Het arbeidsrecht in het Lenteakkoord

Onder het huidige recht kunnen werkgevers, wanneer zij eenzijdig van de werknemer af willen en daarvoor geen dringende reden bestaat, bij een ontslag kiezen uit twee opties. De eerste is een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV-WERKbedrijf. Na verkregen vergunning komt de arbeidsovereenkomst door opzegging tot een einde. De tweede is ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter. Dit kan verzocht worden bij de sector kanton van de rechtbank.

Beide procedures nemen gemiddeld zes weken in beslag. Na verkregen ontslagvergunning heeft het UWV-WERKbedrijf geen bevoegdheid om een vergoeding toe te kennen. De kantonrechter heeft die bevoegdheid wel. Anderzijds kan een werknemer tegen een ontbindingsbeschikking niet in hoger beroep, terwijl de werknemer na een ontslag met een ontslagvergunning nog in 3 instanties kan procederen over de eventuele kennelijke onredelijkheid van dat ontslag.

Zzp’ers gelijke bescherming tegen arbeidsrisico’s als “gewone” werknemers

Zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die op dezelfde arbeidsplaats als andere werkenden zoals ‘gewone’ werknemers werken, genieten voortaan hetzelfde beschermingsniveau van veilig en gezond werken als werknemers in loondienst. Hierdoor worden bijvoorbeeld maatregelen op de bouwplaats om lichamelijke belasting te verminderen voor zzp’ers en werknemers gelijk. Het besluit is vanaf 1 juli 2012 van kracht.

Ook het werken in een internetcafé of een andere plek dan bij de werkgever of thuis, wordt voortaan gemakkelijker. De Arboregels voor dit zogenoemde plaatsonafhankelijke werken worden verlicht. De soepeler eisen golden al bij de werknemer thuis, maar gelden nu ook voor het werken op andere plekken buiten het bedrijf, zoals bijvoorbeeld in een (internet)café of bij een klant. Zo is de werkgever bijvoorbeeld niet meer verantwoordelijk dat de afzuiging werkt in de trein waarin de werknemer zijn werk verricht. Dit betekent minder kosten, minder administratieve lasten en minder regels voor werkgevers.

. . . lees verder op Internet

concurrentiebeding deels geschorst

De kantonrechter in Amsterdam boog zich onlangs over een concurrentiebeding van een medewerker Personeelszaken en oordeelde dat het beding onredelijk zwaar was. Het concurrentiebeding wordt deels geschorst, maar de werknemer blijft gebonden aan zijn geheimhoudingsplicht.

Een medewerker bij Personeelszaken is in drie jaar opgeklommen tot de functie van seniorconsultant. Hij zit in zijn organisatie nu al aan zijn top. Hij kijkt uit naar een andere baan en kan aan de slag bij een concurrent van zijn werkgever, die ook nog eens een beter salaris biedt. Alleen: volgens het concurrentiebeding dat hij bij indiensttreding heeft getekend, mag hij gedurende twaalf maanden na zijn vertrek geen activiteiten uitoefenen die concurreren met zijn werkgever. Bovendien mag hij geen contact leggen met relaties van zijn vroegere baas en heeft hij een geheimhoudingsplicht over de werkzaamheden, klanten en collega’s daar.

. . . lees verder op Internet

augustus 2012

Ontslagrecht vereenvoudigd

Het kabinet is akkoord gegaan met voorstellen van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsmarkt te hervormen. Werkgevers kunnen straks werknemers zonder voorafgaande toets ontslaan, maar betalen wel de eerste periode van werkloosheid. Werknemers krijgen bij ontslag een financiële vergoeding die ingezet moet worden voor scholing of voor het vinden van een nieuwe baan.

