Vereenvoudiging van BV-Splitsing bij Echtscheiding van een DGA

Dit artikel belicht de vereenvoudiging van de splitsing van een BV bij de echtscheiding van een directeur-grootaandeelhouder (DGA). Een recent besluit maakt het mogelijk om de BV fiscaal gunstig te splitsen in twee delen, waardoor financiële problemen bij het verdelen van het vermogen en de uitkoop van een ex-partner worden verminderd. De splitsing kan zonder belastingheffing plaatsvinden en is met name effectief bij huwelijken in gemeenschap van goederen, waarbij de BV zowel vermogen als een onderneming omvat.

De financiële uitdagingen bij het verdelen van het vermogen van een besloten vennootschap (BV) tijdens een echtscheiding kunnen aanzienlijk zijn. Een recent besluit maakt het nu mogelijk om deze situatie eenvoudiger aan te pakken, vooral effectief in de volgende context:

  • Huwelijk in gemeenschap van goederen;
  • BV met zowel vermogen als een actieve onderneming;
  • Mogelijkheid tot onderling overleg over de splitsing van vermogen en onderneming​​.

Financiële Uitdagingen bij Echtscheiding van een DGA

Wanneer een DGA in gemeenschap van goederen getrouwd is en gaat scheiden, kunnen financiële problemen ontstaan, vooral bij de uitkoop van een ex-partner. Als kapitaal uit de BV moet worden gehaald, kan dit leiden tot een directe belastingheffing van 26,9%. Door het besluit uit 2018 kan de BV echter fiscaal gunstig gesplitst worden in twee delen: een deel met de onderneming (BV1) en een deel met het belegde vermogen (BV2). BV1 blijft bij de DGA, terwijl BV2 naar de ex-partner gaat​.

Praktijkvoorbeeld: Echtscheiding met BV

Neem bijvoorbeeld Jan en Klazien, die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd. Als de aandelen in hun BV met een totale waarde van € 550.000 worden verdeeld bij de echtscheiding, moet Jan Klazien € 300.000 betalen, verminderd met een belastinglatentie. Deze schuld kan gefinancierd worden via verschillende manieren, waaronder dividenduitkering uit de BV, wat belastingheffing met zich meebrengt. De splitsing onder het besluit van 2018 biedt de mogelijkheid om de BV op te splitsen, waarbij de onderneming in BV1 achterblijft en de beleggingen in een nieuwe BV2 worden ondergebracht​.

Juridische Splitsing in het Kader van Echtscheiding

De juridische splitsing kan zonder belastingheffing plaatsvinden, conform artikel 4.17 Wet IB. Belangrijk is dat de splitsing niet bedoeld is als methode om belasting te ontwijken of uit te stellen. Bij een standaard echtscheiding zal de Belastingdienst doorgaans toestemming geven voor de splitsing​.

Advies van een Fiscaal Jurist bij BV-Splitsing

De splitsing van de BV is slechts één van de vele opties om problemen bij een echtscheiding op te lossen. Het is belangrijk om rekening te houden met de waarde van de aandelen, inclusief stille reserves en goodwill, en het percentage van de belastinglatentie. Een fiscaal jurist kan hierin advies en begeleiding bieden​

Voor meer informatie over de splitsing van een BV bij echtscheiding en voor juridisch advies, kunnen DGA’s terecht op advocaten.nl en 0900-advocaten, waar ze ondersteund worden in het navigeren door complexe echtscheidingskwesties.

Fiscaal Vriendelijke Optie voor DGA bij Echtscheiding: Splitsing van de B.V.

De fiscaal gunstige optie voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) bij echtscheiding wordt soms vergeten: de splitsing van de B.V. Het Besluit van Financiën van 9 maart 2018 (nr. 2018-27139) biedt een oplossing voor het financieringsprobleem bij het uitkopen van een ex-partner. Dit wordt mogelijk gemaakt door de B.V. fiscaal geruisloos te splitsen in een ondernemingsdeel en een beleggingsdeel. Deze splitsing vereenvoudigt de verdeling van de gemeenschap en vermindert de financieringsbehoefte, terwijl de ab-claim fiscaal geruisloos kan worden doorgeschoven.

Voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) die in gemeenschap van goederen zijn getrouwd en overwegen te scheiden, biedt een beleidswijziging van Financiën van 9 maart 2018 (nr. 2018-27139) een oplossing voor het financieringsprobleem bij het uitkopen van de aanstaande ex-partner. Dit probleem ontstaat vaak door de waardering van aandelen in de B.V., die mede afhankelijk is van het aanwezige beleggingsvermogen​​.

Uitleg Financieringsprobleem bij de DGA

In een situatie waarbij de DGA en echtgenoot in gemeenschap van goederen gehuwd zijn en aandelen in een B.V. bezitten, kan de verdeling van de gemeenschap leiden tot een aanzienlijke overbedelingsschuld voor de DGA. Indien de DGA deze schuld niet kan financieren, kan dit leiden tot het actueel worden van de ab-claim of de noodzaak om beleggingsvermogen als dividend uit te keren​.

Splitsing van de B.V.

Het Besluit van 9 maart 2018 biedt een oplossing door goedkeuring te geven voor de fiscaal geruisloze splitsing van de vennootschap in twee aparte B.V.’s: één met de onderneming en één met beleggingsvermogen. Hierdoor wordt de verdeling van de gemeenschap vereenvoudigd en vermindert de financieringsbehoefte​.

