Pre-pack voorkomt kapitaalvernietiging

Een nieuwe aanpak van het faillissement

Een faillissement betekent vaak het einde van een onderneming. Het gevolg is een verlies van kapitaal en arbeidsplaatsen. Ook voorafgaand aan de faillietverklaring is er vaak al het één en ander gebeurd. Zo zullen banken het krediet hebben op gezegd, leveranciers zijn gestopt met leveren en de onderneming is in een negatief daglicht komen te staan. Onder deze omstandigheden is het zeer lastig om na het faillissement een rendabele doorstart te maken.

Een pre-pack vergroot de kans op een doorstart na een faillissement. Een ondernemer die inziet dat een faillissement onafwendbaar is kan de rechtbank in wiens arrondissement de onderneming zich bevindt al voor de faillietverklaring vragen om een pre-pack. Besluit de rechtbank om de pre-pack toe te passen, dan benoemt zij een deskundige. Deze persoon bekijkt de situatie van de onderneming en beoordeelt of een doorstart na faillissement mogelijk is. Lees meer ….

 

Ook buitenlandse rechtspersoon-bestuurders soms aansprakelijk

Buitenlandse rechtspersoon-bestuurders van naar Nederlands recht opgerichte rechtspersonen kunnen op grond van Nederlands recht aansprakelijk worden gesteld, ook in geval van paulianeuze handelingen ten nadele van crediteuren of faillissementsfraude. Dit heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Mei Li Vos en Recourt (beiden PvdA).

Volgens Opstelten wordt de aansprakelijkheid van de bestuurders van buitenlandse rechtspersoon-bestuurders in beginsel beheerst door het toepasselijke buitenlandse recht.Dit moet door de Nederlandse rechter worden toegepast als deze bevoegd is. Dat toepasselijke recht bepaalt de voorwaarden voor eventuele aansprakelijkheid.

Als een buitenlandse rechtspersoon-bestuurder aansprakelijk wordt gehouden, kan de Nederlandse rechtspersoon de schade verhalen op de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder. Indien deze de schade vergoedt, is er geen noodzaak om de bestuurder van deze buitenlandse rechtspersoon aan te spreken. Als de buitenlandse rechtspersoon-bestuurder geen verhaal biedt, kan de Nederlandse rechtspersoon het faillissement verzoeken. Indien de buitenlandse rechtspersoon in Nederland failliet is verklaard, kunnen de bestuurders aansprakelijk worden gesteld, voor zover zij hun taak kennelijk onbehoorlijk hebben vervuld en aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. De minister kondigt aan dat hij deze materie in Europees verband aan de orde wil brengen.

Bron: Accountancy Nieuws

 

Kabinet pakt malafide bestuurders aan

De rechter kan straks frauderende bestuurders een civiel bestuursverbod opleggen waarna zij maximaal vijf jaar geen rechtspersoon meer mogen besturen. Vereist is dat het laakbare gedrag zich heeft voorgedaan binnen drie jaar voorafgaand aan het faillissement van het bedrijf dat door de bestuurder werd geleid.

Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel is gericht op een effectievere bestrijding van faillissementsfraude. Het kabinet wil verhinderen dat frauderende bestuurders hun activiteiten kunnen blijven voortzetten door hun fraudeleuze activiteiten te maskeren met een web van rechtspersonen of door steeds nieuwe ondernemingen op te richten en deze vervolgens failliet te laten gaan.

Een bestuurder moet ‘in ernstige mate’ tekort zijn geschoten in zijn verplichtingen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als vermogensbestanddelen vlak voor het faillissement zijn weggesluisd. Ook zou een bestuursverbod kunnen worden opgelegd wanneer een bestuurder in drie jaar tijd op een kwalijke manier bij drie of meer faillissementen betrokken is geweest.

Wordt een bestuursverbod opgelegd, dan kan de betrokkene bij geen enkele rechtspersoon aanblijven als bestuurder. Ook kan hij niet opnieuw als bestuurder of commissaris worden benoemd. Daarom komt er ook een register dat de notaris en de Kamer van Koophandel in staat stelt op eenvoudige wijze (online) na te gaan of een persoon die een onderneming wil oprichten of als bestuurder wil worden ingeschreven een bestuursverbod heeft. Is dat het geval, dan werken de notaris en de Kamer van Koophandel niet mee aan de oprichting van de onderneming of de inschrijving van de bestuurder.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State te sturen. De tekst van het advies en van het wetsvoorstel worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bron: Ministerie van Justitie

 

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waardoor een onherroepelijk vrijgesproken verdachte voor hetzelfde delict alsnog kan worden vervolgd. Er moet wel sprake zijn van nieuw zeer belastend bewijs. De regeling geldt voor misdrijven waarbij opzettelijk de dood van een ander is veroorzaakt. Daarnaast wordt het mogelijk met terugwerkende kracht strafzaken een vrijspraak te herzien.

Bij de misdrijven waarvoor de regeling geldt is opzettelijk een inbreuk gemaakt op het recht op leven. Dat herziening ten nadele ook met terugwerkende kracht mogelijk wordt, berust eveneens op de overweging dat bij zeer ernstige misdrijven het belang van de samenleving zwaarder kan wegen dan dat van de vrijgesproken persoon. Het gaat daarbij om vrijspraken die vóór de datum van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel onherroepelijk zijn geworden. Strafbare feiten die al zijn verjaard, vormen een uitzondering. Herziening ten nadele is in dat geval niet mogelijk.

