Digitaal procederen wordt verplicht in 2017; de dagvaarding verdwijnt !

Digitaal procederen in civiel en bestuursrecht is per 1 februari 2017 verplicht voor professionals, zoals advocaten, deurwaarders, bestuursorganen en rechtspersonen. De procedures moeten vanaf dat moment digitaal worden gevoerd. Tegelijkertijd met de digitalisering krijgt het civiel recht een vereenvoudigde basisprocedure. Daarbij verdwijnt de dagvaarding of het verzoekschrift waarmee thans de procedure formeel wordt ingeleid. De nieuwe procedure bestaat één schriftelijke ronde en een mondelinge behandeling, waarna de rechter uitspraak doet. De rechter heeft hierin een actieve rol. Hij is gericht op een snelle, goede oplossing van het geschil.

In de afgelopen periode zijn de geautomatiseerde systemen van rechtbanken en advocatuur aangepast op deze nieuwe werkwijze. De zgn. roladministratie waarin de voortgang van de rechtbankprocedure wordt bewaakt is al volledig digitaal. Ter voorkoming van datalekken mag er uitsluitend online via beveiligde lijnen (encrypted) worden gecommuniceerd. Advocaten hebben daarvoor een speciale advocatenpas met e-Herkenning.

Ook de zittingszalen van rechtbanken worden momenteel aangepast. Er komen meerdere monitoren, waardoor er bijvoorbeeld op een scherm kan worden meegekeken naar bewijsmateriaal zoals foto’s  en kan worden meegelezen in de processtukken. Of een procedure in de toekomst geheel papierloos zal zijn, moet nog blijken.

In de vorderingsprocedure (voorheen: dagvaardingsprocedure) of verzoekprocedure (voorheen: verzoekschriftenprocedure) wordt na het digitaal indienen/uploaden van de zgn. ‘procesinleiding’ een oproepingsbericht door de griffier opgesteld. De (advocaat) van de eisende partij krijgt dat oproepingsbericht digitaal van de griffier. De advocaat van de eiser moet vervolgens zorgen dat het oproepingsbericht binnen bij de wet gestelde termijn bij de verweerder terecht komt; dat gebeurt dan wel via exploot, dan wel via een vormvrije weg.

Dat kan zijn een brief, maar mag zelfs per mail, whatsapp en/of persoonlijke overhandiging. “Verschijnt” de verweerder niet op de laatst mogelijke dag als het vormvrij is bezorgd, dan moet het oproepingsbericht alsnog bij exploot door de deurwaarder worden betekend. Na een lobby van de deurwaarders is er een tweede manier van “bezorgen” in de wet terecht gekomen. Dat is de situatie dat het oproepingsbericht niet door de griffier, maar door de deurwaarder wordt opgesteld en per exploot door hem wordt betekend. Daarna dient uiterlijk binnen 5 dagen na betekening de oproep digitaal te worden ge-upload.

Het is de bedoeling dat in de toekomst iedereen een digitale kanton- of andere rechtszaak kan starten. Partijen loggen via de digitale portaal van www.Rechtspraak.nl met DigiD of e-Herkenning in om een procedure te starten. Zij kunnen vervolgens digitaal: verweer voeren, stukken indienen en inzien, de procesvoortgang volgen en de uitspraak van de rechter ontvangen. Dit alles via een veilig en toegankelijk systeem.

Bron: Actuele artikelen

kindgebonden budget vóór 2015 ook verdisconteerd in draagkracht, niet in behoefte

Ook voor het kindgebonden budget zoals dat vóór 2015 (invoering alleenstaande ouderkop) bestond, geldt dat dit niet wordt verdisconteerd in de behoeftebepaling van het kind, maar in de draagkrachtbepaling van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt (vgl. HR 9 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3011, CB 2015-146).

