Vruchtgebruik en Blote Eigendom in het Erfrecht

In het erfrecht zorgt het vruchtgebruik van een woning, waarbij de langstlevende partner het recht behoudt om de woning te gebruiken, regelmatig voor conflicten met de blote eigenaars, vaak kinderen uit eerdere relaties. Geschillen ontstaan als de langstlevende partner en de kinderen verschillende belangen hebben in het beheer of verkoop van de woning. Dit artikel biedt een diepgaand overzicht van de juridische rechten, plichten en valkuilen rondom vruchtgebruik en blote eigendom, en geeft inzicht in oplossingen om deze vaak emotionele conflicten op te lossen.

In het Nederlandse erfrecht is de regeling van vruchtgebruik en blote eigendom een complexe en vaak gevoelig liggende kwestie die geregeld leidt tot geschillen. Vooral als er sprake is van een langstlevende partner en kinderen uit een eerdere relatie, kunnen er uiteenlopende belangen zijn. Dit artikel bespreekt wat vruchtgebruik en blote eigendom precies inhouden, de rechten en plichten van de betrokken partijen, en biedt inzicht in juridische stappen die erfgenamen en vruchtgebruikers kunnen ondernemen om problemen te voorkomen of op te lossen.

Wat Zijn Vruchtgebruik en Blote Eigendom?

Vruchtgebruik is een juridisch recht dat aan een persoon, de vruchtgebruiker, het recht geeft om een goed te gebruiken en daarvan de vruchten te genieten, zonder dat deze persoon de volledige eigenaar is van het goed. Het goed, in dit geval vaak een woning, blijft juridisch eigendom van de blote eigenaar. De blote eigendom ligt meestal bij de erfgenamen, vaak kinderen, terwijl de langstlevende partner of een andere persoon als vruchtgebruiker wordt aangewezen.

Wettelijke Basis en Praktische Situatie

Wanneer een persoon overlijdt en een partner achterlaat, kan het vruchtgebruik bij testament worden bepaald. In veel gevallen wordt het vruchtgebruik van de woning aan de langstlevende partner toebedeeld. Dit geeft de langstlevende partner het recht om de woning te blijven bewonen of te verhuren, terwijl de kinderen blote eigenaar worden en later, na het overlijden van de langstlevende, volledige eigenaar.

Het Testament en Vruchtgebruik

Vaak legt een testament vast wie het vruchtgebruik krijgt en onder welke voorwaarden. Hierin wordt het recht van de vruchtgebruiker meestal goed omschreven, maar ondanks deze beschrijvingen kunnen er toch conflicten ontstaan. Bijvoorbeeld wanneer de langstlevende partner bepaalde investeringen wil doen in de woning die de blote eigenaren niet nodig of zelfs ongewenst vinden. Dit leidt tot spanningen, vooral wanneer de kinderen uit een eerdere relatie de blote eigenaars zijn en het idee hebben dat hun belang wordt geschaad.

Veelvoorkomende Geschillen bij Vruchtgebruik en Blote Eigendom

Conflicten ontstaan vaak door verschillende opvattingen over het beheer, onderhoud en de eventuele verkoop van de woning. Hieronder worden enkele veelvoorkomende geschillen besproken.

  1. Onderhoud en Verbouwingen
    Een vaak terugkerend conflict betreft de vraag wie verantwoordelijk is voor het onderhoud van de woning en of er verbouwingen nodig zijn. De langstlevende partner als vruchtgebruiker heeft baat bij een comfortabel en goed onderhouden huis, terwijl de kinderen als blote eigenaars er belang bij hebben dat de waarde van de woning niet onnodig vermindert. Volgens de wettelijke regels draagt de vruchtgebruiker gewoonlijk de onderhoudskosten, maar grotere renovaties of verbouwingen kunnen op de blote eigenaar aankomen.
  2. Verhuur van de Woning
    In bepaalde situaties kan de vruchtgebruiker besluiten om de woning te verhuren, bijvoorbeeld wanneer hij of zij zelf niet langer in de woning kan wonen. Hoewel de vruchtgebruiker dit recht heeft, kan dit tot conflicten leiden met de blote eigenaars die mogelijk geen belang hebben bij verhuur en de voorkeur geven aan verkoop. De verhuur kan bovendien invloed hebben op de uiteindelijke verkoopwaarde van de woning, wat voor de blote eigenaars een probleem kan vormen.
  3. Verkoop van de Woning
    Een ander veelvoorkomend geschil is de verkoop van de woning. De vruchtgebruiker kan hier niet zonder meer toe overgaan zonder toestemming van de blote eigenaars. Tegelijkertijd kunnen de blote eigenaars, vaak de kinderen uit een eerdere relatie, de woning evenmin verkopen zolang het vruchtgebruik nog loopt. In sommige gevallen kan dit een patstelling veroorzaken, vooral als de erfgenamen de voorkeur geven aan een snelle liquidatie van het erfdeel.
  4. De Wens om de Woning te Gebruiken door Kinderen
    De blote eigenaars hebben formeel geen recht om de woning te betreden of te gebruiken zolang het vruchtgebruik bestaat. Toch kan er emotionele druk ontstaan wanneer kinderen de wens hebben om bijvoorbeeld in het ouderlijk huis te wonen. Als de langstlevende partner vruchtgebruiker is en niet van plan is de woning te verlaten, kan dit leiden tot spanningen en onenigheid binnen de familie.

