Flexwerkers : wat is een oproep in het licht van de minimumaanspraak?

In 1999 is de Wet Flexibiliteit en Zekerheid ingevoerd. Doel was de rechtspositie van flexwerkers te verbeteren. Eén van de artikelen van die wet is 7:628a BW. Daarin is bepaald dat wanneer in een arbeidsovereenkomst een arbeidsomvang van minder dan 15 uur is afgesproken èn de tijdstippen waarop moet worden gewerkt niet (of niet eenduidig) zijn vastgelegd, een werknemer per oproep minimaal drie uur betaald krijgt, ook wanneer die oproep korter heeft geduurd. Datzelfde geldt wanneer helemaal geen arbeidsomvang is vastgelegd. Van deze wettelijke bepaling mag niet worden afgeweken.

De Hoge Raad oordeelde op 3 mei 2013 over een werkneemster die als taxichauffeur minimaal 12 uur per week werkte. Zij reed deels op vooraf ingeroosterde tijden, maar deels werd zij ook opgeroepen voor losse taxiritten.

Artikel 7:628a BW betreft alleen hen voor wie niet vooraf duidelijk is wanneer zij moeten werken. Wanneer werknemers wisselende werktijden hebben, maar tegelijkertijd met andere werknemers vooraf hun rooster krijgen, gaat dit artikel niet op. Wanneer bijvoorbeeld een maand van tevoren wordt aangegeven dat van 10:00 tot 12:00 uur wordt gewerkt, is de arbeidsomvang voldoende duidelijk en wordt maar twee uur betaald.

Deze werkneemster werd opgeroepen om om 10:30 uur een rit te maken. Die duurde 40 minuten. Vervolgens werd zij om 13:00 uur weer opgeroepen voor een rit van 45 minuten. De vraag was nu of zij zes uur of maar 3 uur en 15 minuten betaald moest krijgen. De Hoge Raad heeft anders dan het Hof uitgemaakt dat zij aanspraak had op 6 uur. De achterliggende gedachte is dat de wetgever met deze bepaling wilde ontmoedigen dat werknemers teveel in onzekerheid verkeren. Wenst een werkgever toch geen zekerheid te bieden, dan moet de werknemer worden gecompenseerd. Niet alleen weet hij niet wanneer hij moet werken, ook weet hij niet wat hij per week gaat verdienen.

Het artikel geldt alleen bij een arbeidsomvang van minder dan 15 uur per week. Bij een arbeidsuur van minimaal 15 uur per week, kan de werkgever de werknemer dus wel straffeloos in onzekerheid laten verkeren. Voorts is van belang dat wanneer er een reguliere pauze zit tussen twee klussen (oproepen) de eerste oproep voortduurt en er geen nieuwe oproep ontstaat.

Verder geldt dat wanneer maar vooraf duidelijkheid wordt geschapen dat bijvoorbeeld op een dag van 9:00 tot 10:30 uur en ’s middags van 15:00 tot 17:00 uur wordt gewerkt, het artikel de werknemer ook niet beschermt. Dan zijn de werktijden immers vooraf duidelijk. Wel moet het dan zo zijn dat de werknemer zijn rooster tegelijkertijd met andere werknemers doorkrijgt en niet pas een dag van tevoren.

Wat niet werkt, is om een aantal uur op jaarbasis vast te leggen; dat wordt teruggerekend naar een gemiddeld aantal uur per week. Ook is niet toereikend om af te spreken dat de werknemer ofwel tussen 8:00 en 11:00 uur ofwel tussen 17:00 en 20:00 uur werkt. Wanneer wordt afgesproken dat elke zaterdag wordt gewerkt, maar vooraf niet duidelijk in welke ploeg, is ook onvoldoende duidelijkheid gegeven over de tijdstippen en moet per oproep minimaal drie uur worden betaald.

Oplossingen:

  •  minimaal 15 uur afspreken;
  •  er voor kiezen om tegelijkertijd met het andere personeel het rooster uit te delen omdat dan wel mag worden opgeroepen voor minder dan twee uur;
  • elke oproep minimaal drie uur te laten duren, dan wordt immers niet betaald voor uren die niet zijn gewerkt.          

Tewerkstellingsvergunning nog maar een jaar geldig

Tewerkstellingsvergunning nog maar een jaar geldig

Onlangs is het wetsvoorstel Herziening van de Wet arbeid vreemdelingen aangenomen door de Tweede Kamer. De belangrijkste maatregel hieruit is dat de duur van de tewerkstellingsvergunning wordt teruggebracht naar een jaar. De herziening van de Wet arbeid vreemdelingen houdt verder in dat de toets op prioriteitgenietend aanbod wordt aangescherpt en dat er enkele wijzigingen ter voorkoming van concurrentie op arbeidsvoorwaarden worden doorgevoerd.

