Rookverbod op het werk?

In een kort geding dat een werkneemster van PTT Post had aangespannen tegen haar werkgever heeft de rechtbank in Breda eind april 2000 beslist dat PTT Post in de betreffende vestiging binnen veertien dagen een algeheel rookverbod moest instellen voor de eigen werknemers.

Daarnaast moeten er speciale ruimten komen waar gerookt kan worden zonder dat niet-rokers last ondervinden van de rook. Werkgevers dienen zodanige maatregelen te nemen dat voorkomen wordt dat werknemers gezondheidsklachten krijgen.

De werkneemster van PTT Post ondervond tijdens haar werk veel last van rokende collega?s. Mede door haar astmatische overgevoeligheid voor rook kreeg zij gezondheidsklachten, zoals neus- en keelontstekingen. Doordat provisorische maatregelen die door de werkgever genomen werden, niet het gewenste effect sorteerden, eiste de werkneemster een algeheel rookverbod. Hierin heeft de rechter haar gelijk gegeven.

Verplichting werkgever

De uitspraak van de rechter is niet alleen gebaseerd op de wettelijke verplichting van werkgevers om te zorgen voor een veilige en gezonde werkomgeving, maar ook op een kabinetsstandpunt dat is neergelegd in een wijzigingsvoorstel voor de Tabakswet. Hierin is opgenomen dat voor tabaksrook geen veilige ondergrens valt te bepalen. De rechter heeft hieruit de conclusie getrokken dat de werkgever dient te waarborgen dat niet-rokende werknemers zich tijdens werkzaamheden en pauzes bevinden in een omgeving die vrij is van tabaksrook.

Speciale ruimten

Gezien de wettelijke bepalingen en de uitspraak van de rechtbank in Breda is het werkgevers aan te raden zoveel mogelijk te zorgen voor enerzijds rookvrije werkruimten en anderzijds voor speciale ruimten waar rokers kunnen voorzien in hun nicotine-behoefte zonder overlast te veroorzaken bij niet-rokende collega’s.

november 2000