Juridische Oplossingen en Preventieve Maatregelen

Er bestaan verschillende juridische en preventieve maatregelen die kunnen helpen om geschillen over vruchtgebruik en blote eigendom op te lossen of te voorkomen.

  1. Heldere Testamentaire Bepalingen
    Het is mogelijk om in het testament duidelijke afspraken te maken over het vruchtgebruik en de verplichtingen van de vruchtgebruiker. Door een gedetailleerde beschrijving te geven van wat het vruchtgebruik inhoudt en welke beperkingen er zijn, kunnen toekomstige geschillen worden geminimaliseerd.
  2. Afkoopregeling Vruchtgebruik
    In sommige gevallen kunnen de partijen overeenkomen om het vruchtgebruik af te kopen. Dit betekent dat de blote eigenaars een vergoeding betalen aan de vruchtgebruiker, zodat het vruchtgebruik eindigt en de woning kan worden verkocht of anderszins kan worden beheerd zonder verdere conflicten.
  3. Mediation
    Bij conflicten tussen erfgenamen en de vruchtgebruiker kan een mediator helpen om tot een gezamenlijke oplossing te komen. Een mediator zorgt ervoor dat beide partijen hun standpunten kunnen delen en kan bijdragen aan een compromis, wat vaak sneller en minder kostbaar is dan een juridische procedure.
  4. Rechterlijke Bemiddeling
    Als mediation niet slaagt, kunnen erfgenamen en vruchtgebruikers hun zaak aan de rechter voorleggen. De rechter kan dan beslissen over het voortzetten of beëindigen van het vruchtgebruik. Hoewel dit vaak een laatste redmiddel is, kan een rechterlijke uitspraak helpen om geschillen definitief op te lossen.
  5. Overeenkomst tussen Vruchtgebruiker en Blote Eigenaars
    Een vruchtgebruikovereenkomst tussen de erfgenamen en de vruchtgebruiker kan vooraf worden opgesteld. Hierin kunnen afspraken worden vastgelegd over onderhoudskosten, verhuur, en andere zaken die vaak tot conflicten leiden. Deze overeenkomst kan dienen als basis voor de rechten en plichten van de betrokkenen en kan voorkomen dat er in de toekomst onenigheid ontstaat.

Conclusie

Vruchtgebruik en blote eigendom zijn essentiële onderdelen van het Nederlandse erfrecht, maar leiden vaak tot complexe en emotionele conflicten, vooral in samengestelde gezinnen. Door een duidelijk testament, het maken van vruchtgebruikovereenkomsten, en het inzetten van mediation of rechterlijke bemiddeling kunnen deze geschillen beter worden beheerd. Het is van belang dat erfgenamen en vruchtgebruikers zich bewust zijn van hun rechten en plichten, en tijdig juridische hulp inschakelen om escalatie te voorkomen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel dan vrijblijvend een vraag via advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Onterving van kinderen en de legitieme portie: De juridische uitdagingen bij onterving

Onterving van kinderen is een gevoelig onderwerp dat vaak tot juridische conflicten binnen families leidt. Hoewel ouders de vrijheid hebben om een kind te onterven, beschermt de wet onterfde kinderen door hen recht te geven op de legitieme portie. Dit artikel bespreekt de juridische aspecten van onterving en de mogelijkheden die kinderen hebben om hun legitieme deel op te eisen.

Het onterven van kinderen is een van de meest controversiële en emotionele onderwerpen binnen het erfrecht. Hoewel ouders in Nederland de vrijheid hebben om hun bezittingen naar wens na te laten, hebben kinderen die onterfd worden nog steeds recht op een deel van de nalatenschap. Dit deel staat bekend als de legitieme portie en is bedoeld om kinderen te beschermen tegen volledige onterving.

In dit artikel behandelen we de juridische aspecten van onterving, de legitieme portie, en de conflicten die vaak ontstaan rondom deze kwesties. We bespreken ook de stappen die onterfde kinderen kunnen nemen om hun rechtmatige deel van de erfenis op te eisen en welke juridische procedures daarbij een rol spelen.

1. Wat betekent onterving?

Onterving is het proces waarbij een ouder expliciet in een testament vastlegt dat een kind geen aanspraak kan maken op een deel van de erfenis. Dit gebeurt meestal als gevolg van persoonlijke conflicten of omdat de ouder ervoor kiest om het vermogen aan anderen na te laten, zoals de partner, vrienden of een goed doel. Hoewel ouders het recht hebben om een kind in een testament te onterven, zijn er wettelijke beperkingen.

