De grootste angst voor een crediteur is dat een debiteur failliet gaat. Wat moet een crediteur doen op het moment dat hij kennis neemt van het faillissement van een debiteur. Moet hij zijn vordering indienen en wat er gebeurt er vervolgens?
Het faillissement is te beschouwen als een algemeen gerechtelijk beslag op de bezittingen van de gefailleerde dat effectief is vanaf 00.00 uur van de dag waarop het faillissement is uitgesproken. De taak van de curator is het afwikkelen van lopende verplichtingen en het te gelde maken van bezittingen ten behoeve van de crediteuren. Met name in de eerste dagen is de curator veelal bezig noodverbanden aan te brengen om kosten te besparen en bezittingen te verkopen.
Indienen vordering en opvragen informatie
Zoals gesteld gaat de faillissementswet uit van de fictie dat het faillissement bekend is vanaf de dag (00.00 uur) van het uitspreken ervan.
De meeste crediteuren vernemen echter van het faillissement doordat zij in reactie op een aanmaning die zij aan een debiteur verzenden een kort briefje ontvangen van een curator. Na dit ontvangstbevestigingsbriefje komt meestal de grote stilte. De curator is doende met de afwikkeling en zal de crediteuren normaliter tussentijds niet nader informeren. Crediteuren willen vanzelfsprekend op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid omtrent de kansen op een uitkering, terwijl de curator lopende het faillissement niet altijd een goede inschatting kan geven en een faillissement vaak langere tijd (soms jaren) kan slepen. Crediteuren kunnen tussentijds informatie verkrijgen via het driemaandelijkse openbare faillissementsverslag dat de curator op de griffie van de rechtbank waar het faillissement is uitgesproken moet deponeren. Het verslag is gratis in te zien en kopieën zijn verkrijgbaar, zij het niet bij alle rechtbanken gratis. In de meeste gevallen (ongeveer 95%) blijft er na de afwikkeling niets over voor de gewone crediteuren. Toch heeft het zin een vordering in te dienen. Met de (slot)brief van de curator waarin is opgenomen dat er geen uitkering is gedaan, kan de crediteur de afgedragen BTW terugvorderen van de fiscus.
augustus 1999