Het Didam-arrest: Eenvoudig uitgelegd

Het Didam-arrest benadrukt gelijke kansen en transparantie bij vastgoedverkopen door overheden. De rechtspraak breidt deze principes uit, met vernietigbaarheid van onrechtmatig gesloten overeenkomsten als gevolg. Belangrijke ontwikkelingen in 2024 hebben verduidelijking gebracht. Tags: Didam-arrest, transparantie, vastgoedverkoop, bestuursrecht, vernietigbaarheid, juridische risico’s.

Het Didam-arrest van de Hoge Raad (Het Didam-arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:1778) heeft fundamentele consequenties gehad voor hoe overheden onroerend goed mogen verkopen. Het arrest verplicht overheden om bij dergelijke verkopen gelijke kansen te bieden aan alle geïnteresseerde partijen. Dit is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel en transparantie die voortvloeien uit artikel 3:14 van het Burgerlijk Wetboek, dat overheden verbiedt hun bevoegdheden te gebruiken in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.​) heeft fundamentele consequenties gehad voor hoe overheden onroerend goed mogen verkopen. Het arrest verplicht overheden om bij dergelijke verkopen gelijke kansen te bieden aan alle geïnteresseerde partijen. Dit is gebaseerd op het gelijkheidsbeginsel en transparantie die voortvloeien uit artikel 3:14 van het Burgerlijk Wetboek, dat overheden verbiedt hun bevoegdheden te gebruiken in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

De Kern van het Didam-arrest

Volgens de Hoge Raad mag een overheidsinstantie slechts exclusief onderhandelen met één partij als vooraf objectief en transparant kan worden vastgesteld dat er maar één serieuze kandidaat is. Is dat niet het geval, dan moet de overheid een openbare en transparante procedure volgen. Dit garandeert dat iedereen een eerlijke kans krijgt om mee te dingen naar het vastgoed​​.

Gevolgen voor Overeenkomsten

Na het Didam-arrest zijn overeenkomsten die in strijd met deze regels zijn gesloten, vernietigbaar. Dit betekent dat dergelijke overeenkomsten via een rechter ongeldig kunnen worden verklaard, vaak met terugwerkende kracht. Dit kan leiden tot aanzienlijke financiële en juridische risico’s voor betrokken partijen​​.

Recente Ontwikkelingen in de Rechtspraak

  1. Uitbreiding en Toelichting: De Hoge Raad verduidelijkte in 2024 (ECLI:NL:HR:2024:1661) de reikwijdte van het Didam-arrest. De nadruk ligt op een gedetailleerde onderbouwing van de vraag waarom een exclusieve onderhandeling gerechtvaardigd is​.
  2. Toepassing op Lopende Contracten: Jurisprudentie laat zien dat lopende contracten, gesloten vóór het arrest, ook onder het Didam-arrest kunnen vallen. Dit versterkt de noodzaak voor overheden om transparantie achteraf aan te tonen​.
  3. Praktische Implicaties voor Partijen: Zowel overheden als marktpartijen moeten extra alert zijn. Marktpartijen hebben recht op juridische stappen bij vermoeden van onrechtmatige bevoordeling. Voor overheden betekent dit een grotere administratieve last en een hogere kans op juridische conflicten​​.

Praktische Tips voor Overheden en Marktpartijen

  • Overheden: Zorg voor een openbare aankondiging bij vastgoedverkopen en motiveer exclusieve onderhandelingen objectief. Raadpleeg juridische expertise om risico’s te minimaliseren.
  • Marktpartijen: Controleer of procedures transparant zijn verlopen. Indien nodig, vraag juridische toetsing van de rechtmatigheid van gesloten overeenkomsten.

Conclusie

Het Didam-arrest heeft de positie van transparantie en gelijkheid in het bestuursrecht versterkt. Zowel overheden als marktpartijen moeten hun werkwijze aanpassen om risico’s te vermijden. Voor overheden ligt de nadruk op een zorgvuldige en objectieve verkoopprocedure, terwijl marktpartijen hun kansen op een gelijk speelveld kunnen afdwingen via juridische stappen.


Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp door advocaten kunt u een vraag stellen via advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

meer bevoegdheden bestuursrechter

Bestuursrechter moet meer bevoegdheden krijgen

De rechter moet meer bevoegdheden krijgen om beleid van gemeenten te kunnen toetsen. Dit zou tegenwicht bieden aan de huidige praktijk waarin gemeenten steeds meer vrijheid krijgen om zelf sociaal beleid te ontwikkelen.

Dit concluderen 4 Groningse rechtswetenschappers in een verschenen onderzoek dat ze verrichtten in opdracht van Instituut GAK.

Voorbeelden van beleidsterreinen waar gemeenten meer bevoegdheden kregen zijn de sociale bijstand en de maatschappelijke ondersteuning. De onderzoekers gingen na welke gevolgen deze veranderingen hebben voor het functioneren van de rechtsstaat. Doordat gemeenten verschillend beleid voeren, ontstaat er voor burgers rechtsongelijkheid. In de ene gemeente krijgen zij bepaalde zorg of uitkeringen wel, in andere niet.

 Meer bevoegdheden

De bestuursrechter zou volgens de onderzoekers de bevoegdheid moeten krijgen bij een verschillende invulling van gemeenten van landelijk beleid in te kunnen grijpen. De rechter kan nu alleen in individuele zaken oordelen. De rechtswetenschappers pleiten ook voor een (collectieve) klachtenprocedure over de schending van sociale grondrechten bij het College voor de Rechten van de Mens. Zo’n procedure kan functioneren als een ‘geschikt alarmsysteem’ voor tekortschietend gemeentelijk sociaal beleid, menen de onderzoekers.