In Nederland kunnen ouders hun kinderen namelijk niet volledig onterven. De wet beschermt kinderen door hen altijd recht te geven op een minimumaandeel van de erfenis, ook wel de legitieme portie genoemd​.

2. De legitieme portie: bescherming tegen volledige onterving

De legitieme portie is het wettelijke recht van een kind op een deel van de nalatenschap van een ouder, zelfs wanneer het kind in het testament is onterfd. Dit recht kan door het kind worden opgeëist, maar het kind ontvangt geen goederen of specifieke bezittingen, zoals in het geval van erfgenamen die niet zijn onterfd. De legitieme portie is namelijk altijd een vordering in geld​.

De hoogte van de legitieme portie is vastgesteld op de helft van wat het kind zou hebben gekregen indien er geen testament was opgesteld. Dit betekent dat als de ouder zonder testament zou zijn overleden, het kind normaal gesproken recht zou hebben op een gelijk deel met andere erfgenamen. Bij onterving wordt dat recht verminderd tot de helft van dat oorspronkelijke erfdeel.

Voorbeeld:

Als een ouder twee kinderen heeft en één daarvan onterft, dan zou elk kind zonder testament recht hebben gehad op 50% van de nalatenschap. De legitieme portie van het onterfde kind bedraagt dan 25% van de nalatenschap, oftewel de helft van zijn oorspronkelijke erfdeel​.

3. Hoe kan de legitieme portie worden opgeëist?

Wanneer een kind onterfd is, kan het binnen vijf jaar na het overlijden van de ouder aanspraak maken op de legitieme portie. Dit gebeurt door een formeel verzoek in te dienen bij de executeur van de nalatenschap of bij de overige erfgenamen. Als de erfgenamen niet bereid zijn om de legitieme portie uit te betalen, kan het onterfde kind naar de rechter stappen om zijn of haar recht te claimen​.

Het is belangrijk dat het onterfde kind tijdig actie onderneemt, omdat het recht op de legitieme portie kan verjaren na de termijn van vijf jaar. De verjaringstermijn begint te lopen op de dag van het overlijden van de ouder.

4. Conflicten rondom de legitieme portie

De toewijzing van de legitieme portie leidt vaak tot conflicten tussen de onterfde kinderen en de overige erfgenamen. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  • Emotionele spanningen: Onterving wordt vaak gezien als een afwijzing, wat emotionele wonden kan veroorzaken en tot ruzies kan leiden tussen de erfgenamen.
  • Verschillen in interpretatie van het testament: Onterfde kinderen en overige erfgenamen kunnen het oneens zijn over de interpretatie van de bepalingen in het testament, vooral wanneer het onduidelijk is hoe de nalatenschap verdeeld moet worden.
  • Geschillen over de waarde van de nalatenschap: De legitieme portie is een geldvordering die gebaseerd is op de waarde van de nalatenschap. Het vaststellen van deze waarde kan ingewikkeld zijn, vooral wanneer de nalatenschap bestaat uit onroerend goed of andere bezittingen waarvan de waarde moeilijk te bepalen is.

5. Uitsluiting van de legitieme portie in een testament

Hoewel ouders hun kinderen niet volledig kunnen onterven, kunnen zij in sommige gevallen de legitieme portie beperken of zelfs uitsluiten via een testament. Dit kan echter alleen in zeer specifieke situaties, zoals wanneer het kind zich ernstig heeft misdragen ten opzichte van de ouder of familieleden.

De mogelijkheden om de legitieme portie te beperken zijn echter zeer beperkt, en de rechter zal bij een geschil zorgvuldig beoordelen of er voldoende grond is om het kind het recht op de legitieme portie te ontzeggen.

6. Het belang van mediation bij erfrechtelijke conflicten

Conflicten rondom onterving en de legitieme portie kunnen langdurige juridische procedures tot gevolg hebben. Het inschakelen van een mediator kan helpen om de communicatie tussen de erfgenamen te verbeteren en tot een oplossing te komen zonder dat een rechterlijke procedure nodig is. Mediation kan bijdragen aan een oplossing die voor alle partijen acceptabel is, zonder de emotionele belasting die een juridische strijd vaak met zich meebrengt.

7. Juridische stappen bij onenigheid

Als mediation niet slaagt of als de erfgenamen niet bereid zijn om de legitieme portie te betalen, kan het onterfde kind naar de rechter stappen om zijn recht te claimen. Dit gebeurt door middel van een civiele procedure waarin de rechter bepaalt hoe de nalatenschap moet worden verdeeld en of het kind recht heeft op de legitieme portie.

De rechter zal de waarde van de nalatenschap beoordelen en bepalen hoeveel het onterfde kind toekomt. Daarnaast kan de rechter de overige erfgenamen verplichten om het kind uit te betalen. In sommige gevallen kan de rechter ook beslissen over andere aspecten van de nalatenschap, zoals de verdeling van onroerende goederen​.

