Onder `overgang van onderneming’ wordt volgens de wet verstaan: `overgang van een onderneming of een onderdeel daarvan ten gevolge van een overeenkomst, in bijzonderheid een overeenkomst tot verkoop, verhuur, verpachting of uitgifte in vruchtgebruik’. Belangrijk gevolg is dat de rechten en verplichtingen van werknemers van rechtswege overgaan van vervreemder op verkrijger.
De wettelijke regeling is gebaseerd op een Richtlijn van de Europese Unie. De hoogste rechter die beslist over de uitleg van de Richtlijn is het Hof van Justitie (HvJ). In een aantal uitspraken heeft het HvJ de Richtlijn in de praktijk toegepast. Zo werd beslist dat er geen directe overeenkomst behoeft te bestaan tussen vervreemder en verkrijger, maar dat de overgang ook indirect, bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke opdrachtgever, geregeld kan worden. In het zogenaamde Redmond-arrest besloot de overheid de subsidiëring van een rechtspersoon te beëindigen met het gevolg dat deze rechtspersoon haar activiteiten volledig en definitief moest staken. Vervolgens werd de subsidie overgedragen aan een andere rechtspersoon met een soortgelijke doelstelling. Hier werd `overgang van onderneming’ aangenomen.
Contractswisseling In het licht van de jurisprudentie deed zich de vraag voor of er ook sprake is van overgang van onderneming indien een opdrachtgever de aan een opdrachtnemer uitbestede dienstverlening beëindigt en vervolgens een andere opdrachtnemer inschakelt. Dit wordt contractswisseling genoemd.
In het Süzen-arrest heeft het HvJ geoordeeld dat niet reeds op grond van de omstandigheid dat de vorige en de nieuwe opdrachtgever vergelijkbare diensten verrichten, kan worden geconcludeerd dat er sprake is van overdracht van onderneming. Voor de thuiszorg werd dit kort geleden herhaald in de Hidalgo-uitspraak. Maar het HvJ geeft daarbij een belangrijke nuancering. Voorzover in bepaalde sectoren, waarin de arbeidskrachten de voornaamste factor zijn bij de activiteit, een groep werknemers die duurzaam een gemeenschappelijke activiteit verricht een economische eenheid kan vormen, kan een dergelijke eenheid haar identiteit ook na de overdracht behouden wanneer de nieuwe ondernemer niet alleen de betrokken activiteit voortzet, maar ook een wezenlijk deel – qua aantal en deskundigheid – van het personeel dat zijn voorganger speciaal voor die taak had ingezet overneemt. In dat geval verwerft de nieuwe ondernemer namelijk het georganiseerde geheel van elementen waarmee de activiteiten of bepaalde activiteiten van de overdragende onderneming duurzaam kunnen worden voortgezet.
Conclusie Ook bij contractswisseling kan er sprake zijn van `overgang van onderneming’ . Het gevolg daarvan is dat niet een beperkt aantal werknemers, maar alle werknemers van rechtswege overgaan op de verkrijgende onderneming. En dit zal meestal niet de bedoeling zijn.
augustus 1999