Thuiskopieheffing compenseert niet alle schade illegale downloads

De thuiskopieheffing is niet bedoeld om het nadeel te compenseren van kopieën uit illegale bron.

De zaak over het “illegaal downloaden”. Tja, wat kon de Hoge Raad nog toevoegen aan het arrest van het Hof van Justitie van de EU uit 2014?

Het Hof had deze zaak immers al beslist, maar eisers tot cassatie besloten twee jaar later om de zaak toch nog op te brengen voor voortprocederen. De Hoge Raad rondt de zaak af zonder verrassingen.

Thuiskopieheffingen

Waar ging het ook alweer over? Een groep fabrikanten en importeurs van apparaten waarop thuiskopieën kunnen worden gemaakt, begon een principiële zaak tegen Stichting de Thuiskopie, die thuiskopievergoedingen int en verdeelt, en de SONT, de stichting waarin rechthebbenden en fabrikanten elkaar treffen om te onderhandelen over de hoogte van de thuiskopievergoeding. De fabrikanten vorderden een hele reeks verklaringen voor recht over met welk soort kopieën allemaal wel of niet rekening mocht worden gehouden bij het vaststellen van de vergoedingen. Dat is namelijk niet zo duidelijk. De Auteursrechtrichtlijn (Arl.) bepaalt alleen dat als een lidstaat de “thuiskopie-exceptie” implementeert (toestemming geeft aan consumenten om, zeg maar, voor niet-commercieel privégebruik kopieën te maken), een “billijke vergoeding” moet worden geheven ter compensatie van de rechthebbenden. Vaste jurisprudentie van het HvJEU luidt dat deze “billijke vergoeding” een autonoom, unierechtelijk begrip is dat uniform in de EU-lidstaten moet worden uitgelegd. Diezelfde rechtspraak geeft tegelijkertijd een grote vrijheid aan de lidstaten, onder meer om de hoogte van de vergoeding en de wijze van inning vast te stellen. Dat geeft onduidelijkheid en elk jaar verschijnen meerdere arresten van het HvJEU waarin over allerlei aspecten knopen worden doorgehakt. Soms wordt de nationale wetgever inderdaad alle ruimte gelaten, maar in andere gevallen komt het HvJEU met regels op een detailniveau dat nogal contrasteert met de vage bewoordingen van de Arl. Menige lidstaat heeft zijn uitvoeringswet- en regelgeving al moeten aanpassen omdat het HvJEU oordeelde dat het recht anders in elkaar stak dan men dacht.

Misschien wel het meest contentieuze onderwerp in deze procedure vormden de “kopieën uit niet-geoorloofde bron”, of in de volksmond: illegale downloads. In Nederland werd in de parlementaire geschiedenis ervan uitgegaan dat met de thuiskopieheffing ook daar een vergoeding voor werd geïnd. Dat is een praktisch resultaat waar veel voor te zeggen valt: illegaal downloaden is in de praktijk moeilijk tegen te gaan, de schade per download is relatief gering, en door ook te heffen voor illegale downloads worden de rechthebbenden tenminste nog enigszins gecompenseerd. In cassatie legde de Hoge Raad hierover twee vragen voor aan het HvJEU, kort gezegd: (1) vallen downloads uit ongeoorloofde bron ook onder de thuiskopie-exceptie uit de Auteursrechtrichtlijn, en zo nee: (2) mag een lidstaat de schade van rechthebbenden door zulke kopieën dan toch compenseren met een thuiskopieheffing? In een nogal rechtlijnig arrest beantwoordde het HvJEU beide vragen met ‘nee’. De Hoge Raad kon vervolgens de zaak zelf afdoen en verklaart voor recht:

“dat de in art. 16c Aw bedoelde billijke vergoeding uitsluitend bedoeld is om het nadeel (te verstaan als: de voor de desbetreffende kopieerhandeling gederfde licentievergoeding) dat de rechthebbenden ondervinden van de reproductiehandelingen die binnen het toepassingsbereik van art. 16c Aw vallen, te compenseren, alsmede dat bij de bepaling van de hoogte van de thuiskopievergoeding geen rekening dient te worden gehouden met de schade die het gevolg is van illegaal kopiëren (inclusief downloaden) uit een illegale bron”.