8. Wat zijn de gevolgen van het niet uitkeren van de legitieme portie?

Als de erfgenamen weigeren om de legitieme portie uit te keren, kan dit leiden tot juridische sancties. De rechter kan een dwangsom opleggen om de erfgenamen te dwingen tot betaling. In ernstige gevallen kan de nalatenschap zelfs in vereffening worden gesteld, wat betekent dat een externe vereffenaar wordt aangesteld om de bezittingen van de overledene te verdelen​.

Conclusie

Onterving van kinderen is een complex juridisch proces dat vaak tot conflicten leidt binnen families. Hoewel ouders het recht hebben om hun kinderen te onterven, kunnen deze kinderen nog steeds aanspraak maken op de legitieme portie, een geldvordering die hen beschermt tegen volledige onterving. Door tijdig juridische stappen te ondernemen en, waar mogelijk, mediation in te schakelen, kunnen erfgenamen en onterfde kinderen de verdeling van de nalatenschap op een rechtvaardige en efficiënte manier afhandelen.

Heeft u te maken met een onterving of een geschil over de legitieme portie? Neem dan contact op met een info@advocaten.nl om uw rechten te beschermen en de nalatenschap op de juiste manier af te handelen. U kunt ook bellen met 0900-advocaten voor meer informatie, of een formulier invullen op advocaten.nl.

De Onbekende Erfgenaam

De onzekerheid over afstamming kan een groot obstakel vormen in het erfrecht, zoals geïllustreerd in het arrest Haas/Postma. Het Nederlands recht biedt echter duidelijke procedures om dergelijke complicaties aan te pakken, waarbij DNA-onderzoek vaak een belangrijke rol speelt. De bescherming van de erfgenamen wordt gewaarborgd door de regels voor beneficiaire aanvaarding en de vereffening van nalatenschappen​

Het Nederlands erfrecht biedt een duidelijk systeem voor de toewijzing van nalatenschappen, dat voornamelijk gebaseerd is op twee mechanismen: het wettelijk versterferfrecht en testamentaire beschikkingen. De regels omtrent erfopvolging zijn vastgelegd in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW)​. Deze regels bepalen wie als erfgenaam kan worden aangemerkt en welke verplichtingen deze erfgenamen hebben bij de verdeling van de nalatenschap.

Indien er geen testament is opgesteld, treedt het wettelijk versterferfrecht in werking. De wet bepaalt dan wie de erfgenamen zijn, beginnend bij de echtgenoot en kinderen van de overledene, en zo verder in de erfopvolging naar meer afgeleide familieleden, zoals broers, zussen en ouders . Het kan echter voorkomen dat er twijfel ontstaat over de identiteit van de erfgenamen, bijvoorbeeld door onbekendheid over de afstamming van een (mogelijk) kind van de overledene. Dit kan leiden tot complicaties, vooral wanneer er geen testament is waarin de erfgenamen expliciet worden aangewezen.

Het Arrest Haas/Postma en de Onzekerheid over Afstamming

In het arrest van de Hoge Raad in de zaak Haas/Postma werd duidelijk dat de rechtspraak een bijzondere rol speelt wanneer er onzekerheid bestaat over de afstamming van een erfgenaam. In deze zaak werd door de erfgenamen van de overleden Postma een DNA-test gevraagd om vast te stellen of de eiseres (Haas) werkelijk het kind was van de overledene, zoals zij beweerde. Dit arrest heeft duidelijk gemaakt dat, indien er onzekerheid bestaat over de identiteit van een erfgenaam, de rechter kan besluiten dat DNA-onderzoek noodzakelijk is om een objectieve waarheid vast te stellen​.

De Hoge Raad oordeelde dat de afstamming van een erfgenaam moet worden vastgesteld met alle beschikbare middelen, waaronder een DNA-test. Dit was belangrijk omdat afstamming directe gevolgen heeft voor het erfrecht: kinderen van de erflater hebben een wettelijk recht op een deel van de nalatenschap, tenzij er specifieke redenen zijn waarom zij daarvan uitgesloten zouden zijn​.

Erfrechtelijke Gevolgen van Onbekende DNA-relaties

Indien na het overlijden van een erflater blijkt dat er onzekerheid bestaat over de afstamming van een erfgenaam, zoals in het geval van Haas/Postma, ontstaan er juridische complicaties. Allereerst is er de vraag of de erfgenaam wel of niet gerechtigd is tot de nalatenschap. Dit is cruciaal omdat het versterferfrecht alleen van toepassing is op kinderen die door de wet als erfgenaam worden erkend .

Daarnaast speelt ook de rol van testamenten een belangrijke rol. Indien de erflater een testament heeft opgesteld, kan hierin expliciet worden aangegeven wie de erfgenamen zijn. Indien echter de afstamming van een mogelijk kind in twijfel wordt getrokken, kan de erfgenaam alsnog aanspraak maken op de erfenis door middel van een gerechtelijke procedure, zoals bleek in het arrest Haas/Postma .