Er komt één route voor het ontslaan van werknemers. Het huidige stelsel kent twee verschillende ontslagroutes, via het UWV of via de rechter; het is daarmee nodeloos ingewikkeld en kan in gelijke situaties leiden tot ongelijke uitkomsten. Straks mag een werkgever een werknemer ontslaan zonder toetsing vooraf. De opzegtermijn van werkgevers en werknemers om een contract te kunnen beëindigen, wordt voortaan twee maanden voor iedereen.

De werkgever moet het ontslag wel goed motiveren. Ook moet een hoorprocedure worden gevolgd waarbij de werkgever het ontslag aankondigt en de werknemer hierop kan reageren. Is de werknemer het niet eens met het ontslag, dan kan hij of zij naar de rechter stappen. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat werkgevers en werknemers zich in ieders belang inspannen om de hoorprocedure zo zorgvuldig te voeren dat een onnodige gang naar de rechter wordt voorkomen.

. . . lees verder op Internet

juni 2012

De rechtspositie van de ZZP’er nader belicht

Vaak wordt gedacht dat de bescherming die het arbeidsrecht biedt geen enkele rol speelt tussen de ZZP’er en zijn opdrachtgever. Dit is echter een misvatting.

Zo zijn slechts weinig werkgevers op de hoogte van het feit dat voor een beëindiging van een overeenkomst met een ZZP’er in bepaalde gevallen een ontslagvergunning van het UWV Werkbedrijf noodzakelijk is. Dit is kortgeleden nog bevestigd in een zaak bij de kantonrechter Rotterdam, waar het ging om een culinair journaliste die maandelijks een aantal recepten schreef voor een kookrubriek in het NRC Handelsblad. Bij zijn overwegingen verwees de kantonrechter naar art. 1 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (BBA), waarin onder meer wordt bepaald dat degene die arbeid verricht voor minder dan twee opdrachtgevers ook als werknemer wordt beschouwd, tenzij deze arbeid voor hem slechts een bijkomstige werkzaamheid is.

Aangezien de relatie tussen de journaliste en het NRC Handelsblad voldeed aan het werknemersbegrip van het BBA, oordeelde de kantonrechter dat de opzegging van de opdrachtovereenkomst vernietigbaar was vanwege het ontbreken van een ontslagvergunning. Vervolgens werd het NRC veroordeeld tot doorbetaling van de overeengekomen maandelijkse vergoeding.

Wetswijzigingen per 1 april 2012

Per 1 april 2012 verandert een aantal regels. Sommige van deze regels treden al vóór 1 april 2012 in werking.

Zo wordt de meldingsplicht bij gedwongen collectief ontslag al vóór 1 april uitgebreid en wordt de regeldruk in de Wet bescherming persoonsgegevens verminderd.

Per 1 april 2012 wordt de heffingsrente en invorderingsrente verlaagd en wordt de ingangsdatum van de AOW aangepast.

Let op: inwerkingtreding is afhankelijk van goedkeuring door de Tweede en Eerste Kamer of afkondiging van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) of ministeriële regeling en publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant.

. . . lees verder op Internet

Verruiming onmisbaarheidscriterium in ontslagbesluit per 1 januari 2012 beëindigd

Per 1 januari 2012 wordt het Ontslagbesluit gewijzigd. De wijziging houdt in dat de tijdelijke verruiming van het onmisbaarheidscriterium wordt beëindigd. Dit blijkt uit de wijziging van het Ontslagbesluit die woensdag 14 december in de Staatscourant is verschenen.

Sinds 1 augustus 2009 gold een verruiming van de mogelijkheid tot afwijking van het afspiegelingsbeginsel bij ontslag. Daarvoor werd het zogenoemde ‘onmisbaarheidscriterium’ in het kader van de economische crisis tijdelijk verruimd, in beginsel tot het najaar van 2011. Minister Kamp heeft de Tweede Kamer op 21 september 2011 per brief geïnformeerd over de uitkomsten van de evaluatie van deze crisismaatregel en over zijn – mede daarop gebaseerde – besluit om de maatregel in te trekken.

. . . lees verder op Internet