Geen extra aanmaning incassokosten

Voor het kunnen innen van incassokosten, hoeft de schuldeiser na de bekende ‘veertiendagenbrief’ geen extra aanmaning te sturen. Dit volgt uit een arrest van de Hoge Raad in juni 2014. Eind vorig jaar adviseerde een landelijk overleg van rechters nog om deze extra aanmaning wel verplicht te stellen.

Twee weken

Veel mensen kennen de aanmaning die op de deurmat kan vallen: ‘Als u binnen veertien dagen niet betaalt, brengen wij ook de incassokosten in rekening’. Het gaat om rekeningen waarvoor de afgesproken termijn is vervallen. De schuldeiser, bijvoorbeeld de verhuurder of een telecombedrijf, maakt vanaf dat moment kosten voor de incasso. Is het voldoende om twee weken vooraf een aanmaning te sturen voor het in rekening kunnen brengen van deze kosten? Nee, stelde een landelijk overleg van rechters eind vorig jaar in een (54,7 kB)Rapport-BGK-integraal.pdfadviesrapport: de consument of huurder heeft recht op een extra aanmaning. Die zou nog verstuurd moeten worden na de zogeheten veertiendagenbrief.

Niet verplicht

In een recent arrest heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze extra aanmaning niet verplicht is. De schuldeiser hoeft niet ‘nog nadere incassohandelingen te verrichten’, schrijft het hoogste rechtscollege letterlijk. Het landelijk overleg van rechters voert naar aanleiding van dit arrest een (0,98 MB)aanbeveling-lovs.pdfaanpassing door in de tekst van zijn adviesrapport. lees meer …

Beroep op rechter voor schuldsanering daalt

Het beroep op de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) is in 2013 voor het 2ejaar op rij gedaald. De daling heeft meerdere oorzaken. Zo worden bijzondere procedures in de Wsnp – voorlopige voorziening, moratorium en dwangakkoord – beter benut. Met behulp van deze rechtelijke interventies kan de schuldhulpverlening dan alsnog in het minnelijke traject worden afgerond. Ook kan het toelatingsbeleid van gemeenten in de minnelijke schuldhulpverlening van invloed zijn op de doorstroom naar de Wsnp.

Dit blijkt uit de 10e monitor Wsnp die staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. In 2013 zijn ongeveer 17.500 aanvragen gedaan voor toelating tot de Wsnp. Dat is 9% minder dan een jaar eerder. In 2012 was al sprake van een trendbreuk als het gaat om het aantal verzoeken tot toelating van de Wsnp en is de daling ingezet. Daarom is naast de 10e monitor een quick scan uitgevoerd naar de mogelijke oorzaken van de daling.

De monitor geeft jaarlijks een trendmatig en cijfermatig beeld van de uitvoeringspraktijk van de Wsnp, die een streng saneringstraject biedt waardoor mensen weer perspectief krijgen op een schuldenvrije toekomst. De schuldenaar krijgt van de rechter een schone lei als hij zich voldoende heeft gehouden aan het strikte regime van de schuldsaneringsregeling. Staatssecretaris Teeven schrijft in de brief aan de Tweede Kamer dat de hoofddoelstelling van de wet – het bereiken van een schone lei – over de jaren heen een consequent positief resultaat laat zien. Ook in 2013 voldeed de wet aan die hoofddoelstelling.

In 2013 zijn door de rechter ongeveer 12.350 schuldsaneringen uitgesproken; dat zijn er ruim 1.400 minder dan een jaar eerder. Net als in voorgaande jaren blijkt dat in 2013 de hoofddoelstelling van de Wsnp – het bereiken van een schone lei aan schuldenaren die te goeder trouw zijn en die een problematische schuldenlast hebben die niet minnelijk kan worden opgelost – in 75% van de gevallen is gehaald. Het afwijzingspercentage van de verzoeken tot toelating van de schuldsanering is nagenoeg gelijk gebleven: 20,1% in 2013, tegen 19,6% in 2012.