Prejudiciële beslissing over alleenstaande ouderkop

Op 9 oktober 2015 deed de Hoge Raad uitspraak op een prejudiciële vraag van het gerechtshof te Den Haag over de wijze waarop de per 1 januari 2015 ingevoerde alleenstaande ouderkop (Wet Hervorming Kindregelingen) in de alimentatieberekening moet worden verdisconteerd. Het antwoord luidde – in afwijking van de aanbeveling van de Expertgroep Alimentatienormen – als volgt:

1. Bij de vaststelling van de door de ouders verschuldigde onderhoudsbijdrage voor hun minderjarige kinderen dienen het kindgebonden budget en de daarvan deel uitmakende alleenstaande ouderkop niet in aanmerking te worden genomen bij de bepaling van de behoefte van het kind, maar bij de berekening van de draagkracht van de ouder die het kindgebonden budget ontvangt.

2. Er dient geen onderscheid te worden gemaakt tussen de alleenstaande ouderkop en het overige deel van het kindgebonden budget.

Het tweede deel van het antwoord heeft de annotatoren Wortmann (NJ 2015/465 ) en Vledder ( JIN 2015/218) aanleiding gegeven tot de vraag of de door de Hoge Raad geformuleerde regel ook opgaat voor het kindgebonden budget van vóór 2015, al kende dat nog geen alleenstaande ouderkop. De thans bestreden uitspraak (ECLI:NL:GHARL:2015:6074, rov. 5.7) gaf gelegenheid om deze vraag aan de Hoge Raad voor te leggen. Het betrof een verzoek tot wijziging van alimentatie met betrekking tot de jaren 2014 en 2015. Bij de bepaling van die alimentatie overwoog het hof nadrukkelijk dat over zowel 2014 als 2015 het kindgebonden budget in mindering moet worden gebracht op de behoefte van de kinderen.

De vrouw heeft dat oordeel in cassatie met succes bestreden. Conform de conclusie van A-G Wesseling-van Gent oordeelt de Hoge Raad dat zijn eerdere antwoord (onder 2) “niet alleen betrekking [heeft] op de regeling van het kindgebonden budget met alleenstaande ouderkop zoals deze geldt sinds de inwerkingtreding op 1 januari 2015 van de Wet Hervorming Kindregelingen, maar ook op de regeling van het kindgebonden budget zoals die vóór 1 januari 2015 gold.”

Het oordeel van het hof getuigt dus van een onjuiste rechtsopvatting. Het verwijzingshof zal de alimentatie opnieuw moeten vaststellen, waarbij het kindgebonden budget moet worden meegenomen in de draagkrachtbepaling in plaats van in de behoeftebepaling.

Bron: Cassatieblog.nl

Kabinet wil stervenshulp bij `voltooid leven` toestaan

Het kabinet stelt dat ouderen die vinden dat hun leven voltooid is hulp moeten kunnen krijgen bij zelfdoding. Ministers Edith Schippers van Volksgezondheid en Ard van der Steur van Justitie lichten het voorstel in een brief aan de Tweede Kamer toe. Het wetsvoorstel kan pas door een volgend kabinet worden behandeld.

Het kabinet gaat hiermee in tegen het advies over `voltooid leven` van een commissie onder leiding van Paul Schnabel. De D66-senator concludeerde dat wetgeving niet nodig is, omdat de meeste gevallen al onder de euthanasiewet vallen. Hij noemde het overgebleven deel een `theoretische groep`. Critici zien deze groep juist groeien, omdat jongere generaties steeds autonomer zijn. Een doodswens verdwijnt bovendien niet door ouderen meer aandacht te geven.

Het kabinet vindt dat het negeren van een `persistente, actieve doodswens` wringt met de beschermwaardigheid van het leven. De `consistentie, de vrijwilligheid en weloverwogenheid van een verzoek` moeten opgeschreven gaan worden door een stervenshulpverlener. Dit wordt daarna nogmaals getoetst door een onafhankelijke andere hulpverlener. Deze vorm van stervenshulp is zover bekend nog nergens anders in gebruik.

