Als u te maken heeft met problemen rond de vaststelling of incasso van alimentatie met internationale aspecten, is het belangrijk om te begrijpen hoe het internationaal alimentatierecht en de Europese Alimentatieverordening functioneren. Deze regelgeving is van essentieel belang bij grensoverschrijdende alimentatiezaken, maar is tegelijkertijd dermate complex dat degelijke rechtsbijstand noodzakelijk is.
Erkenning en Tenuitvoerlegging van Buitenlandse Beslissingen
Gaat het om een reeds bestaande beslissing die door een buitenlands rechter is gegeven, dan is het belangrijk om te kunnen bepalen of die beslissing in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd. Een cruciaal aspect van het internationaal alimentatierecht is de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen. Hierbij zijn onder meer de volgende regelgevingen en verdragen van belang:
- De Alimentatieverordening en het Haags Alimentatie Verdrag van 2007.
- De EET Verordening en het Lugano Verdrag.
- Artikelen 431 en 985 e.v. Rv.
- Nederlandse jurisprudentie, waaronder HR 26 september 2014 (ECLI:NL:HR:2014:2838) en HR 23 september 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2184), die voorwaarden stellen voor de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse beslissingen.
In de meeste gevallen zal een buitenlandse beslissing, mits voorzien van een zogenaamd Europees certificaat, in Nederland ten uitvoer kunnen worden gelegd. Voor meer informatie over ten uitvoerlegging van beschikkingen en incasseren van alimentatie leest u hier meer.
Is er nog geen beslissing, of is er een beslissing die dient te worden gewijzigd, omdat de inhoud niet meer beantwoord aan de feitelijke situatie – en dient over de alimentatie een procedure te worden gevoerd, dan is het van belang vast te stellen of de Nederlandse dan wel een buitenlandse rechter bevoegd is om over de vordering te oordelen. Dus bevoegdheid van de rechter moet eerst door de rechter zelf worden vastgesteld, alvorens hij een inhoudelijke beslissing kan geven. Ook de regels over de bevoegdheid van de rechter zijn bij grensoverschrijdende alimentatiegeschillen complex. In de meeste gevallen geldt binnen Europa de Europese Alimentatieverordening van 2008.
Belangrijkste Bronnen van Internationaal Alimentatierecht
Het internationaal alimentatierecht bestaat uit diverse bronnen, waaronder:
- Artikelen 1-14, 431, en 985-991 van het Nederlandse Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).
- Het Haags Alimentatie Protocol en Verdrag van 2007.
- De Europese Alimentatieverordening
De Europese Alimentatieverordening
De Europese Alimentatieverordening speelt een centrale rol in grensoverschrijdende alimentatiezaken binnen de EU. Deze verordening bepaalt:
- Welke rechtbanken bevoegd zijn om alimentatiezaken te behandelen (Artikelen 1 lid 1, 3 e.v., 75, 76 Alimentatie Verordening).
- Forumkeuze en stilzwijgende forumkeuze (Artikelen 4, 5 Alimentatie Verordening).
- Subsidiaire aanknoping en forum necessitatis (Artikelen 6, 7 Alimentatie Verordening).
- Verzoeken tot wijziging van alimentatiebeslissingen (Artikel 8 Alimentatie Verordening).
Toepasselijk Recht
Bij het vaststellen van alimentatie dient de Nederlandse rechter het toepasselijke recht te bepalen. Dit kan Nederlands of buitenlands recht zijn, afhankelijk van de omstandigheden. De regels hiervoor zijn vastgelegd in het Haags Alimentatie Protocol 2007 (Artikelen 3-8).
Voor zowel de alimentatiegerechtigde als de alimentatieplichtige is het belangrijk te weten welk mogelijkheden er zijn voor de keuze van het toepasselijk recht. In enkele gevallen, zoals voor kinderbijdragen, bieden de regels weinig speelruimte, en zijn dwingend recht. Men kan daar niet van afwijken. In gevallen van partneralimentatie is dat anders. Zowel door een gezamenlijke keuze van partijen als door de keuze van één partij om de procedure bij de rechter in het ene dan wel het andere land aan te vangen kan de uitkomst van een procedure worden beïnvloed. Die keuzemogelijkheid is echter in sommige gevallen weer beperkt door de bescherming die bijvoorbeeld de alimentatiegerechtigde geniet. De regels hierover zijn complex en het is dus aan te bevelen om vooraf een degelijk advies in te winnen over de processtrategie. Die strategie kan dus zowel de aanvang van de procedure als het te voeren verweer – indien de procedure reeds is aangevangen – omvatten.
Conclusie
Ex-partners die te maken hebben met internationale alimentatiekwesties staan voor complexe juridische uitdagingen. Kennis van zowel nationale als internationale regelgeving, waaronder de Europese Alimentatieverordening en het Haags Alimentatie Protocol, is essentieel. Deze wetten en verdragen bieden een raamwerk voor de vaststelling, wijziging, en incasso van alimentatie over de grenzen heen. Bij problemen of onduidelijkheden is het raadzaam juridisch advies in te winnen bij advocaten.nl. U kunt daarvoor een email zenden aan info@advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.