. . . lees verder op Internet

Senaat stemt in met afschaffing verjaring zware misdrijven

Afschaffing verjaring zware misdrijven

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten dat de verjaring afschaft voor misdrijven waar een maximale gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat. Dat geldt eveneens voor ernstige zedenmisdrijven gepleegd tegen kinderen. Nu verjaren alleen de misdrijven met levenslange gevangenisstraf niet.

Verder wordt de verjaringstermijn verlengd voor misdrijven waarop een maximale gevangenisstraf van acht jaar of meer is gesteld. Die termijn wordt twintig jaar in plaats van de huidige twaalf jaar. Hieronder vallen onder meer zware mishandeling en diefstal met geweld. De nieuwe regeling gaat in op 1 januari 2013.

Opstelten vindt het onwenselijk dat daders van bijvoorbeeld verkrachting en doodslag enkel door tijdsverloop aan hun straf kunnen ontkomen. Vervolging van zware delicten moet altijd mogelijk zijn.     

. . . lees verder op Internet

Beslag op vermogen dader al tijdens onderzoek

De Staat kan straks al tijdens het opsporingsonderzoek beslag leggen op het vermogen van de verdachte ten gunste van het slachtoffer. De rechter-commissaris moet toestemming geven voor de beslaglegging. In spoedgevallen, zoals bij ontdekking op heterdaad, is mondelinge toestemming voldoende. Het kabinet wil voorkomen dat het slachtoffer van een misdrijf zijn schade niet vergoed krijgt omdat de verdachte voor zijn veroordeling zijn bezittingen heeft weggesluisd. Nadat de Staat beslag heeft gelegd, beslist de zittingsrechter over de vergoeding van de schade. Het slachtoffer krijgt altijd eerst compensatie. Een eventueel restant gaat naar de Staat om bijvoorbeeld een boete te voldoen.         

. . . lees verder op Internet

Beelden bewakingscamera’s sneller openbaar

Na aangifte kunnen beelden van bewakingscamera’s straks sneller worden gebruikt voor opsporing. Dit staat in een wetsvoorstel van staatssecretaris Teeven (VenJ) waarmee de ministerraad heeft ingestemd. Nu is voor het openbaar maken van deze beelden nog een langdurige en omslachtige procedure nodig.

Burgers en bedrijven mogen straks, nadat ze aangifte hebben gedaan en na toestemming van justitie, zelf beelden van bewakingscamera’s verspreiden. Openbaarvervoerbedrijven, decentrale overheden en voor het publiek toegankelijke instellingen kunnen de beelden behalve op internet ook op bijvoorbeeld billboards plaatsen.

. . . lees verder op Internet

Gevangenisstraf geëist vanwege illegale sloop asbestschuur

Het Functioneel Parket heeft recent voor de rechtbank Den Haag tot een half jaar gevangenisstraf geëist tegen twee verdachten voor het illegaal slopen van een schuur in Schipluiden waarin zich asbest bevond. Dat gebeurde in juni 2010. Verdachten hebben volgens het Openbaar Ministerie de mensen in de directe omgeving van de schuur op volstrekt onaanvaardbare manier blootgesteld aan ongebonden asbestvezels: “Niet ondenkbaar is dat verdachten anderen de levenslange angst hebben bezorgd dat zij een dodelijke asbestgerelateerde ziekte kunnen ontwikkelen” zei de officier van justitie op zitting.

De 46-jarige verdachte uit Schipluiden is de eigenaar van de schuur die gesloopt werd. Hij gaf de 24-jarige verdachte uit Doetinchem opdracht de schuur te slopen. Die sloopte de schuur samen met een werknemer. In de schuur zaten grote hoeveelheden asbest. Zo zat er een golfplaten dak op de schuur. Asbest mag vanwege de gevaren voor de volksgezondheid alleen door gecertificeerde bedrijven worden verwijderd. Dit sloopbedrijf was niet gecertificeerd. Voor de sloop van de schuur was geen sloopvergunning aangevraagd. Ook was er geen asbestinventarisatierapport, waarin de hoeveelheid asbest en de daaraan verbonden risico’s geanalyseerd werden.

. . . lees verder op Internet

Teeven stuurt wetsvoorstel uitbreiding spreekrecht slachtoffers naar Kamer

Staatssecretaris Teeven heeft het wetsvoorstel uitbreiding spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden in het strafproces bij de Tweede Kamer ingediend. De nieuwe regeling maakt deel uit van het beleid slachtoffers beter te ondersteunen. Spreekrecht kan het slachtoffer helpen bij de verwerking van het misdrijf en de dader confronteren met de gevolgen.

Slachtoffers waarderen het spreekrecht. Bij nabestaanden en bij wettelijk vertegenwoordigers van slachtoffers die te jong zijn om zelf te spreken, bestaat behoefte aan verruiming van de huidige regeling. Nu nog mag één nabestaande zijn verhaal op de terechtzitting doen. Dat blijkt in de praktijk te beperkt. Straks krijgen naast de (voormalige) levensgezel van het overleden slachtoffer maximaal drie nabestaanden het recht om op zitting te spreken. Verder krijgen ouders of voogden spreekrecht bij minderjarige slachtoffers die vanwege hun jeugdige leeftijd niet in staat zijn op zitting te vertellen over de gevolgen van het misdrijf. Minderjarige slachtoffers die zelf op zitting kunnen spreken, mogen dat blijven doen. Daar komt geen verandering in.

. . . lees verder op Internet