Bron: Profnews

Wet doorstroming huurmarkt aanvaard

Wet bevorderd flexibiliteit huurmarkt

De Eerste Kamer heeft onlangs gedebatteerd met minister Blok (Wonen en Rijksdienst) over de Wet doorstroming huurmarkt. Aan het einde van het debat werd het wetsvoorstel aanvaard. De fracties van SGP, CU, VVD, PVDA, CDA, D66 stemden voor. De fracties van SP, PvdD, PVV en GroenLinks stemden tegen.

Afwezig waren de fracties van de OSF en 50 PLUS. Op dinsdag 19 april wordt over een door senator Köhler ingediende motie gestemd. Lees verder “Wet doorstroming huurmarkt aanvaard”

Tewerkstellingsvergunning voor Japanse medewerkers

Vanaf 1 januari 2017 is een tewerkstellingsvergunning vereist voor Japanse werknemers die in Nederland willen werken.

Sinds een uitspraak van de Raad van State in december 2014 hebben Japanners vrije toegang tot de arbeidsmarkt. Dat komt door een clausule in het handelsverdrag Nederland-Japan (1912) en het NederlandsZwitsers Tractaat (1875) waarin staat dat Japanners gelijk worden behandeld als Zwitsers, die vrij zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. De Nederlandse en Zwitserse regering hebben een verduidelijking opgesteld bij het Tractaat waardoor Japanners die in Nederland willen komen werken een tewerkstellingsvergunning nodig hebben.

Lees verder “Tewerkstellingsvergunning voor Japanse medewerkers”

Borden milieuzone Utrecht onduidelijk, boete onterecht

Rechtbank Midden-Nederland (kantonrechter Utrecht) heeft op 11 juli 2016 een milieuzone boete teruggedraaid, omdat de borden onduidelijk zijn.

De Gemeente Utrecht probeert met een milieuzone oude dieselauto’s (van voor 2001) uit het centrum te weren.

Een automobilist kwam aanrijden vanaf de Adelaarstraat, Kaatstraat en sloeg linksaf de milieuzone bij Oudenoord in. Daarvoor kreeg hij een boete van €90 – een zogenaamde Mulder-beschikking of administratieve sanctie.

Lees verder “Borden milieuzone Utrecht onduidelijk, boete onterecht”

PvdA en ChristenUnie pakken incassobureaus aan


De PvdA en ChristenUnie willen veel strengere regels voor de ruim zeshonderd incassobureaus in ons land. Ze willen met een initiatiefwetsvoorstel de ,,cowboys” aanpakken ,,die met druk en intimidatie veel geld proberen te verdienen”.

Vorig jaar november waarschuwde de Autoriteit Consument & Markt (ACM) nog dat incassobureaus consumenten vaak confronteren met onterechte vorderingen, te hoge incassokosten berekenen en mensen op ontoelaatbare wijze onder druk zetten om rekeningen te betalen. En de Consumentenbond meldde in februari dat incassobureaus mensen onnodig bang maken met nepdagvaardingen.

Lees verder “PvdA en ChristenUnie pakken incassobureaus aan”

Aanbevelingen voor betere rechtsbijstandverlening

Meer regie door de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket en samenvoeging van beide organisaties met behoud van hun ‘sterke merknamen’.

Dit beveelt de commissie gesubsidieerde rechtsbijstand (‘commissie-Wolfsen’) aan in een rapport dat gisteren aan de minister van Veiligheid en Justitie is aangeboden. De commissie was in februari in het leven geroepen met 2 opdrachten. De eerste was om de oorzaken voor de stijging van de kosten voor gesubsidieerde rechtsbijstand te onderzoeken. De tweede opdracht was alternatieven aan te dragen voor een door het kabinet voorgestelde wijziging van het stelsel van rechtsbijstand. In afwachting van de bevindingen van de commissie-Wolfsen trok de toenmalige staatssecretaris Teeven zijn wetsvoorstel in. De Raad voor de rechtspraak constateerde in zijn wetgevingsadvies over dit voorstel dat de voorgestelde wijzigingen ‘te veel uit gaan van de zelfredzaamheid van burgers’.