 Waarschuwing

De Raad voor de rechtspraak heeft in een wetgevingsadvies over de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 al gewaarschuwd voor het mogelijk optreden van rechtsongelijkheid en minder rechtsbescherming als gevolg van deze wet.

Bron: Rechtspraak.nl

procedure bij rechter wordt digitaal

De Tweede Kamer is akkoord met de digitalisering van het bestuursrecht en het civiel recht. Donderdag stemde het parlement in met de wet waarmee de invoering vorm krijgt. De Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht werd als hamerstuk aangenomen. De invoeringswet is de laatste van een drietal wetten om de digitalisering te regelen. De andere twee zijn al door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer wil het hele wetgevingspakket in één keer behandelen.

Het kabinet wil net als de rechtspraak dat de procedures bij de bestuursrechter en bij de burgerlijk rechter vereenvoudigd en dus ook gedigitaliseerd worden. Zo voorziet het wetgevingspakket in de eis dat processtukken via elektronische weg ingediend moeten worden. Ook komen er meer termijnen en krijgt de rechter de mogelijkheid om het proces te sturen.

In de eerste wet uit het pakket worden de procedures uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en uit de Algemene wet bestuursrecht onder handen genomen. De tweede wet regelt hetzelfde voor de hoger beroepen.

Bron: Tekst Nieuwsbericht – OpMaat

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) besliste in haar uitspraak van 13 februari 2015 dat bij onvoldoende financiële draagkracht in het bestuursrecht vrijstelling van griffierecht kan worden verleend. Zou dit niet kunnen, dan zou de toegang tot de rechter belemmerd worden. De CRvB heeft beslist welke criteria gelden. Deze criteria kunnen worden gehanteerd bij toekomstige beroepen op betalingsonmacht bij griffierecht.

De CRvB is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het burgerlijke en militaire ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht. De uitspraak van 13 februari 2015 is gedaan door een zogenoemde grote kamer die bestond uit de president en een senior raadsheer van de Centrale Raad van Beroep, de voorzitter en een staatsraad van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

De rechtzoekende moet aannemelijk maken dat zijn maandelijkse netto-inkomen minder bedraagt dan 90% van de voor een alleenstaande geldende (maximale) bijstandsnorm en dat hij ook niet beschikt over vermogen waaruit het griffierecht kan worden betaald. Hierbij is de gezinssamenstelling van de rechtzoekende niet van belang en moeten het inkomen en vermogen van een eventuele fiscale partner worden opgeteld bij het inkomen en vermogen van de rechtzoekende. De rechtzoekende die vrijstelling van het griffierecht wil krijgen, moet dit uiterlijk voor het einde van de betalingstermijn verzoeken. Vrijstelling griffierecht bij onvoldoende draagkracht.

Gepubliceerd 17 april 2015   ▲

Snellere procedure schadevergoeding bij overschrijden redelijke termijn

Snellere procedure schadevergoeding bij overschrijden redelijke termijn bestuursrechter

Als een procedure door toedoen van de bestuursrechter langer duurt dan ‘redelijk’ is, kunnen belanghebbenden voortaan eenvoudiger en sneller een schadevergoeding krijgen. Dat is het gevolg van een nieuwe (253 kB) beleidsregel van het ministerie van Veiligheid en Justitie, die per 1 oktober is ingegaan. De versnelling wordt mogelijk gemaakt doordat bij veel overschrijdingen de Raad voor de rechtspraak niet meer om een standpunt zal worden gevraagd.

De versnelde route is van toepassing op zaken waarin de schadevergoeding naar verwachting niet hoger dan 5000 euro zal zijn en waarbij geen belangrijke rechtsvragen aan de orde zijn. In deze zaken ziet de minister voortaan af van verweer. Het gaat om procedures waarin de oorzaak van het overschrijden van de redelijke termijn bij de bestuursrechter ligt. Als de termijn overschreden wordt door toedoen van het bestuursorgaan, bijvoorbeeld een gemeente, dan veroordeelt de bestuursrechter deze tot het vergoeden van de geleden schade.

Bron: Rechtspraak.nl

 

sneller en effectiever bestuursrecht

Dat beogen de Rechtspraak en diverse organisaties met het ondertekenen van een intentieverklaring op donderdag 26 april in Den Haag. Sinds 1 januari van dit jaar werken bestuursrechters bij de meeste rechtbanken volgens een efficiëntere methode: de nieuwe zaaksbehandeling. Rechtszaken worden sneller afgehandeld, rechters proberen het conflict bij de bron op te lossen en uitspraken zijn beter op maat. In het verleden waren burgers, bedrijven en organisaties nogal eens ontevreden over de langdurige procedures en het geringe praktische gehalte van het bestuursrecht. De nieuwe zaaksbehandeling moet hier verbetering in brengen.

In proefprojecten met de nieuwe werkwijze bij vier rechtbanken bleek dat rechtszaken sneller werden afgehandeld en de klanttevredenheid steeg. De sector bestuursrecht van de rechtbank Utrecht, die al sinds 2010 volgens de nieuwe zaaksbehandeling werkt, rondt nu gemiddeld in vijf á zes maanden zaken af, twee keer zo snel als voorheen. Ook het percentage zaken waarin direct ter zitting uitspraak wordt gedaan, is in Utrecht substantieel gestegen. Dat conflicten beter bij de bron worden opgelost, blijkt uit de daling van het aantal zaken in hoger beroep.

. . . lees verder op Internet