Voor de Nederlandse wetgeving heeft dit overigens verder geen gevolgen: de Hoge Raad had in zijn tussenarrest al geoordeeld dat art. 16c Auteurswet, dat de thuiskopieheffing implementeert, hoe dan ook richtlijnconform kan worden uitgelegd. De tekst van de wet maakt namelijk geen onderscheid tussen legale en illegale bron en duidelijk blijkt uit de wetsgeschiedenis dat de wetgever bedoeld heeft om de Auteursrechtrichtlijn getrouw uit te voeren. Dan moet volgens vaste rechtspraak van het HvJEU de wet richtlijnconform worden uitgelegd, ook al zou in de wetsgeschiedenis een verkeerde interpretatie van de richtlijn zijn gegeven.

Proceskosten

De Hoge Raad had naar aanleiding van het incidentele cassatieberoep van Thuiskopie nog een vraag gesteld aan het HvJEU: was op deze procedure de Handhavingsrichtlijn (2004/48/EG) van toepassing, zodat art. 1019h Rv aanspraak zou geven op een volledige proceskostenvergoeding? Het HvJEU oordeelde van niet, en Thuiskopie trok daarna haar incidentele beroep in. Maar ja, zegt de Hoge Raad, nu waren de kosten in het incidentele beroep al gemaakt, dus Thuiskopie wordt toch daarin veroordeeld. Maar dus wel tegen het forfaitaire tarief.

Bron: Cassatieblog.nl

kindgebonden budget vóór 2015 ook verdisconteerd in draagkracht, niet in behoefte

Ook voor het kindgebonden budget zoals dat vóór 2015 (invoering alleenstaande ouderkop) bestond, geldt dat dit niet wordt verdisconteerd in de behoeftebepaling van het kind, maar in de draagkrachtbepaling van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt (vgl. HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3011, CB 2015-146).

Prejudiciële beslissing over alleenstaande ouderkop

Op 9 oktober 2015 deed de Hoge Raad uitspraak op een prejudiciële vraag van het gerechtshof te Den Haag over de wijze waarop de per 1 januari 2015 ingevoerde alleenstaande ouderkop (Wet Hervorming Kindregelingen) in de alimentatieberekening moet worden verdisconteerd. Het antwoord luidde – in afwijking van de aanbeveling van de Expertgroep Alimentatienormen – als volgt:

1. Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde onderhoudsbijdrage voor hun minderjarige kinderen dienen het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt.

2. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget.

Het tweede deel van het antwoord heeft de annotatoren Wortmann (NJ 2015/465 ) en Vledder ( JIN 2015/218) aanleiding gegeven tot de vraag of de door de Hoge Raad geformuleerde regel ook opgaat voor het kindgebonden budget van vóór 2015, al kende dat nog geen alleenstaande ouderkop. De thans bestreden uitspraak (ECLI:NL:GHARL:2015:6074, rov. 5.7) gaf gelegenheid om deze vraag aan de Hoge Raad voor te leggen. Het betrof een verzoek tot wijziging van alimentatie met betrekking tot de jaren 2014 en 2015. Bij de bepaling van die alimentatie overwoog het hof nadrukkelijk dat over zowel 2014 als 2015 het kindgebonden budget in mindering moet worden gebracht op de behoefte van de kinderen.

De vrouw heeft dat oordeel in cassatie met succes bestreden. Conform de conclusie van A-G Wesseling-van Gent oordeelt de Hoge Raad dat zijn eerdere antwoord (onder 2) “niet alleen betrekking [heeft] op de regeling van het kindgebonden budget met alleenstaande ouderkop zoals deze geldt sinds de inwerkingtreding op 1 januari 2015 van de Wet Hervorming Kindregelingen, maar ook op de regeling van het kindgebonden budget zoals die vóór 1 januari 2015 gold.”

Het oordeel van het hof getuigt dus van een onjuiste rechtsopvatting. Het verwijzingshof zal de alimentatie opnieuw moeten vaststellen, waarbij het kindgebonden budget moet worden meegenomen in de draagkrachtbepaling in plaats van in de behoeftebepaling.

Bron: Cassatieblog.nl

Kabinet wil stervenshulp bij `voltooid leven` toestaan

Het kabinet stelt dat ouderen die vinden dat hun leven voltooid is hulp moeten kunnen krijgen bij zelfdoding. Ministers Edith Schippers van Volksgezondheid en Ard van der Steur van Justitie lichten het voorstel in een brief aan de Tweede Kamer toe. Het wetsvoorstel kan pas door een volgend kabinet worden behandeld.