Zwakke plekken

De commissie noemt in haar rapport een scala aan oorzaken en achtergronden van de ontwikkelingen in de uitgaven aan gesubsidieerde rechtsbijstand. Op basis hiervan wijst zij op een aantal zwakke plekken in het huidige stelsel, waaronder het ontbreken van goede coördinatie en een gebrekkige uitwisseling van informatie tussen partijen en instanties en het structureel niet innen van eigen bijdragen van rechtzoekenden. Er is sprake van ‘verbrokkeling’ van het huidige stelsel en ‘eenduidige sturing’ ontbreekt.

Mogelijkheden

De commissie-Wolfsen ziet mogelijkheden voor een betere rechtsbijstandverlening. Voor de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raad voor Rechtsbijstand ziet ze de opdracht weggelegd gezamenlijk te voorzien in adequate kwaliteitseisen. Deskundigheidseisen voor verschillende rechtsgebieden moeten over de hele linie op een hoger niveau komen te liggen en qua niveau met elkaar te vergelijken zijn. Ook adviseert de commissie het aantal rechtsterreinen waarop advocaten zaken kunnen aannemen, in overleg met de Orde, te beperken.
Regie
Verbetering van het stelsel gaat volgens de commissie Wolfsen niet zonder versterking van de regie hierover: ‘regie maakt het mogelijk het juiste werk toe te wijzen aan de juiste rechtsbijstandverlener’. Die regie moet er komen door ‘sterke intensivering’ van de samenwerking tussen Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket. Door de versterking van de regierol kan de eigen bijdrage die betaald moet worden voor rechtsbijstand van een advocaat, voor de meeste burgers met ongeveer een kwart lager, aldus de commissie, die samenvoeging van Raad voor Rechtsbijstand en Juridisch Loket adviseert.
De minister van Veiligheid en Justitie reageert in het voorjaar op het rapport.

Groot belang

In haar rapport onderstreept de commissie-Wolfsen het belang van gesubsidieerde rechtsbijstand. In haar voorwoord staat: ‘Vertrouwen in het recht en gelijkwaardige participatie van alle burgers binnen het recht zijn voorwaarden voor het goed functioneren van een sociale en democratische rechtsstaat. Dat betekent dat de toegang tot recht voor eenieder goed moet zijn geborgd; dat is de toegang die een rechtzoekende heeft tot informatie, overleg, onderhandeling en tot de rechter. Een (te) geringe financiële draagkracht mag er niet toe leiden dat redelijk handelende rechtzoekenden verstoken zijn of blijven van rechtsbijstand en van de rechter.’

Nieuwe wet maakt school stichten makkelijker

Dekker maakt stichten van scholen gemakkelijker

Het wordt eenvoudiger om een nieuwe school te stichten, ook als deze niet is gebaseerd op een katholieke, islamitische, antroposofische of andere levensbeschouwing. Binnenkort hoeven mensen die een school willen beginnen alleen nog te bewijzen dat er belangstelling is voor die school en dat de kwaliteit op orde is. Daarmee zal het onderwijs verder ontzuilen.

Staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) presenteerde woensdag een conceptwet die dit mogelijk moet maken. De wet ligt ter inzage op internet, waar iedereen erop kan reageren.

Het stichten van nieuwe scholen in Nederland is lastig, vooral als een school niet tot een erkende levensbeschouwelijke richting behoort. ‘De huidige wetgeving is gebaseerd op de archaïsche principes van de verzuiling’, zegt Dekker in een interview met de Volkskrant. ‘Vernieuwende initiatieven krijgen hierdoor te weinig kans.’

De roep om verandering van het systeem klinkt al jaren. In 1996 en 2013 pleitte de Onderwijsraad al voor de invoering van zogeheten ‘richtingsvrije planning’. Een eerdere poging om de wet aan te passen liep echter spaak.

Dekker wil scholen die zich baseren op levensbeschouwing wettelijk gelijkstellen aan scholen met een vernieuwend onderwijsconcept – zoals iPadscholen of scholen voor kleinschalig onderwijs. Daartoe schrapt hij het begrip ‘richting’ uit de wet. Wie een school wil oprichten hoeft straks alleen nog een plan te maken en te bewijzen dat er belangstelling is voor de school. De Onderwijsinspectie zal nog voordat de school start, de kwaliteit van het plan beoordelen.