Staatssecretaris Teeven wijst erop in zijn brief aan de Tweede Kamer dat de wettelijke schuldsaneringsregeling fungeert als een laatste redmiddel. Het dient dan ook niet te lichtvaardig ingezet te worden. Een schuldsaneringsregeling is alleen zinvol als de buitengerechtelijke route om uit problematische geldproblemen te komen niet effectief is gebleken. Het is dan ook goed dat de minnelijke oplossingen in de schuldhulp meer worden benut. Dit zorgt wel voor meer druk bij gemeenten, die door de economisch moeilijke omstandigheden nauwkeuriger kijken wie voor welke hulp in aanmerking komt. Het is volgens de staatssecretaris dan ook belangrijk dat in het minnelijke traject en het Wsnp-traject meer wordt samengewerkt en kruisbestuiving plaatsvindt.

De doelgroep van problematische schuldenaren die een beroep doet op de Wsnp is ten opzichte van vorige metingen nauwelijks gewijzigd. De verhouding tussen particulieren en (ex-)ondernemers die een beroep doen op de Wsnp, is traditioneel 4 op 1. Voor (ex-)ondernemers was een inkomensterugval de voornaamste reden voor het ontstaan van schulden. Dit geldt ook voor particulieren. Andere belangrijke oorzaken van problematische schulden bij particulieren zijn overbesteding, compensatiegedrag en echtscheiding.

 lees meer …

Registreren klantdata in strijd met privacyvregels

Nederland hangt vol meetkastjes van retailers, die informatie opleveren die niet alleen interessant is voor retailers, maar ook voor instellingen en overheden. Het debat over privacy kan echter niet rekenen op veel openheid van retailers en overheid. Er zijn, voornamelijk in Amerika, winkelketens die het aantal bezoekers registreren via hun gsm: bluetooth en wifi. Begin 2014 ontdekte de website Tweakes dat ook Bas Group (Dixons, MyCom en iCentre) wifi-signalen meet.

Het College Bescherming Persoonsgegevens stelde kamervragen aan minister Opstelten hierover. Die stelde dat het registreren van bezoekers aan die bezoekers gemeld moet worden, mits er geen identiteit te koppelen is aan de data. Veel winkelstraten kennen telsystemen die de drukte in het centrum meten. Gebruikers van smartphones geven via apps en social media achteloos toestemming aan technologiebedrijven om gedragsgegevens te combineren met locatiegegevens.

Om gepersonaliseerde aanbiedingen te versturen als winkelier moet de klant daar expliciet via opt-in toestemming voor geven. Apple stopt al haar locatiegegevens van de klant achter een dubbele opt-in. Het succes van deze gegevens hangt af van goede privacywetgeving.  lees meer …

Grondwet gaat ook e-mails beschermen

Alle vormen van communicatie worden grondwettelijk beschermd, dus ook elektronische. Het brief-, telefoon- en telegraafgeheim wordt vervangen door het brief- en telecommunicatiegeheim. Dit staat in het voorstel tot wijziging van artikel 13 van de Grondwet waarmee de Rijksministerraad heeft ingestemd op voorstel van minister-president Rutte, minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en minister Opstelten van Veiligheid en Justitie.

De wetswijziging vloeit voort uit de kabinetsreactie op een advies van de staatscommissie Grondwet. Het begrip ‘telegraaf’ is verouderd. In het nieuwe voorstel is er bewust voor gekozen om geen specifieke techniek te benoemen. Met de meer techniekonafhankelijke formulering ‘brief- en telecommunicatiegeheim’ wordt de bescherming die artikel 13 van de Grondwet biedt, uitgebreid naar alle huidige en toekomstige communicatiemiddelen zoals e-mail, telefoonverkeer via internet en besloten communicatie via sociale media.

Dit houdt in dat de overheid niet in de inhoud van communicatie mag kijken, ongeacht het middel waarmee is gecommuniceerd. Op dit verbod geldt een aantal wettelijk bepaalde uitzonderingen. In een aantal situaties is inzage wél geoorloofd, bijvoorbeeld voor de politie of inlichtingendiensten, maar daar is altijd toestemming van de bevoegde autoriteit voor nodig.

De Rijksministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel in te dienen bij de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is eerder in internetconsultatie geweest. lees meer …

Bron: Ministerie van Binnenlandse Zaken

Positie van slachtoffer sterk verbeterd

De positie van slachtoffers is de afgelopen jaren sterk verbeterd. Dat blijkt uit de beleidsdoorlichting 2007-2013 die in de ministerraad is besproken. De afgelopen vijf jaar is zelfs meer gerealiseerd dan was voorgenomen. Zo maken steeds meer slachtoffers gebruik van de regelingen die voor hen beschikbaar zijn, staat het slachtoffer centraal bij organisaties zoals politie en OM, is er meer geld beschikbaar gekomen voor slachtofferzorg en hebben slachtoffers meer rechten gekregen binnen het strafrecht. Ook de slachtofferorganisaties werken op een steeds effectievere manier. De ambities uit 2007 zijn dan ook ruimschoots gehaald.

Het gaat beter met de positie van slachtoffers in Nederland. Justitiële organisaties zoals de politie, het Openbaar Ministerie en de rechtspraak hebben het slachtofferbeleid in hun eigen werkprocessen verwerkt en blijven dit verder verbeteren. Slachtoffers hebben de afgelopen jaren meer rechten gekregen en er is meer en betere ondersteuning beschikbaar.

Zo hebben slachtoffers sinds 2011 recht op informatie, correcte bejegening en bijstand door een raadsman en een tolk. Voor slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven bestaat sinds 2011 een voorschotregeling. Wanneer de veroordeelde acht maanden na het onherroepelijk worden van het vonnis nog niet de volledige schadevergoedingsmaatregel heeft betaald, keert de overheid het resterende bedrag uit aan het slachtoffer. De overheid verhaalt het bedrag vervolgens op de dader. Sinds 2012 mogen meer mensen van het spreekrecht gebruik maken. Ook komen meer nabestaanden in aanmerking voor een tegemoetkoming van het Schadefonds Geweldsmisdrijven.

Uit de recente beleidsdoorlichting blijkt dat de ondersteuning aan slachtoffers aanzienlijk is verbeterd. Bij Slachtofferhulp Nederland zijn nieuwe instrumenten ontwikkeld die nu behoren tot het standaard dienstverleningspakket, zoals het casemanagement voor nabestaanden en slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven. De wijze van doorverwijzing van slachtoffers naar advocaten is ook verbeterd, zodat meer slachtoffers van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven gebruik maken van gratis rechtsbijstand. Tenslotte is er een landelijk dekkend netwerk van slachtofferloketten gekomen, waar de politie, het OM en Slachtofferhulp Nederland samenwerken en slachtoffers terecht kunnen voor informatie, advies en ondersteuning tijdens het strafproces.

De financiële middelen voor slachtofferzorg zijn de afgelopen jaren toegenomen van ruim €32 mln. in 2007 naar ruim €54 mln. in 2013. Het aantal slachtoffers dat door Slachtofferhulp Nederland is geholpen is gestegen van 108.991 in 2007 naar 150.952 in 2012. Bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven steeg het aantal aanvragen van 6016 in 2007 naar 7995 in 2012. Bij Slachtoffer in Beeld is in dezelfde periode het aantal aanmeldingen voor slachtoffer-daderbemiddeling met 242% gestegen, van 441 in 2007 naar 1508 in 2012.

Staatssecretaris Teeven is tevreden over wat er de afgelopen jaren bereikt is voor slachtoffers en ziet dat een omslag gekomen is in het denken over de rol van het slachtoffer binnen de justitiële keten. Het kabinet wil door op de ingeslagen weg zodat de dienstverlening aan slachtoffers een vast en vanzelfsprekend onderdeel blijft binnen alle onderdelen van Justitie. Om dit te realiseren is meer inzicht nodig in resultaten van justitiële organisaties op het gebied van slachtoffers en verbetering van de registratie van slachtoffers. Staatssecretaris Teeven verwacht dat door de ontwikkeling van meer online dienstverlening, nog meer slachtoffers geholpen kunnen worden. Ook zal de ICT hierop worden aangepast. lees meer …

Bron: Ministerie van Justitie