Strenger optreden tegen drugs in verkeer

De opsporing en aanpak van drugs in het verkeer wordt verbeterd doordat automobilisten, motorrijders en bromfietsers door de politie verplicht kunnen worden om mee te werken aan het afnemen van speeksel met behulp van een zogeheten speekseltester, die vrij eenvoudig vaststelt of iemand drugs heeft gebruikt. Er kan hierdoor strenger en gemakkelijker tegen bestuurders van motorrijtuigen worden opgetreden.

Rijden onder invloed van drugs wordt apart strafbaar gesteld. Een lijst met veelvoorkomende drugs geeft precies aan boven welke waarden het gebruik gevaar voor het verkeer oplevert. Zo mag de meetbare stof amfetamine en cocaïne in het bloed van de bestuurder niet hoger zijn dan 50 microgram per liter bloed. In het geval van cannabis is voor de meetbare stof tetrahydrocannabinol een grens vastgesteld van 3,0 microgram per liter bloed. De lijst is begin dit jaar samengesteld door een adviescommissie van acht deskundigen uit Nederland, België en Duitsland, onder leiding van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

De speekseltester is een voorselectiemiddel. Omdat hij niet exact aangeeft hoeveel van welke drug de bestuurder heeft gebruikt, blijft de analyse van het afgenomen bloed als bewijsmiddel gelden. Speekselonderzoek is te vergelijken met het voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht bij een alcoholtest. Is de speekseltest positief dan gaat de bestuurder als verdachte mee voor bloedonderzoek door het NFI.

. . . lees verder op Internet

Oktober 2010