Repetitive Strain Injury ook wel RSI geheten is de verzamelnaam voor een aantal aandoeningen aan gewrichten van de bovenste extremiteit door steeds terugkerende spanning of beweging. RSI is zelf geen aandoening of medische diagnose, eerder kan worden gesproken van een verlegenheidsdiagnose. Wanneer een relatie tussen het werk en het ontstaan van ziekten als het carpaaltunnel-syndroom of de tenniselleboog aannemelijk is, mag evenwel van een RSI worden gesproken. In hoeverre is de werkgever hiervoor aansprakelijk?
Daar waar handen, polsen, ellebogen, schouders en nek te lang of te vaak achtereen worden belast met eenzijdig en repeterend werk kan RSI ontstaan. Weinig afwisselend werk, een te eenzijdig takenpakket en de ergonomie van menig werkplek zijn veelal de boosdoener. Wanneer binnen het werk steeds dezelfde handelingen zich met een korte cyclus herhalen, kunnen hooguit een ideaal ingerichte werkplek en de mogelijkheid om geregeld rust of pauze te nemen, problemen voorkomen. Klachten manifesteren zich in de vorm van pijn, tintelingen en krachtverlies. Uit recentelijk onderzoek is gebleken dat in Nederland zo’n 2.000.000 mensen tot de risicogroep behoren. In het bijzonder beeldschermwerkers vormen een risicogroep. RSI is dus te beschouwen als een beroepsziekte die een belangrijke schadelast voor veel werkgevers en assuradeurs dreigt te worden.
Aansprakelijkheid van de werkgever?
Een relevant wetsartikel is artikel 7:658 BW dat uitgaat van de zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid van de werknemer. In lid 1 van dit artikel is een aantal veiligheidsverplichtingen geformuleerd. Deze zorgplicht van de werkgever voor de veiligheid van de werknemer strekt zover als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Aangezien absolute veiligheid niet bestaat, dient in een concreet geval vastgesteld te worden in hoeverre de werkgever aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Het betreft hier overigens een geobjectiveerde zorgplicht. Met subjectieve omstandigheden wordt geen rekening gehouden.
Risicoinventarisatie en -evaluatie
Sinds 1 januari 1994 bestaat voorts de verplichting voor ieder bedrijf om een zogeheten risicoinventarisatie en -evaluatie uit te voeren.
Daarvoor moet een gecertificeerde Arbodienst worden ingeschakeld, zulks overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet. De werkplek, functieomschrijving en de organisatie van de werkgever zullen door een in te schakelen deskundige tegen het licht moeten worden gehouden. Indien de werkgever op basis van een deugdelijke risicoinventarisatie alsmede van hierop gebaseerde maatregelen aannemelijk kan maken dat voorzorgsmaatregelen ter bestrijding van RSI zijn genomen, dan wordt deels voldaan aan zijn zorgplicht zoals omschreven in lid 1 van voornoemd artikel. Een serieuze benadering van de arbeidsomstandigheden verdient daarom de voorkeur.
Verzekerbaarheid risico
Een niet onbelangrijk aspect is tevens de verzekerbaarheid van het risico. Het is niet uitgesloten bij uitblijven van het nemen van voorzorgs- dan wel preventieve maatregelen dat de AVB-assuradeur van de werkgever zich beroept op verval van polisdekking. Met name in die gevallen waarbij geen publiekrechtelijke maatregelen zijn genomen in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. De consequentie hiervan is dat de werkgever zelf moet opdraaien voor de schadelast, welke bijzonder hoog kan oplopen. Hierbij moet namelijk niet alleen worden gedacht aan de personenschade van de werknemer maar ook aan de regresvordering van bijvoorbeeld de bedrijfsvereniging die een WAO-uitkering aan de blijvend arbeidsongeschikte werknemer betaalt.
Praktische wenk voor de werkgever
Een preventief beleid bestaand uit een deugdelijke risicoinventarisatie van de werkomstandigheden alsmede hierop gebaseerde veiligheidsmaatregelen kan de vestiging van de werkgeversaansprakelijkheid met betrekking tot de RSI-claim van de werknemer voorkomen. De beoordeling van RSI-gevoelige werkomstandigheden zal moeten plaatsvinden door een deskundige waarbij in eerste instantie moet worden gedacht aan de specifieke deskundigheid van de betreffende branchegebonden ARBO-dienst. Een bijkomstig feit van de naleving van de verplichtingen zoals opgenomen in de Arbeidsomstandighedenwet is dat hiermee een beroep op verval van polisdekking aan de zijde van de AVB-assuradeur wordt uitgesloten.
augustus 2000