Vereffening van Nalatenschappen en Onzekerheid over Erfgenamen

Een belangrijk aspect van het erfrecht is de vereffening van nalatenschappen, vooral wanneer een nalatenschap beneficiair is aanvaard . Vereffening houdt in dat de schulden van de nalatenschap worden voldaan voordat de erfgenamen hun deel ontvangen. Wanneer een erfgenaam onbekend is, of wanneer er twijfel bestaat over de erfgenaam zoals in het geval van Haas/Postma, kan dit proces vertraging oplopen.

Het Nederlandse erfrecht biedt echter duidelijke richtlijnen voor de vereffening van nalatenschappen. Wanneer een erfgenaam beneficiair aanvaardt, betekent dit dat hij of zij niet met het eigen vermogen aansprakelijk is voor schulden van de nalatenschap, behalve voor zover deze zijn gedekt door de waarde van de nalatenschap . Dit biedt bescherming aan erfgenamen wanneer er sprake is van onbekende schulden of wanneer de identiteit van de erfgenamen nog in twijfel is .

In sommige gevallen kan de kantonrechter een vereffenaar benoemen om toezicht te houden op de verdeling van de nalatenschap. Dit gebeurt met name wanneer er complicaties ontstaan, bijvoorbeeld door onbekende schulden of wanneer erfgenamen hun taken niet kunnen vervullen .

Verloop van Procedures bij Onbekendheid van Afstamming

Bij onzekerheid over de afstamming van een erfgenaam kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank, zoals gebeurde in de zaak Haas/Postma​. Hierbij speelt DNA-onderzoek vaak een cruciale rol. Indien blijkt dat de afstamming niet kan worden vastgesteld zonder een dergelijk onderzoek, kan de rechter bevelen dat dit onderzoek wordt uitgevoerd. Dit kan echter een langdurig proces zijn, vooral als de betrokken partijen niet willen meewerken aan het DNA-onderzoek​.

Een andere mogelijkheid is dat de nalatenschap wordt vereffend zonder dat er duidelijkheid bestaat over de afstamming van een mogelijke erfgenaam. In een dergelijk geval kan de nalatenschap tijdelijk worden verdeeld onder de bekende erfgenamen, waarbij een deel van de nalatenschap in depot blijft totdat duidelijkheid is verkregen over de identiteit van de betwiste erfgenaam .

Conclusie

Het arrest Haas/Postma heeft belangrijke jurisprudentie opgeleverd over de manier waarop de Nederlandse rechtspraak omgaat met onzekerheid over de afstamming van erfgenamen. Wanneer er geen duidelijkheid bestaat over de afstamming, kan DNA-onderzoek een cruciaal middel zijn om de erfelijke rechten vast te stellen. Tegelijkertijd biedt het Nederlandse erfrecht duidelijke richtlijnen voor de vereffening van nalatenschappen, zelfs wanneer de identiteit van erfgenamen onzeker is. Hierdoor wordt gezorgd dat de rechten van alle betrokken partijen, inclusief schuldeisers, zo goed mogelijk worden beschermd totdat er een definitieve beslissing is genomen .

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Hoe wordt een legitieme portie berekend?

Het Nederlandse erfrecht verleent kinderen het recht op een legitieme portie, zelfs als ze zijn onterfd. Deze portie wordt berekend op basis van de legitimaire massa en het erfdeel volgens het versterferfrecht. De legitieme portie is een financiële vordering en kan pas na 6 maanden na het overlijden worden opgeëist. Het recht hierop moet binnen 5 jaar na het overlijden worden geclaimd, en er bestaat recht op inzage in de berekeningen en documenten

In de Nederlandse erfrechtelijke context is het niet mogelijk om uw kinderen volledig te onterven, terwijl u via een testament wel kunt bepalen dat uw partner of echtgenoot geen aanspraak maakt op de nalatenschap. Maar wat houdt precies een legitieme portie in en hoe wordt deze berekend?

De legitieme portie, ook bekend als het kindsdeel, vertegenwoordigt het deel van de erfenis dat kinderen volgens de wet altijd toekomt. Anders dan een onterfde partner of echtgenoot, heeft een kind dus altijd recht op een deel van de erfenis.

Voor een goed begrip volgen hierna enkele begrippen die van belang zijn. Een afstammeling is een kind van de overledene. Een legitimaris is een afstammeling die aanspraak kan maken op een legitieme portie. De legitimaire massa is het saldo waaruit de legitieme portie wordt berekend. Het versterferfrecht is van toepassing wanneer er geen testament is opgesteld.

Berekening legitieme portie

Wanneer een ouder een kind heeft onterfd, dient de legitieme portie te worden berekend. Het resulterende bedrag uit deze berekening is het enige dat het kind zal ontvangen. De wet voorziet in een eenvoudige formule voor de berekening van de legitieme portie: Legitieme portie = [legitimaire massa] x [erfdeel volgens versterferfrecht x 1/2].