Het kabinet gaat hiermee in tegen het advies over `voltooid leven` van een commissie onder leiding van Paul Schnabel. De D66-senator concludeerde dat wetgeving niet nodig is, omdat de meeste gevallen al onder de euthanasiewet vallen. Hij noemde het overgebleven deel een `theoretische groep`. Critici zien deze groep juist groeien, omdat jongere generaties steeds autonomer zijn. Een doodswens verdwijnt bovendien niet door ouderen meer aandacht te geven.

Het kabinet vindt dat het negeren van een `persistente, actieve doodswens` wringt met de beschermwaardigheid van het leven. De `consistentie, de vrijwilligheid en weloverwogenheid van een verzoek` moeten opgeschreven gaan worden door een stervenshulpverlener. Dit wordt daarna nogmaals getoetst door een onafhankelijke andere hulpverlener. Deze vorm van stervenshulp is zover bekend nog nergens anders in gebruik.

Bron: Profnews

Cybercriminaliteit: lage pakkans

Weinig aangiftes, lage pakkans, milde straffen

Hoewel cybercrime inmiddels een alledaags verschijnsel is geworden, is de aanpak daarvan onder de maat. Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in een risicoanalyse.

De pakkans en de straffen zijn te laag, terwijl de opbrengsten toenemen, vooral bij misdrijven als phishing (vervalste e-mails) en ransomware (waarbij een geïnfecteerde organisatie of persoon losgeld moet betalen om bij de eigen bestanden te kunnen). Vorig jaar werd 11 procent van de Nederlanders slachtoffer van een of andere vorm van cybercrime. Lees verder “Cybercriminaliteit: lage pakkans”

Wet doorstroming huurmarkt aanvaard

Wet bevorderd flexibiliteit huurmarkt

De Eerste Kamer heeft onlangs gedebatteerd met minister Blok (Wonen en Rijksdienst) over de Wet doorstroming huurmarkt. Aan het einde van het debat werd het wetsvoorstel aanvaard. De fracties van SGP, CU, VVD, PVDA, CDA, D66 stemden voor. De fracties van SP, PvdD, PVV en GroenLinks stemden tegen.

Afwezig waren de fracties van de OSF en 50 PLUS. Op dinsdag 19 april wordt over een door senator Köhler ingediende motie gestemd. Lees verder “Wet doorstroming huurmarkt aanvaard”

Hoge Raad inzake Dexia: verjaring niet van toepassing

Dexia wacht miljoenenclaim na uitspraak Hoge Raad

Volgens een arrest van de Hoge Raad is verjaring in een van de vele rechtszaken aangespannen door gedupeerde beleggers niet van toepassing. Daarmee zouden ‘enkele duizenden’ beleggers die geld terug eisten van Dexia in aanmerking komen voor een vergoeding. Dat meldt De Tijd donderdag.

Lees verder “Hoge Raad inzake Dexia: verjaring niet van toepassing”

informatieplicht bij verkoop woning – beter niets verzwijgen

Servicekosten appartement hoger dan aangegeven

In deze zaak stond de koop van een appartement centraal. Als eigenaar van een appartement word je automatisch lid van de Vereniging van Eigenaars (VvE) en dat betekent dat je ook verplicht bent om servicekosten te betalen.

In de verkoopbrochure en advertentie waarin het appartement werd aangeprezen, was opgenomen dat de servicekosten €154,48 per maand bedroegen. Ook in het koopcontract dat opgesteld werd, stond datzelfde bedrag vermeld. Bij het passeren van de akte van levering bleek echter dat de kosten ineens €193,79 waren geworden.

De koper was niet blij maar de verkoper was van mening dat hem niets te verwijten viel. Tenslotte waren ook alle financiële overzichten, waaronder de begroting van de VvE, als bijlage bij het koopcontract opgenomen. Uit de begroting had de koper kunnen concluderen dat de servicekosten hoger lagen dan was aangegeven.

Lees verder “informatieplicht bij verkoop woning – beter niets verzwijgen”

telefonische rechtshulp via 0900-0600

   Geschiedenis

0900-advocaten (0900-238 62 28) Is het oorspronkelijke naam nummer van de orde van advocaten. In 2003 beëindigd door de orde van advocaten haar activiteiten betrekking tot dit telefoonnummer en is de activiteit voortgezet door advocaten.nl. Omdat naam-nummers in Nederland niet ingeburgerd raakten, is het daarnaast nummer 0900-0600 in gebruik genomen Lees verder “telefonische rechtshulp via 0900-0600”

Overeenkomsten sluiten doet iedereen

De meeste geschillen ontstaan pas na het sluiten van de overeenkomst,

Een overeenkomst sluiten klinkt als iets formeels. Toch doen we het praktisch iedere dag. Een brood bij de bakker kopen, de boodschappen bij de supermarkt, een bezoekje aan de kapper… Het kan dan geen kwaad om er iets meer over te weten.

