Onlangs is in de Eerste Kamer nieuwe wetgeving goedgekeurd die ingrijpende gevolgen heeft voor het kooprecht. Deze nieuwe wetgeving voorziet in consumentenbeschermende bepalingen van koop van onroerend goed. In de woningmarkt gaan woningen vaak als warme broodjes over de toonbank. Een telefoontje naar de makelaar is in principe voldoende om de koop van een woning tot stand te brengen. Hierdoor kan de situatie ontstaan dat een geïnteresseerde door een (terloopse) mondelinge aanvaarding van een aanbod gebonden is aan een koopovereenkomst.
De wetgever vond het bij een dermate belangrijke aankoop als de koop van de woning wenselijk om de consumentkoper te beschermen. Nieuwe wetgeving De bescherming van de consument-koper bestaat in de eerste plaats uit de wettelijke eis dat koopovereenkomsten niet meer mondeling, doch slechts schriftelijk tot stand kunnen komen. In de tweede plaats heeft de consument-koper binnen de nieuwe wetgeving een bedenktijd van drie dagen waarbinnen hij zonder opgave van reden de koopovereenkomst kan ontbinden.
Gedurende deze bedenktijd heeft hij de mogelijkheid om een deskundige (bijvoorbeeld een makelaar) te raadplegen en wordt hem de mogelijkheid geboden om onder een overhaaste koop uit te komen. De bedenktijd vangt aan op de dag na die waarop aan de koper (een afschrift van de) getekende koopovereenkomst ter hand is gesteld. De bedenktijd is kort gehouden, omdat de verkoper ook weer niet te lang in onzekerheid mag verkeren over het al dan niet definitief worden van de koop. In de derde plaats heeft de koper de mogelijkheid om de koopovereenkomst in de openbare registers in te schrijven. Gedurende zes maanden na deze inschrijving is de koper onder meer beschermd tegen een faillissement van de verkoper, beslagen op het gekochte en vervreemdingen of bezwaringen die kunnen ontstaan na de inschrijving. Conclusie Op het eerste gezicht biedt de nieuwe wetgeving de consument-koper de bescherming die is beoogd. De praktijk zal uitwijzen of de consument-koper daadwerkelijk voldoende wordt beschermd. De bedoeling is dat de nieuwe wetgeving per 1 januari 2003 wordt ingevoerd. Door de recente val van het kabinet is het echter de vraag of dit haalbaar zal zijn.
december 2002