Berekening van de legitimaire massa

Om de legitieme portie te kunnen bepalen, moet eerst de legitimaire massa worden vastgesteld. Hierbij wordt de waarde van de bezittingen van de nalatenschap op het moment van overlijden verminderd met de schulden van de nalatenschap. Niet alle schulden van de nalatenschap worden echter meegeteld, zoals de kosten van de executeur en schulden uit legaten.

Na deze berekening moeten eventuele giften die tijdens het leven zijn gedaan, worden beoordeeld. Niet alle giften komen in aanmerking voor berekening; giften aan de echtgenoot tellen bijvoorbeeld niet mee, maar giften aan een kind wel. De relevante giften worden opgeteld bij het saldo van de waarde van de bezittingen minus de waarde van de schulden.

Eenmaal vastgesteld wat de legitimaire massa is, kan de legitieme portie worden berekend.

Legitieme portie is een geldvordering

De legitieme portie is een financiële vordering, wat betekent dat de legitimaris geen recht heeft op fysieke eigendommen zoals kostbare schilderijen, een antieke stoel of de auto van de overledene. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de erfgenamen om deze geldvordering uit te keren, of van de executeur als die is aangesteld.

Wanneer is de legitieme portie opeisbaar?

De legitieme portie kan pas 6 maanden na het overlijden worden opgeëist. In een testament kan worden bepaald dat deze vordering pas opeisbaar is na het overlijden van de langstlevende ouder. Om aanspraak te maken op de legitieme portie, moet de legitimaris binnen 5 jaar na het overlijden verklaren dat hij of zij deze wenst te ontvangen. Deze termijn kan niet worden verlengd. Als de verklaring te laat komt, vervalt het recht op de legitieme portie. De 5-jaarstermijn kan worden ingekort door de legitimaris te verzoeken binnen een redelijke termijn aan te geven of hij of zij aanspraak wil maken op de legitieme portie. Indien er binnen deze termijn geen bevestiging komt, vervalt het recht op uitbetaling.

Recht op inzage

Het is niet altijd eenvoudig om de hoogte van de legitieme portie nauwkeurig te berekenen, en soms kan het lastig zijn om de berekening te verifiëren. Daarom bepaalt de wet dat er recht bestaat op inzage en een afschrift van alle documenten die nodig zijn om de berekening te kunnen maken, zoals bankafschriften, belastingaangiftes en taxatierapporten.

Hulp nodig bij de berekening van een legitieme portie of vragen over het recht op uitbetaling ervan? Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel dan uw vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Plaatsvervulling in het Wettelijke Erfrecht: Een Diepgaande Uitleg

Plaatsvervulling in het wettelijke erfrecht is een complexe juridische kwestie waarbij erfgenamen in de plaats komen van overleden erfgenamen. Dit kan tot de 6e graad gaan en heeft gevolgen voor de verdeling van de nalatenschap. Een testament kan de plaatsvervulling beïnvloeden en wordt aanbevolen voor een aangepaste erfenisregeling.

Plaatsvervulling, een essentieel begrip in het wettelijke erfrecht, doet zich voor wanneer iemand erfgenaam wordt in plaats van de overleden oorspronkelijke erfgenaam. Dit kan ook optreden als de oorspronkelijke erfgenaam de erfenis afwijst of onterfd is. Deze juridische regeling kan leiden tot complexe erfeniskwesties, waarbij erfgenamen tot de 6e graad betrokken kunnen zijn.

Erfenissen uit Eigen Hoofde en Bij Staken

Wanneer een erfgenaam erft, omdat hij erfgenaam is volgens het erfrecht, erft hij uit eigen hoofde en ontvangt hij een gelijk deel van de nalatenschap. Echter, als iemand erft als plaatsvervanger, erven zij bij staken. Dit betekent dat plaatsvervangers gezamenlijk het deel van de oorspronkelijke erfgenaam erven waarvoor zij in de plaats zijn gekomen.

Praktijkvoorbeeld

Laten we dit illustreren met een voorbeeld. Jan en Maria zijn getrouwd en hebben twee kinderen: Pieter en Laura. Jan overlijdt enige jaren voor Maria. Bij het overlijden van Maria erft Pieter de helft van haar nalatenschap en Laura erft de andere helft. Omdat Laura eerder is overleden, erven haar vier kinderen plaatsvervangend, wat neerkomt op 1/8 deel van Maria’s nalatenschap.

Plaatsvervulling bij Het Verwerpen van een Erfenis

Als een erfenis meer schulden dan bezittingen bevat, wordt deze vaak verworpen. In dit geval kan plaatsvervulling optreden en is het belangrijk om alert te zijn. Stel dat een ouder kind een erfenis ontvangt, deze verwerpt vanwege de schulden en kinderen heeft. Als dit kind de erfenis verwerpt, erven zijn kinderen plaatsvervangend. Als zij ook weigeren, erven de kleinkinderen door plaatsvervulling. Dit kan doorgaan tot in de 6e graad.