Een overeenkomst hoeft niet per sé op papier te staan, een mondelinge overeenkomst is net zo rechtsgeldig (behoudens enkele uitzonderingen). Krijgen partijen een geschil met elkaar over de uitvoering van de overeenkomst, dan is het wel handig om een schriftelijke overeenkomst te hebben, zodat je kunt bewijzen wat er precies is afgesproken.

Lees verder “Overeenkomsten sluiten doet iedereen”

Aanbevelingen voor betere rechtsbijstandverlening

Meer regie door de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket en samenvoeging van beide organisaties met behoud van hun ‘sterke merknamen’.

Dit beveelt de commissie gesubsidieerde rechtsbijstand (‘commissie-Wolfsen’) aan in een rapport dat gisteren aan de minister van Veiligheid en Justitie is aangeboden. De commissie was in februari in het leven geroepen met 2 opdrachten. De eerste was om de oorzaken voor de stijging van de kosten voor gesubsidieerde rechtsbijstand te onderzoeken. De tweede opdracht was alternatieven aan te dragen voor een door het kabinet voorgestelde wijziging van het stelsel van rechtsbijstand. In afwachting van de bevindingen van de commissie-Wolfsen trok de toenmalige staatssecretaris Teeven zijn wetsvoorstel in. De Raad voor de rechtspraak constateerde in zijn wetgevingsadvies over dit voorstel dat de voorgestelde wijzigingen ‘te veel uit gaan van de zelfredzaamheid van burgers’.

Zwakke plekken

De commissie noemt in haar rapport een scala aan oorzaken en achtergronden van de ontwikkelingen in de uitgaven aan gesubsidieerde rechtsbijstand. Op basis hiervan wijst zij op een aantal zwakke plekken in het huidige stelsel, waaronder het ontbreken van goede coördinatie en een gebrekkige uitwisseling van informatie tussen partijen en instanties en het structureel niet innen van eigen bijdragen van rechtzoekenden. Er is sprake van ‘verbrokkeling’ van het huidige stelsel en ‘eenduidige sturing’ ontbreekt.

Mogelijkheden

De commissie-Wolfsen ziet mogelijkheden voor een betere rechtsbijstandverlening. Voor de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand ziet ze de opdracht weggelegd gezamenlijk te voorzien in adequate kwaliteitseisen. Deskundigheidseisen voor verschillende rechtsgebieden moeten over de hele linie op een hoger niveau komen te liggen en qua niveau met elkaar te vergelijken zijn. Ook adviseert de commissie het aantal rechtsterreinen waarop advocaten zaken kunnen aannemen, in overleg met de Orde, te beperken.
Regie
Verbetering van het stelsel gaat volgens de commissie Wolfsen niet zonder versterking van de regie hierover: ‘regie maakt het mogelijk het juiste werk toe te wijzen aan de juiste rechtsbijstandverlener’. Die regie moet er komen door ‘sterke intensivering’ van de samenwerking tussen Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket. Door de versterking van de regierol kan de eigen bijdrage die betaald moet worden voor rechtsbijstand van een advocaat, voor de meeste burgers met ongeveer een kwart lager, aldus de commissie, die samenvoeging van Raad voor Rechtsbijstand en Juridisch Loket adviseert.
De minister van Veiligheid en Justitie reageert in het voorjaar op het rapport.

Groot belang

In haar rapport onderstreept de commissie-Wolfsen het belang van gesubsidieerde rechtsbijstand. In haar voorwoord staat: ‘Vertrouwen in het recht en gelijkwaardige participatie van alle burgers binnen het recht zijn voorwaarden voor het goed functioneren van een sociale en democratische rechtsstaat. Dat betekent dat de toegang tot recht voor eenieder goed moet zijn geborgd; dat is de toegang die een rechtzoekende heeft tot informatie, overleg, onderhandeling en tot de rechter. Een (te) geringe financiële draagkracht mag er niet toe leiden dat redelijk handelende rechtzoekenden verstoken zijn of blijven van rechtsbijstand en van de rechter.’