Een werkgever kan alleen een tewerkstellingsvergunning krijgen als er echt geen prioriteitgenietend aanbod aanwezig is. De toets op het prioriteitgenietend aanbod wordt daarom aangescherpt. De toets wordt abstracter. Het UWV hoeft niet meer te onderzoeken of er geschikte kandidaten beschikbaar zijn, maar kan volstaan met het onderzoeken of er voldoende werkzoekenden op de arbeidsmarkt aanwezig zijn die aan de functie-eisen van de vacature voldoen. Als er inderdaad voldoende werkzoekenden op de arbeidsmarkt aanwezig zijn, moet het UWV de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning afwijzen.

Verder is in het wetsvoorstel bepaald dat de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning wordt beperkt tot één jaar. Het verlengen van een tewerkstellingsvergunning is niet meer mogelijk, zodat steeds opnieuw een nieuwe vergunning moet worden aangevraagd.      

. . . lees verder op Internet

Stiekem voorproeven stokbroodje, punt appeltaart of appelflap van Albert Heijn genoeg reden ontslag

Stiekem voorproeven stokbroodje, punt appeltaart of appelflap van Albert Heijn genoeg reden ontslag

Fraude of diefstal lijkt misschien een zware term, maar wel duidelijk! In de winkel wordt gebruik gemaakt van camera’s. De werkgever heeft er op gewezen dat er arbeidsrechtelijke maatregelen getroffen zullen worden, indien werknemers zich niet aan één of meer van deze afspraken houden.

Een schriftelijke waarschuwing, het inhouden van salaris, of in geval van diefstal en fraude altijd ontslag op staande voet behoren tot deze maatregelen. De werkgever hanteert een zero-tolerance beleid ten aanzien van diefstal en/of fraude, al lijkt het vergrijp nog zo klein of is de waarde nog zo gering, altijd zal er een onherroepelijk ontslag op staande voet volgen. En dat strenger geworden beleid brak de werkneemster in deze zaak op.           

. . . lees verder op Internet

Onterecht ontslag: werkgever moet verschil loon en WW bijpassen

Onterecht ontslag: werkgever moet verschil loon en WW bijpassen

Een beveiligingsbedrijf ontslaat om bedrijfseconomische redenen een heel team accountmanagers, waaronder een werknemer van bijna zestig jaar. Volgens de werkgever is in deze situatie het afspiegelingsbeginsel niet van toepassing, omdat de functies binnen de verschillende teams niet onderling uitwisselbaar zijn.

In hoger beroep oordeelt het Hof in Den Bosch op 7 mei 2013 dat de werkgever deze stelling onvoldoende onderbouwt. Dat betekent dus dat het afspiegelingsbeginsel toegepast had moeten worden, en dat deze werknemer ten onrechte ontslagen is. Hij heeft dus recht op een schadevergoeding. Die valt lager uit dan de werknemer voorstelt. Hij wil tot aan zijn pensioen schadeloos worden gesteld. Het Hof gaat uit van een jaar onterechte werkloosheid. De voormalige werkgever moet ook de kosten vergoeden die de man heeft gemaakt om zijn zaak tot in hoger beroep te kunnen bepleiten.    

. . . lees verder op Internet

Formule ontslagvergoeding voor ambtenaren

De toekenning van extra ontslagvergoeding aan een ambtenaar die wordt ontslagen

De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 februari 2013 een tweetal uitspraken gedaan over toekenning van een extra ontslagvergoeding aan een ambtenaar die wordt ontslagen. Meerdere malen is de vraag gesteld of een ambtenaar aanspraak kan maken op een extra ontslagvergoeding die gebaseerd is op de zogeheten kantonrechtersformule die voor een ‘gewone’ werknemer geldt. De Centrale Raad van Beroep heeft herhaaldelijk overwogen dat het in ambtenarenzaken niet voor de hand ligt om de kantonrechtersformule toe te passen. Dit is toe te schrijven aan de ambtelijke rechtspositieregelingen waar een ambtenaar aanspraak op kan maken en die veelal een ruimere compensatie bieden bij loonderving dan voor een ‘gewone’ werknemer het geval is. Naast bovenwettelijke voorzieningen kan namelijk een ambtenaar recht hebben op een na-wettelijke uitkering. De Centrale Raad van Beroep heeft gemeend nadere uitgangspunten te moeten formuleren die in beginsel behoren te worden gehanteerd bij de vraag of een ambtenaar aanspraak heeft op een extra ontslagvergoeding en hoe die vergoeding dan dient te worden vastgesteld. Lees verder “Formule ontslagvergoeding voor ambtenaren”

Werkgeversaansprakelijkheid bij personeelsuitje

Werkgeversaansprakelijkheid bij personeelsuitje

Wat als een werknemer tijdens een bedrijfsuitje schade lijdt? Is de werkgever hiervoor aansprakelijk? Onlangs beantwoordde de Kantonrechter Utrecht deze vraag bevestigend voor de schade opgelopen tijdens een speedboottocht.

