelijk onterecht dat hulp bij een arbeidsconflict volledig door deze verzekering gedekt wordt. Dit is niet altijd het geval, maar afhankelijk van de dekking bij de verzekeraar.
Bron: PenO Actueel

Geen loondoorbetaling en terugvordering van reeds betaald ziekengeld

Werkgever mag loondoorbetaling aan zijn werknemer tijdens ziekte stoppen, wanneer deze werknemer gedurende een bepaalde tijd bepaalde verplichtingen niet nakomt. Die verplichtingen houden verband met de medewerking aan het herstel van de werknemer en zijn re-integratie. Werkt een werknemer daar niet aan mee, dan kan de werkgever het loon opschorten of geheel inhouden.

Werkgever mag dat niet wanneer de werknemer slechts éénmalig niet verschijnt bij de bedrijfsarts. Dit is een voorbeeld, maar men mag aannemen dat dit ook voor andere verplichtingen geldt. Lees verder “Geen loondoorbetaling en terugvordering van reeds betaald ziekengeld”

minimumjeugdloon vanaf 21 jaar geschrapt

Asscher schrapt minimumjeugdloon vanaf 21 jaar

Jongeren vanaf 21 jaar gaan hetzelfde minimumloon verdienen als volwassenen. Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid schaft het minimumjeugdloon af voor jongeren tussen 21 en 23 jaar, want “volwassenen verdienen een volwassen loon”, aldus de bewindsman.

Minister Asscher presenteerde zijn voorstellen in Den Haag in aanwezigheid van enkele tientallen enthousiaste actievoerders van de jongerenvakbond van de FNV. De afschaffing gebeurt in twee stappen: volgend jaar en in 2019.

De Tweede Kamer, waaronder regeringspartij PvdA, pleitte al langer voor een verhoging van jeugdlonen. Om te voorkomen dat bedrijven jongeren te duur gaan vinden, komt er voor werkgevers een compensatieregeling.

Dat gebeurt via de subsidieregeling ‘lage inkomensvoordeel’. Via deze Liv kunnen werkgevers te beginnen in 2017 subsidie krijgen voor laagbetaalde werknemers. Voor de compensatie van de hogere jeugdlonen trekt het kabinet 100 miljoen euro uit, bovenop de 500 miljoen die al voor de Liv beschikbaar is. De 100 miljoen betalen werkgevers overigens zelf want het komt uit de kas voor arbeidsongeschikten.

Door die vergoeding kan ook coalitiepartner VVD zich vinden in de verhoging. De VVD spreekt over een ‘evenwichtige’ regeling. De liberalen vreesden onder meer dat de jeugdwerkloosheid zou stijgen.

Bron: PenO Actueel

Digitale rechtszaak weer stap dichterbij

De Tweede Kamer heeft ingestemd met de invoeringswet die het mogelijk maakt dat rechtszaken in civiel recht en bestuursrecht volledig digitaal kunnen worden gevoerd. De zitting zelf blijft in deze wet buiten beschouwing.

De Rechtspraak werkt aan het moderniseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Eenvoudiger procedures en digitalisering zijn hierbij kernbegrippen. De Rechtspraak zorgt in dit programma voor de aanpassing en innovatie van procedures; de minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de vereiste wetgeving. Voor professionals als advocaten wordt het in de toekomst  verplicht digitaal te procederen, privépersonen mogen nog met papier werken als zij dat liever willen. Doelstelling van digitale procedures is om de rechtspraak sneller, toegankelijker en begrijpelijker te maken.
Eerste Kamer

De wetten die het mogelijk maken rechtszaken in civiel recht en in bestuursrecht in eerste aanleg, in hoger beroep en cassatie digitaal af te handelen, werden al eerder unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Het was wachten op de invoeringswet U verlaat Rechtspraak.nl (zie punt 4). Nu deze drie wetten door de Tweede Kamer zijn, buigt de Eerste Kamer zich over het hele pakket wetgeving. Wanneer de senaat dit doet is nog niet bekend.

Ervaring opdoen

De invoeringswet bevat ook een experimenteerbepaling. Deze maakt het voor  advocaten en andere professionele partijen die geregeld procederen, mogelijk om op beperkte schaal en op vrijwillige basis ervaring op te doen met digitaal procederen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al met asiel- en bewaringszaken (zie ook: Digitaal procederen in asiel- en bewaringszaken komt op stoom).
Gewenningsperiode

Met de professionele procespartijen die bij de rechtspraak betrokken zijn, is afgesproken dat er een gewenningsperiode van een half jaar begint nadat de wetgeving door de Eerste Kamer is. In deze periode kunnen partijen aan de nieuwe werkwijze wennen en hun kantoorsystemen aanpassen en testen.