Kabinet pakt malafide bestuurders aan

De rechter kan straks frauderende bestuurders een civiel bestuursverbod opleggen waarna zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon meer mogen besturen. Vereist is dat het laakbare gedrag zich heeft voorgedaan binnen drie jaar voorafgaand aan het faillissement van het bedrijf dat door de bestuurder werd geleid.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel is gericht op een effectievere bestrijding van faillissementsfraude. Het kabinet wil verhinderen dat frauderende bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten door hun fraudeleuze activiteiten te maskeren met een web van rechtspersonen of door steeds nieuwe ondernemingen op te richten en deze vervolgens failliet te laten gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als vermogensbestanddelen vlak voor het faillissement zijn weggesluisd. Ook zou een bestuursverbod kunnen worden opgelegd wanneer een bestuurder in drie jaar tijd op een kwalijke manier bij drie of meer faillissementen betrokken is geweest.

Wordt een bestuursverbod opgelegd, dan kan de betrokkene bij geen enkele rechtspersoon aanblijven als bestuurder. Ook kan hij niet opnieuw als bestuurder of commissaris worden benoemd. Daarom komt er ook een register dat de notaris en de Kamer van Koophandel in staat stelt op eenvoudige wijze (online) na te gaan of een persoon die een onderneming wil oprichten of als bestuurder wil worden ingeschreven een bestuursverbod heeft. Is dat het geval, dan werken de notaris en de Kamer van Koophandel niet mee aan de oprichting van de onderneming of de inschrijving van de bestuurder.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het advies en van het wetsvoorstel worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie

 

onderscheid particulier en ondernemingsvermogen niet discriminerend

Wetgever maakt terecht onderscheid tussen belasten van ondernemings- en particulier vermogen
De Hoge Raad heeft vandaag geoordeeld dat de fiscale vrijstelling van successie- en schenkingsrechten van ondernemingsvermogen niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. De wetgever mag volgens de Hoge Raad onderscheid maken tussen het belasten van ondernemingsvermogen en het belasten van particulier vermogen.

Naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank in Breda van 13 juli 2012 (ECLI:NL:RBBRE:2012:BX3386) dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel zijn duizenden bezwaarschriften ingediend. Uit deze gevallen zijn de vijf zaken waarin vandaag uitspraak is gedaan, als proefprocedure aan de Hoge Raad voorgelegd. Lees hier verder …..

Vriendschappelijk gesprek betekent niet verkoop kantoorpand

Vriendschappelijk gesprek betekent niet verkoop kantoorpand

Onlangs heeft gerechtshof Arnhem-Leeuwarden de eigenaar, die dacht dat hij zijn kantoorpand met woning had verkocht, in het ongelijk gesteld. Het hof is daarmee tot een andere conclusie gekomen dan de rechtbank te Leeuwarden, die eerder oordeelde dat de koper…
lees verder . . .

Oordeel bedrijfsarts weegt zwaarder dan deskundigenoordeel UWV

Oordeel bedrijfsarts weegt zwaarder dan deskundigenoordeel UWV

Een werknemer, die volgens de bedrijfsarts arbeidsongeschikt is, wordt tot twee keer toe ontslagen omdat hij niet komt opdagen voor werk. De werknemer vecht het ontslag aan, omdat de werknemer volgens het UWV niet arbeidsgeschikt zou zijn.
lees verder . . .

Ruimere mogelijkheden opsporing faillissementsfraude

Ruimere mogelijkheden om faillissementsfraude op te sporen

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie verruimt de strafrechtelijke mogelijkheden om effectiever en harder op te treden tegen frauduleuze faillissementen. Verder maakt hij werk van de bestrijding van bewust onbehoorlijk ondernemerschap, dat een bedrijf te gronde kan richten en grote…
lees verder . . .

Hoe ontsla je een onvindbare werknemer?

Een werknemer meldt zich ziek tijdens haar vakantie en laat vervolgens niets meer van zich horen. Welke stappen moet een werkgever nemen om deze werknemer te mogen ontslaan?

De werknemer in deze zaak is al langere tijd arbeidsongeschikt als ze toestemming vraagt en krijgt om een maand op vakantie te gaan. Op de dag dat ze haar werk volgens afspraak zou hervatten, verschijnt ze niet. Een dag later meldt ze zich vanaf haar vakantieadres per sms ziek. Twee dagen later mailt ze een medische verklaring dat ze te ziek is om te reizen. Ze spreekt af twee weken later naar Nederland te zullen terugkeren. Daarna blijft het angstvallig stil vanaf de kant van de werknemer.