Lees verder…

meldplicht datalekke: wat betekent dit voor u?

Per 1 januari 2016 is de meldplicht datalekken ingegaan. Deze meldplicht houdt in dat organisaties (zowel bedrijven als overheden) direct een melding moeten doen bij het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) zodra zij een ernstige datalek hebben.

Bij een datalek gaat het om toegang tot of vernietiging, wijziging of vrijkomen van persoonsgegevens bij een organisatie, zonder dat dit de bedoeling is van deze organisatie. Er is sprake van een datalek als er een inbreuk is op de beveiliging van persoonsgegevens (zoals bedoeld in artikel 13 van de Wet bescherming persoonsgegevens). Voorbeelden van datalekken zijn: een kwijtgeraakte USB-stick met persoonsgegevens, een gestolen laptop of een inbraak in een databestand door een hacker.

Treedt er bij uw organisatie een ernstig datalek op, dan bent u verplicht om een melding te doen bij het CBP. In bepaalde gevallen moet u ook de betrokkenen informeren over het datalek. Dat zijn de personen van wie u gegevens verwerkt. Wanneer u ten ontrechte een datalek niet meldt bij het CBP, dan kan het CBP u een boete geven. De maximale boete is € 810.000,-.

U kunt nu al preventieve maatregelen treffen. Zorg er allereerst voor dat u de persoonsgegevens die u verwerkt goed beveiligt. De Wbp geeft aan dat ze hiervoor passende technische en organisatorische maatregelen moeten nemen. Dit houdt in dat organisaties moderne techniek moeten gebruiken om persoonsgegevens te beveiligen. En dat ze niet alleen naar de techniek kijken, maar ook naar hoe ze als organisatie met persoonsgegevens omgaan. Wie heeft er bijvoorbeeld toegang tot welke gegevens?

Daarnaast kunt u bijvoorbeeld:

  • een goed incidentenbeheer inrichten;
  • beslissen wie in de organisatie datalekken gaat beoordelen en melden bij  het CBP;
  • nadenken over hoe u de betrokkenen gaat informeren bij een datalek;
  • nadenken over hoe u wilt omgaan met signalen uit de buitenwereld over mogelijke datalekken;
  • afspraken met uw bewerkers controleren.

Elke ondernemer krijgt met deze wet te maken, omdat in elke onderneming of bedrijf data zijn opgeslagen die privacy gevoelig zijn. Denk maar aan personeelsadministratie en ziekteverzuimregistratie. Daarnaast zullen accountants, notarissen, advocaten maar ook medici de komende periode nog kritischer moeten kijken naar de beveiliging van hun netwerk. De gegevens van hun cliënten zijn per definitie privacygevoelig en vallen ook onder het beroepsgeheim. Het hebben van een extern ICT bedrijf dat service en onderhoud verricht, ontslaat de ondernemer niet van zijn verantwoordelijkheid. Het is dus zaak om de overeenkomst met de ICT, inclusief eventueel de algemene voorwaarden, na te kijken op het aspect beveiliging en zo nodig een aanvullende overeenkomst op te stellen, waarin duidelijk staat dat het ICT instaat voor de goede beveiliging van het bedrijfsnetwerk. Daarbij is het gebruik van virusscanner, firewall en regelmatige update van beveiligingssoftware vereist. Een Window XP besturingssysteem is dan ook definitief exit.

Dan zijn we er nog niet. Ook het eigen personeel moet duidelijk worden gemaakt dat recreatief surfen onder werktijd en het klakkeloos gebruik van USB sticks van onbekende herkomst fatale gevolgen kan hebben. En dan gaan we er maar vanuit dat het wachtwoord bij het inloggen ‘sterk’ is en regelmatig wijzigt. Er is nog veel te doen, want er blijken nog genoeg wachtwoorden met Admin, welkom01 of de naam van een huisdier te worden gebruikt.

Bron: Actuele artikelen