Surseance van betaling; voorportaal of reddingsboei?

Wanneer een surseance van betaling ter sprake komt, dan wordt dit veelal geassocieerd met het voorportaal van een faillissement. De schuldenaar probeert nog wat zaakjes (al dan niet duister) te regelen alvorens de zaak te laten klappen. Dit is evenwel niet waarvoor de regeling is geschreven. Een korte kenschets van een miskende regeling. Een surseance van betaling kan worden gekarakteriseerd als een algemeen uitstel van betaling op eigen verzoek, door de rechtbank aan de schuldenaar verleend. Door de surseance wordt de schuldenaar een zekere rustpauze verleend, die zal moeten worden gebruikt om de financiële problemen (langzamerhand) weer de baas te worden. Een surseance werkt alleen tegenover gewone (concurrente) crediteuren en niet ten aanzien van natuurlijke personen zonder beroep en/of bedrijf. Bij het uitspreken van de voorlopige surseance wordt tevens een bewindvoerder benoemd die samen met de schuldenaar het bewind over de zaken voert. De rechtbank zal voorts de datum bepalen waarop in een crediteurenvergadering zal worden gestemd over de =definitieve= verlening van de surseance; dat is (in beginsel) anderhalf jaar.

Gedurende die periode voeren de schuldenaar en de bewindvoerder samen het bewind en gaan zij na in hoeverre schuldeisers een akkoord kan worden aangeboden. Door het aanbieden van een akkoord aan de schuldeisers, waarin deze een bepaald gedeelte van hun vorderingen worden toegezegd tegen finale kwijting voor het overige, kan het de schuldenaar lukken uit het financiële dal te geraken. Na de afwikkeling van het door de schuldeisers geaccepteerde akkoord kan de surseance worden opgeheven en kan het bedrijf (zonder bewindvoerder) zelfstandig verder. Tijdig aanvragen Zijn de problemen zo groot geworden dat in feite van een faillissementssituatie kan worden gesproken, dan zal een aanvraag van de surseance van betaling de schuldenaar in de regel niet meer baten. Dit laatste doet zich in de praktijk maar al te vaak voor, zodat van de heilzame werking van de surseance niet veel terechtkomt. Het is daarom zaak in geval van problemen tijdig een surseance aan te vragen en niet te wachten tot het water aan de lippen staat.

november 1999