Kan een verzoek tot het ten uitvoerleggen van een uitspraak bij lijfsdwang in een arbeidsrechtelijk geschil worden toegekend? Op 28 juni 2011 heeft de voorzieningenrechter bij de Rechtbank Breda een dergelijk verzoek gehonoreerd. Een werknemer was met zijn werkgever een concurrentie- en een relatiebeding overeengekomen. Nadat de werknemer de arbeidsovereenkomst had opgezegd, verrichtte hij activiteiten die in strijd waren met het concurrentie- en het relatiebeding.
De werknemer was door de rechter in eerste instantie en ook in hoger beroep veroordeeld tot nakoming van het concurrentie- en relatiebeding. Ook diende de werknemer aan de werkgever een lijst te verschaffen van namen van klanten met wie hij contact had gehad. De werknemer hield zich niet aan de uitspraken van de rechtbank en het Hof. Hij handelde nog altijd in strijd met het concurrentie- en het relatiebeding.
De werkgever heeft zich vervolgens tot de voorzieningenrechter bij de Rechtbank Breda gewend. De werkgever meende dat hij geen andere mogelijkheid had om de werknemer te stoppen met zijn activiteiten dan de uitspraak van het Hof kracht bij te zetten door de werknemer in gijzeling te doen stellen. De voorzieningenrechter heeft in de voorliggende casus geoordeeld dat de werkgever aannemelijk had gemaakt dat een ander dwangmiddel dan lijfsdwang onvoldoende succes zou hebben en het belang van de werkgever tot nakoming van de uitspraak van het Hof zo groot was, dat de werkgever verlof kreeg om de gegeven veroordeling ten aanzien van het concurrentie- en relatiebeding ten uitvoer te leggen bij lijfsdwang.