huwelijkse voorwaarden
Wanneer twee mensen in het huwelijk treden, ontstaat er in ons land automatisch een gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle goederen en alle schulden van de gehuwden vanaf het huwelijk in één gemeenschap vallen. Alle goederen en schulden zijn dus van de partners gezamenlijk. Niet elk koppel staat achter deze gang van zaken en daarom opent de wet de mogelijkheid om deze gemeenschap van goederen uit te sluiten. Dit gebeurt door zogenaamde huwelijkse voorwaarden op te maken. De echtgenoten kunnen zo, in een overeenkomst, regelen welke rechten er rond hun eigendom en inkomen gelden. Deze regeling geldt ook voor mensen die een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan. In dat geval wordt wel gesproken van partnerschapsvoorwaarden.
Het voortraject
In het Nederlandse recht kennen wij contractsvrijheid. Hierdoor kunnen partijen voor een groot deel zelf bepalen wat zij contractueel met elkaar willen afspreken. Nu de huwelijkse voorwaarden in een overeenkomst worden vastgelegd, betekent dit dat partijen ook in deze situatie zelf veel zaken kunnen regelen die niet in de wet staan. Toch kent de wet ook een aantal bepalingen van dwingend recht. Partijen dienen zich bij het sluiten van de overeenkomst aan deze bepalingen te houden, hier kan dus niet door middel van een overeenkomst van worden afgeweken. Voorbeelden zijn de onderhoudsplicht en gezinsbeschermende bepalingen.
Bij het opmaken van huwelijkse voorwaarden is het van belang dat naar een aantal dingen zeker wordt gekeken. Dit zullen vooral zaken zijn die te maken hebben met het vermogen van de gehuwden. Het gaat dan bijvoorbeeld om de vraag hoe men het vermogen van de echtgenoten moet verdelen wanneer het tot een scheiding komt. Men moet bijvoorbeeld vastleggen hoe eventueel pensioen moet worden verdeeld en hoe men omgaat met een bedrijf dat in de gemeenschap zou vallen wanneer niks geregeld is. Deze regelingen opstellen is erg lastig aangezien de overeenkomst vaak voor een langere tijd wordt aangegaan. Het is moeilijk om zaken af te spreken die toekomstig zijn. ▲
De mogelijkheden
Er zijn voor partijen een aantal mogelijkheden voor het vastleggen van huwelijkse voorwaarden. We kennen de koude uitsluiting, de beperkte gemeenschap en het verrekenstelsel. Binnen het verrekenstelsel en de beperkte gemeenschap bestaan weer een aantal subcategorieën. ▲
De koude uitsluiting
Als partijen besluiten om hun eigendom en inkomsten op geen enkele manier met elkaar te delen, dan spreekt men wel van koude uitsluiting. In de huwelijkse voorwaarden spreekt men af dat beide partijen een afgesloten vermogen zullen houden. Beide personen houden dan hun eigen bezit. De inkomsten uit arbeid komen toe aan de persoon die deze inkomsten verwerft. Er zijn dan dus twee privévermogens, er is geen gemeenschappelijk vermogen. Bij een scheiding zal er dus ook niets verdeeld hoeven worden. Wanneer één van de partijen geen eigen vermogen of inkomsten heeft, kan dit stelsel leiden tot zeer onrechtvaardige situaties. Deze vorm van huwelijkse voorwaarden zal bijvoorbeeld worden toegepast wanneer de ene partij veel meer vermogen heeft dan de ander. Dat zien we vaak bij oudere mensen die in het huwelijksbootje stappen. Om al te ongerechtvaardigde situaties te voorkomen, worden vaak de hieronder te bespreken verrekenbedingen opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. ▲
De beperkte gemeenschap
Bij een beperkte gemeenschap is een deel van het vermogen van partijen gemeenschappelijk en een deel van hun vermogen is privé. We kennen bijvoorbeeld de gemeenschap van inboedel, waarbij alleen de inboedel van het huis gemeenschappelijk vermogen is. De rest van het vermogen dat partijen zullen verkrijgen is dan privévermogen. Ook bestaat er een mogelijkheid om een gemeenschap van woonhuis aan te gaan. Hierbij valt alleen het woonhuis in de gemeenschap, de rest valt er dan weer buiten. Als laatste kunnen partijen kiezen voor een gemeenschap van goederen met uitsluiting van bepaalde goederen. De gehuwden kunnen dan zelf kiezen welke goederen wel en welke niet in de gemeenschap zullen vallen. Deze soort huwelijkse voorwaarden komen in de praktijk steeds minder voor. ▲
Verrekenstelsels
Door het toevoegen van een verrekenbeding bij een algehele uitsluiting van elke gemeenschap van goederen kunnen de bezwaren van een koude uitsluiting enigszins worden opgelost. Een verrekenbeding is een afspraak die in de huwelijkse voorwaarden is genoteerd over verrekening van bepaald vermogen of van bepaalde inkomsten. Zo kunnen partners elkaar uitsluiten van alles, maar toch een verdeling toestaan door zelf het één en ander te regelen.
We kennen een aantal verrekenstelsels. Allereerst de gemeenschap van vruchten en inkomsten. Wanneer men dit beding in de huwelijkse voorwaarden opneemt, blijft alles wat de partijen voor het huwelijk hebben verkregen buiten de gemeenschap. Alles wat de gehuwden binnen het huwelijk krijgen, valt in de gemeenschap. Een goed valt niet in de gemeenschap wanneer dit voor meer dan de helft van de prijs betaald is uit het privévermogen van één van de partners. Let op: erfenissen en schenkingen die tijdens het huwelijk worden ontvangen vallen niet in de gemeenschap. Gelijk aan dit stelsel is de gemeenschap van winst en verlies. Op één punt is dit echter anders: schulden worden bij scheiding gelijk verdeeld.
Tegenwoordig wordt in huwelijkse voorwaarden vaak een periodiek verrekenbeding opgenomen. In dat geval worden de inkomsten die jaarlijks bij beide echtgenoten binnen komen verrekend. Dit zullen meestal de inkomsten uit arbeid betreffen. Veel echtgenoten hebben een dergelijke beding in hun huwelijkse voorwaarden opgenomen. Dit verplicht hen er dus eigenlijk toe om elkaar jaar de inkomsten te verdelen. Logischerwijs zijn er veel stellen die dit niet doen of niet lang volhouden. Daarom wordt vaak naast een periodiek verrekenbeding ook nog een finaal verrekenbeding opgenomen in de huwelijkse voorwaarden. Wanneer de partners gaan scheiden zal het vermogen wat er op dat moment is, als nog worden verrekend. Men kan ook alleen een finaal verrekenbeding overeenkomen. Zie het artikel over verrekenbedingen. ▲