De werkgever daarentegen houdt zich verre van stil en zoekt tevergeefs contact per telefoon, per e-mail en via het huisadres van de werknemer. Na twee weken staakt de werkgever de loondoorbetaling. Een maand later verzoekt de werkgever de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Van de werknemer ontbreekt nog altijd ieder spoor.

De vraag waar het in dit geval voor de kantonrechter om draait, is of de werknemer kan weten dat haar ontslag boven het hoofd hangt. Er zijn duidelijk omschreven wettelijke stappen die genomen moeten worden.

. . . lees verder op Internet

Abusievelijke betaling aan faillissementsboedel niet onverschuldigd

Een debiteur maakt per abuis geld over naar een verkeerde rekening van een in staat van faillissement verkerend bedrijf. De debiteur eist de betaling terug. De rechtbank stelt dat er geen sprake is van een onverschuldigde betaling. Er was namelijk een rechtsgrond voor de betaling. De betaling is wel niet-bevrijdend. Om die reden kan de debiteur de betaling van de curator terugvorderen. Dat levert evenwel slechts een concurrente boedelschuld op.

. . . lees verder op Internet

Nieuwe Wet Bibob treedt in werking en jubileert

De nieuwe Wet Bibob (Bevordering Intergriteitsbeoordelingen Openbaar Bestuur) treedt op 1 juli in werking. De huidige wet wordt per 1 juli uitgebreid zodat onder andere vastgoedtransacties en huisjesmelkerij getoetst kunnen worden. Daarnaast zijn de administratieve lasten voor ondernemers verminderd en zorgt de wet ervoor dat overheden Bibob meer uniform uitvoeren. Tegelijkertijd hebben gemeenten meer ruimte gekregen om Bibob toe te passen naar hun lokale behoefte, doordat zij Bibob kunnen toepassen op iedere gemeentelijke vergunning. De wet Bibob voorkomt dat de overheid ongewenst meewerkt aan criminaliteit en bestaat deze zomer precies tien jaar.

Criminele organisaties maken soms misbruik van vergunningen, subsidies en aanbestedingen om zo illegaal verdiend geld wit te wassen. De Wet Bibob biedt bestuursorganen, zoals gemeenten, provincies en het Rijk, de mogelijkheid om criminele activiteiten aan te pakken. Zo kunnen bestuursorganen vergunningen, subsidies en aanbestedingen weigeren, wanneer blijkt dat achter de aanvraag een criminele activiteit schuil gaat. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als het vermoeden bestaat dat de aanvrager of financiers met de vergunning geld gaan witwassen of er criminele feiten mee gaan plegen. Ook wordt onderzocht of er niet sprake is van een stroman-constructie.

De Wet Bibob was al van toepassing op vergunningen voor evenementen, horeca, bordelen, coffeeshops, bouw en milieugunningen. Daar zijn nu bij gekomen: vergunningen voor kamerverhuurders, vastgoedtransacties van de (rijks)overheid, vergunningen voor strategische goederen (o.a. wapens) en kansspelexploitatievergunningen.

. . . lees verder op Internet

Verzwijgen gevangenisstraf in sollicitatieprocedure: mag dat?

Wat mag en moet een sollicitant tijdens de sollicitatiefase vragen en zeggen? Aangenomen wordt dat alleen eigener beweging zaken moeten worden gemeld als dit relevant is voor de uitoefening van de functie. Geldt dat ook voor een gevangenisstraf?

Sollicitant dient informatie waarvan hij behoort te weten dat die voor de werkgever in verband met een eventueel te sluiten arbeidsovereenkomst van belang kan zijn, te melden. Strafrechtelijk verleden wordt in beginsel beschermd door 8 EVRM, maar in dit geval had werknemer – gelet op beoogde functie, arts voor een groep kwetsbare ouderen, zijn verleden – tijdens zijn sollicitatie en zeker ook nadien toen hij door werkgever met vragen werd geconfronteerd, werkgever dienen te informeren. Werkgever had er goed aan gedaan zelf verder onderzoek te doen en bijvoorbeeld VOG te vragen, maar informatieplicht weegt in deze zwaarder dan onderzoeksplicht, temeer nu werknemer tijdens de sollicitatie en daarna werkgever door onvolledige informatie ‘op het verkeerde been‘ heeft gezet.
. . . lees verder op Internet