Kennisneming van algemene Voorwaarden

In offertes, orderbevestigingen en koopcontracten wordt veelal verwezen naar algemene voorwaarden die van toepassing worden verklaard. Pas als er een geschil ontstaat en de verkoper zich op een bepaling uit deze algemene voorwaarden beroept, verweert de koper zich nogal eens met de stelling deze voorwaarden nooit te hebben ontvangen. Kan de verkoper zich dan toch hierop beroepen? Algemene voorwaarden hebben het karakter van contractuele bedingen. Zij gaan tot de inhoud van het contract behoren na aanbod (door verkoper) en aanvaarding (van koper).

Vanaf 1992 geldt een wettelijke regeling die met name kleine ondernemers en consumenten bescherming bieden. Eén van deze bepalingen behelst dat de gebruiker van de algemene voorwaarden (’verkoper’) aan de wederpartij deze voorwaarden ter hand moet stellen, vóór of bij het aangaan van de overeenkomst. Laat de gebruiker dit na, dan zullen alle voorwaarden (uitzonderingen daargelaten) vernietigbaar zijn. Hoe te bewijzen? Het is voor de gebruiker van algemene voorwaarden niet gemakkelijk te bewijzen dat de wederpartij de voorwaarden werkelijk heeft ontvangen. Is er iets te doen aan dit, in de praktijk vaak ondervonden, bewijsprobleem?
Van belang is de zaak in 1998 beoordeeld door het Hof Arnhem. Tussen W. Poppeliers Meubelen B.V. en mevrouw Veenstra, een consument, werd in 1995 een koopovereenkomst gesloten.

Onderaan de schriftelijke overeenkomst werd vermeld dat mevrouw Veenstra de gelding aanvaardde van de algemene voorwaarden en dat zij, en daar gaat het om, deze voorwaarden had ontvangen. Tijdens een later ontstaan geschil tussen partijen beriep Poppeliers zich op de algemene voorwaarden. Mevrouw Veenstra stelde de algemene voorwaarden nooit te hebben ontvangen. Het Hof bepaalde dat mevrouw Veenstra terecht een beroep op de vernietigingsgrond deed stellende dat ze de voorwaarden niet had ontvangen. Een standaardbeding waarmee de wederpartij verklaart algemene voorwaarden te hebben ontvangen, is op zich zelf weer een algemene voorwaarde die vernietigbaar (want onredelijk bezwarend) is. Daarmee is duidelijk geworden dat de creatieve oplossing om te ontkomen aan het bewijsprobleem geen oplossing blijkt te zijn. De les die uit de uitspraak van het Hof moet worden geleerd, is dat de feitelijke terhandstelling van algemene voorwaarden en het bewijs daarvan een uiterst serieus te nemen aspect blijft van de algemene voorwaarden-regelgeving.

september 2002