Belang van een Testament

Een testament biedt de mogelijkheid om de plaatsvervulling te beïnvloeden. Je kunt erfgenamen onterven of uitsluiten en specifieke regelingen treffen voor de verdeling van de nalatenschap. Om de erfenis niet volledig aan de wet over te laten, is het raadzaam om een notaris in te schakelen voor het opstellen van een testament waarin plaatsvervulling bijvoorbeeld wordt uitgesloten.

Een nalatenschap aanvaarden (of niet)

Door zuivere aanvaarding erft u alle bezittingen en schulden van de nalatenschap. Dit betekent dat u ook met uw privévermogen aansprakelijk wordt voor de schulden van de nalatenschap.

Als erfgenaam heeft u de keuze om een nalatenschap te aanvaarden of te verwerpen. Als u verwerpt, krijgt u niets. Aanvaarding kan zuiver of beneficiair. Let wel: u kunt maar één keer een keuze maken! Na zuivere aanvaarding kunt u niet meer verwerpen (en omgekeerd)

Zuivere aanvaarding

Door zuivere aanvaarding erft u alle bezittingen en schulden van de nalatenschap. Dit betekent dat u ook met uw privévermogen aansprakelijk wordt voor de schulden van de nalatenschap. Het voordeel van zuivere aanvaarding is dat een positieve nalatenschap erg eenvoudig afgewikkeld kan worden door de erfgenamen. De nalatenschap hoeft namelijk niet te worden vereffend (zie hierna).

Beneficiaire aanvaarding

Beneficiaire aanvaarding betekent dat u de nalatenschap aanvaardt ‘onder het voorrecht van een boedelbeschrijving’. Hier wordt vaak voor gekozen als men vermoedt dat de nalatenschap veel schulden bevat. Door beneficiair te aanvaarden, wordt u niet aansprakelijk met uw privévermogen. Schuldeisers kunnen zich alleen verhalen op de bezittingen van de nalatenschap. De keerzijde is dat de nalatenschap in principe (behoudens enkele uitzonderingen) moet worden vereffend en volgens wettelijke regels moet worden afgewikkeld. Dat is bij zuivere aanvaarding niet het geval.

Stilzwijgend aanvaarden?

Voor beneficiaire aanvaarding of verwerping dient u een verklaring af te leggen bij de griffie van de rechtbank. Voor zuivere aanvaarding geldt dat niet. Maar dat betekent ook dat u door feitelijke handelingen een nalatenschap stilzwijgend zuiver kunt aanvaarden!

Indien u zich ondubbelzinnig en zonder voorbehoud als een zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt, bepaalt de wet dat u de nalatenschap daardoor zuiver aanvaardt. Daarvan kan al sprake zijn wanneer u de bankpas van uw overleden vader of moeder gebruikt voor het voldoen van bepaalde kosten. Gaat u daarna richting rechtbank (of notaris) om de nalatenschap beneficiair te aanvaarden, dan blijft dat zonder rechtsgevolg. U heeft immers al zuiver aanvaard en zoals gezegd kan die keuze slechts één keer gemaakt worden. Eenmaal zuiver aanvaard kunt u niet alsnog beneficiair aanvaarden of verwerpen.

Een wetswijziging in 2016 biedt overigens extra bescherming aan een erfgenaam die zuiver heeft aanvaard en daarna onverwachts geconfronteerd wordt met onbekende schulden.

Bron: Actuele Artikelen                                                   

erfgenaam: wat is een verklaring van erfrecht

Een verklaring van erfrecht beschrijft kort gezegd wie de overledene is overleden, of deze een testament heeft gemaakt en wat er in dat testament is beschreven. De notaris stelt meteen vast of er een vruchtgebruik geldt ten aanzien van de nalatenschap. Voorts is er een opsomming van de bekende erfgenamen van de overledene en wie is aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen.

De verklaring  wordt opgemaakt door een notaris, die alle gegevens opzoekt en controleert. De notaris heeft soms enige tijd nodig om alle erfgenamen te achterhalen. Nadat alle gegevens zijn gecontroleerd geeft de notaris deze af aan de erfgenaam die daarom vraagt.

Waar toe dient een verklaring van erfrecht?

Een verklaring van erfrecht kan dienen om de erfgenamen of de executeur handelingen te verrichten die voorheen alleen de overledene kon doen, zoals het beschikken over een bankrekening. Een bank blokkeert doorgaans na het overlijden de rekening van de rekeninghouder, maar vragen een verklaring van erfrecht indien erfgenamen toch betalingen willen doen. Nadat een verklaring van erfrecht is afgegeven, kunnen de erfgenamen weer over de zogenaamde ervenrekening beschikken.