. . . lees verder op Internet

‘Maximale duur WW blijft drie jaar’

‘Maximale duur WW blijft drie jaar’

De WW-duur wordt waarschijnlijk niet verkort, maar blijft op maximaal 3 jaar. De eerste 2 jaar worden door de overheid betaald, over het laatste jaar gaan werknemers een premie betalen. De versoepeling van het ontslagrecht wortdt uitgesteld tot de economische crisis voorbij is.

Volgens het regeerakkoord zou de WW-duur worden teruggebracht van maximaal 38 naar 24 maanden. De laatste 12 maanden zou de hoogte van de uitkering bovendien omlaag gaan van 70 procent van het laatstverdiende loon naar 70 procent van het minimumloon.

Het kabinet wilde het ook makkelijker maken voor bedrijven om personeel te ontslaan. Bovendien zou de ontslagvergoeding straks hooguit nog 75.000 euro bedragen. Deze maatregelen worden in verband met de hoge werkloosheid van dit moment uitgesteld tot een datum die in het sociaal akkoord wordt opgenomen. Welke datum is nog niet bekend.

. . . lees verder op Internet

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waardoor een onherroepelijk vrijgesproken verdachte voor hetzelfde delict alsnog kan worden vervolgd. Er moet wel sprake zijn van nieuw zeer belastend bewijs. De regeling geldt voor misdrijven waarbij opzettelijk de dood van een ander is veroorzaakt. Daarnaast wordt het mogelijk met terugwerkende kracht strafzaken een vrijspraak te herzien.

Bij de misdrijven waarvoor de regeling geldt is opzettelijk een inbreuk gemaakt op het recht op leven. Dat herziening ten nadele ook met terugwerkende kracht mogelijk wordt, berust eveneens op de overweging dat bij zeer ernstige misdrijven het belang van de samenleving zwaarder kan wegen dan dat van de vrijgesproken persoon. Het gaat daarbij om vrijspraken die vóór de datum van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel onherroepelijk zijn geworden. Strafbare feiten die al zijn verjaard, vormen een uitzondering. Herziening ten nadele is in dat geval niet mogelijk.

. . . lees verder op Internet

Invorderingskosten bij betalingsachterstanden

Nieuw: invorderingskosten bij betalingsachterstanden

Zeker in een financiële crisis zijn betalingsachterstanden aan de orde van de dag. Op basis van Europese regelgeving is op 16 maart 2013 een wetswijziging ingevoerd die maakt dat de manier waarop contractspartijen en adviseurs naar betaling en betalingsachterstanden (moeten) kijken is veranderd. Die heb ik eerder gehoord, zal de oplettende lezer denken, terwijl later bleek dat de soep toch iets minder heet gegeten werd. Ditmaal is het daadwerkelijk waar. Wat is er veranderd?

Om paal en perk te stellen aan de door de wetgever gesignaleerde oplopende betalingsachterstanden is de bestaande wetgeving aangepast. Een nieuw wetsartikel bepaalt ten aanzien van overeenkomsten waarbij beide contractspartijen zakelijk actief zijn, dat indien de schuldenaar die een betalingstermijn laat verlopen, deze zonder aanmaning onmiddellijk een bedrag voor invorderingskosten van ten minste 40 euro verschuldigd is. De bepaling geldt uitsluitend indien de schuldenaar een onderneming of een overheid is. Voor consumenten is een uitzondering gemaakt.
Lees verder “Invorderingskosten bij betalingsachterstanden”

compensatie vertraging luchtreizigeres na 3 uur

Luchtvaartmaatschappijen compenseren passagiers na 3 uur vertraging

Nederlandse luchtvaartmaatschappijen zijn op grote schaal overgegaan tot het compenseren van passagiers bij langdurige vertraging. Tussen de uitspraak van het Europese Hof van Justitie op 23 oktober 2012 over die compensatie en begin februari 2013 is in ruim 10.000 gevallen alsnog een vergoeding uitgekeerd. De Hofuitspraak in oktober 2012 was een bevestiging van het zogenaamde Sturgeon arrest. Daarin is bepaald dat passagiers bij vertraging van vluchten langer dan drie uur aanspraak kunnen maken op dezelfde compensatie als passagiers van geannuleerde vluchten.

Het Hof heeft in oktober 2012 ook geoordeeld dat luchtvaartmaatschappijen niet verplicht zijn tot compensatie als er sprake is van buitengewone omstandigheden. De huidige Europese Verordening geeft een summiere omschrijving van buitengewone omstandigheden en laat de nadere interpretatie hiervan over aan de nationale handhavingsinstanties. De komende weken wordt de herziening van de Europese Verordening verwacht. Daarin zal ook de definitie van buitengewone omstandigheden tegen het licht worden gehouden. Staatssecretaris Mansveld pleit daarbij voor een eenduidige en heldere definitie zodat de situatie klip en klaar wordt voor passagiers en luchtvaartmaatschappijen.

. . . lees verder op Internet