Een werknemer van een bank wordt op staande voet ontslagen. Hij spreekt met zijn oude werkgever af dat deze niets over de zaak zal zeggen tegen een andere bank. Is het slecht werkgeverschap als de bank de nieuwe werkgever toch waarschuwt?
De werknemer verliest zijn baan na afloop van een compliance onderzoek. Hij vecht zijn ontslag op staande voet aan. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst en kent de man een ontslagvergoeding toe van 110.000 euro. Tijdens de ontslagzaak is al duidelijk dat de man kans maakt op een baan bij een andere bank. Zijn werkgever zegt toe alleen te zullen zeggen dat de werknemer op staande voet is ontslagen en de andere bank voor meer informatie te verwijzen naar de werknemer zelf.
De man krijgt inderdaad een jaarcontract bij de andere bank. Een ontbindende factor voor het contract is dat er tijdens de ontslagzaak geen zaken naar voren komen die een negatieve screening tot gevolg hebben. Als de nieuwe werkgever nadere referenties opvraagt, zegt de oude werkgever opnieuw dat de man op staande voet is ontslagen en voegt daaraan toe: “Het moge duidelijk zijn dat wij hiertoe slechts overgaan bij zeer ernstige gedragingen die voor onze organisatie onacceptabel zijn.”
Hierop wordt de arbeidsovereenkomst met de werknemer ook door zijn nieuwe werkgever beëindigd met een vaststellingsovereenkomst en een ontbindingsvergoeding van 55.000 euro.
De werknemer vindt dat zijn oude werkgever zich als slecht werkgever heeft gedragen door zich op deze wijze over hem uit te laten, nadat hij eerder had beloofd voor verdere referenties naar de werknemer te verwijzen. Hij eist een schadevergoeding van 745.936,51 euro, vermeerderd met rente en kosten.
De rechter ziet het toch anders. De toezegging van de voormalig werkgever kan niet worden opgevat als een verplichting tot absolute geheimhouding. De werkgever heeft bovendien niets anders gezegd dan de werknemer zelf tijdens de ontslagzaak heeft verklaard. Het is eigen aan een ontslag op staande voet dat daartoe slechts bij zeer ernstige gedragingen kan worden overgegaan, dus het is geen slecht werkgeverschap dat de oude werkgever deze toevoeging heeft gedaan. De Wet beperking persoonsgegevens is niet geschonden toen de oude werkgever persoonsgegevens verstrekte aan de nieuwe werkgever, omdat de werknemer uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven om alle relevante informatie door te geven voor het integriteitsonderzoek van de nieuwe werkgever.
De rechter draagt de werknemer daarom op om te bewijzen dat zijn nieuwe werkgever de arbeidsovereenkomst alleen heeft verbroken vanwege de uitlatingen van zijn voormalige baas, én om te bewijzen dat zonder deze uitlatingen de arbeidsovereenkomst zou zijn blijven bestaan tot zijn pensioengerechtigde leeftijd. Alleen hiermee kan hij zijn claim voor een schadevergoeding onderbouwen.