Andere instanties en organen vragen eveneens om een verklaring van erfrecht. Zoals gemeenten of uitvoeringsorganisaties, bijvoorbeeld in het kader van Persoonsgebonden Budget, pensioen of volksverzekering, of bewind over het vermogen van een erfgenaam.

Soms is  verklaring van erfrecht niet nodig

Zolang een organisatie, die door de erfgenamen wordt benaderd uit naam van de overledene, niet om een verklaring van erfrecht vraagt, is het niet nodig een verklaring van erfrecht te laten opmaken.

Sinds 2012 geldt dat op bepaalde voorwaarden geen verklaring van erfrecht nodig is voor handelingen met de bankinstelling. Deze voorwaarden zijn:

  • Er is een langstlevende partner (echtgenoot/echtgenote of geregistreerde partner) en eventueel kinderen;
  • De overledene heeft geen testament opgesteld;
  • Het totale banksaldo van de overledene is lager dan € 100.000In zo`n geval zal de bank geen verklaring van erfrecht vragen, maar dient de langstlevende partner een vrijwaringsverklaring tekenen, zodat de bank niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de (juridische en fiscale) gevolgen van het vrijgeven van de bankrekeningen.

    Door het tekenen van deze verklaring ligt de verantwoordelijkheid van het vrijgeven van de bankrekeningen niet bij de bank, maar bij de langstlevende. Als de erfenis negatief is (omdat er veel schulden zijn) biedt de getekende verklaring bij de bank geen bescherming. De verklaring van erfrecht biedt deze bescherming wel omdat je beneficiair kunt aanvaarden.

    Maakt een en/of rekening deel uit van de nalatenschap, dan mag de bank die rekening niet blokkeren. De bank hoeft echter niet mee te werken aan de tenaamstelling van zo`n en/of rekening. Daarvoor zal een bank wel een verklaring van erfrecht vragen.

    Voor een verklaring van erfrecht kunnen de erfgenamen zich wenden tot de notaris. Elke notaris hanteert zijn eigen tarief omdat de tarieven van notarissen vrij zijn.
    Het is nuttig om vooraf de noodzaak van de verklaring van erfrecht goed te onderzoeken, en daarna om de prijzen van verschillende notarissen te vergelijken alvorens een notaris opdracht te geven.

Is een niet-erkend kind erfgenaam?

Een vader die een kind kreeg, maar deze door omstandigheden niet heeft erkend, blijft de natuurlijk vader van het kind. De wet bepaald nu eenmaal wie een kind is, ongeacht erkenning.

De wet bepaald echter ook in Artikel 199 Burgerlijk Wetboek Boek 1 dat, voorzover het niet in een huwelijk of geregistreerd partnerschap is geboren, de vader van kind alleen diegene is die het ook heeft erkend.

Een kind dat wel is erkend heeft een andere positie dan een niet erkend kind. Onder andere erft dat kind van de vader. Indien de vader overlijdt, en er geen testament is, is het wettelijk erfrecht van toepassing. Dit houdt dit in dat de gehuwde partner de wettige kinderen erfgenamen zijn.

Een vader en een niet- erkend kind kunnen van elkaars bestaan niet afweten. Weten zij wel van elkaars bestaan dan is het nuttig om hun rechtspositie te kennen bij overlijden van de vader. Een biologische kind, buiten een huwelijk of geregistreerd partnerschap geboren, en niet erkend door de vader, zou dan ook mede-erfgenaam kunnen zijn. Het kind erft voort een gelijk deel, als ware het een wel erkend kind.

Voorwaarde daarvoor is de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, hetgeen tegenwoordig bewijs middels een DNA test vraagt. Als de vader het kind kent, maar door omstandigheden toch niet wenst dat dit natuurlijk kind ook mede-erfgenaam wordt dan kan de vader een testament maken. Het kind kan weliswaar niet geheel worden onterfd en het kind heeft, na vaststelling, altijd recht op tenminste de legitieme portie. Dit is het deel dat volgens de wet aan onterfde kinderen toekomt. De legitieme portie bedraagt de helft van de waarde van het deel van de erfenis waar een kind volgens het wettelijk erfrecht recht op zou hebben, vermeerderd met de waarde van bepaalde door de erflater gedane giften.

De wet bepaalt echter ook dat de legitieme portie binnen vijf jaar na overlijden van de vader moet worden opgeëist. Het maakt daarbij niet uit of het kind wel of niet op de hoogte was van persoon van de vader of zijn overlijden. De termijn gaat dus altijd lopen en eindigd na 5 jaren. bna het overlijden. Een kind dat de vader dus niet kent, of geen kennis draagt van zijn overlijden, loopt de boot dus mis.

Naast redenen van persoonlijke aard is het dus ook om die reden nuttig om onderzoek naar het vaderschap te doen, en tijdig de gerechtelijke vaststelling te vragen en een beroep te doen op een kindsdeel of de legitieme portie.

Voor meer informatie kunt u een vraag stellen of bellen met 0900-0600.