Voorwaarden en Gevolgen van de Splitsing

De splitsing is bedoeld voor DGA’s die in een huwelijksgemeenschap zitten en zowel een materiële onderneming als substantieel beleggingsvermogen in hun vennootschap hebben. Na de splitsing blijven beide sets aandelen deel uitmaken van de (nog onverdeelde) gemeenschap. De uiteindelijke verdeling van de aandelen kan dan fiscaal geruisloos plaatsvinden, mits deze binnen twee jaar na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap wordt voltooid​​​

Aandachtspunten en Termijnen

Het is belangrijk om de tweejaarstermijn, die start bij indiening van het echtscheidingsverzoek, in de gaten te houden. In geval van tijdgebrek kan het verstandig zijn om de aandelen alvast te verdelen om een gedwongen afrekening van de ab-claim te vermijden​

Voor- en Nadelen van Juridische Splitsing

Voordelen zijn de oplossing van het financieringsprobleem, het intact houden van de beleggingsportefeuille en het fiscaal geruisloos doorschuiven van de ab-claim. Nadelen kunnen zijn de jaarlijkse kosten voor het onderhoud van de B.V. en mogelijke nadelen bij overlijden door de berekening van de latente ab-claim​.

Rol van de Adviseur

Adviseurs spelen een sleutelrol in dit proces, niet alleen door het tijdig signaleren van de splitsingsmogelijkheid, maar ook in het berekenen van de latente belastingen en het inschatten van de hoogte van de belastinglatentie op de ab-claim​.

Voor meer informatie en professionele hulp bij echtscheiding en splitsing van een B.V. in het geval van echtscheiding, kunnen directeur-grootaandeelhouders terecht op advocaten.nl en tel:0900-0600.

einde aftrek kinderalimentatie

Wet hervorming kindregelingen (WHK) en kinderalimentatie

De wet hervorming kindregelingen (WHK) is in juni 2014 aangenomen. Het aantal regelingen voor het berekenen van (kinder)alimentatie verminderd aanzienlijk. De forfaitaire aftrek kinderbijdrage verdwijnt.

De alleenstaande oudertoeslag in de bijstand, de alleenstaande ouderkorting en het fiscaal voordeel bij het betalen van kinderalimentatie (aftrek kinderalimentatie) vervallen.
Het kindgebonden budget wordt verhoogd en de zogeheten ‘alleenstaande ouderkop’ wordt ingevoerd.
Alleenstaande ouders die in aanmerking komen voor kindgebonden budget, komen ook in aanmerking voor de verhoging (de alleenstaande ouderkop).

De wijzigingen hebben vanaf 1 januari 2015 gevolgen voor de berekening van de kinderalimentatie.

De kinderalimentatie wordt berekend aan de hand van de behoefte van het kind enerzijds en de draagkracht van de ouders anderzijds.
Behoefte wordt berekend aan de hand van het netto gezinsinkomen ten tijde van de scheidingen is voorts afhankelijk het aantal kinderen en hun leeftijd. Hiervoor gelden vaste tabellen die in de rechtspraak worden gehanteerd (de zogenaamde Tremanormen)

Het aan een van de ouders toekomende kindgebonden budget wordt daar nog van afgetrokken voor het vaststellen van de behoefte dat de ouders worden geacht om maandelijks in te vullen door een eigen kinderbijdrage.

Verhoging kindgebonden budget
Op 1 januari 2015 wordt voor alleenstaande ouders een verhoging van dit kindgebonden budget met maximaal € 3.050,00 ingevoerd (de alleenstaande ouderkop). De adviesgroep die de Tremanormen ontwikkelt voor de rechterlijke macht beveelt aan om dit totale kindgebonden budget in mindering te doen strekken op het gevonden tabelbedrag. Als de berekening uitwijst dat de kinderbijslag als het kindgebonden budget samen in de behoefte van het kind voorzien, dan is die aanvullende behoefte dus niet aanwezig. In dat geval is er volgens de toekomstige normen is er geen aanspraak meer op kinderalimentatie. In veel gevallen zal er echter toch behoefte zijn aan aanvullende kinderbijdrage.

Voor meer informatie over de berekening van behoefte en draagkracht kunt u zich wenden tot Advocaten.nl. Informatie over de tremanormen kunt u hier downloaden

Kinderalimentatie niet meer forfaitair aftrekbaar.
De afschaffing van de aftrekmogelijkheid van de kinderbijdrage die de alimentatieplichtige had werkt ook door in de berekening van het alimentatiebedrag. Die aftrek zorgde immers voor een lichte verhoging van de draagkracht (lagere belastingdruk), die na 1 januari 2015 verdwijnt. De draagkracht van de alimentatieplichtige wordt dus lager, terwijl het alimentatiebedrag ongewijzigd blijft. Het gevolg is dat een groter deel van het inkomen van de alimentatieplichtige aan kinderbijdrage wordt besteed dan nu het geval is. Bij de invoering van de wet is men er van uit gegaan dat de alimentatieplichtige een herziening van het alimentatiebedrag kan verzoeken.

Indien een alimentatieplichtige derhalve in de situatie verkeert dat hij of zij de kinderbijdrage voor uw kinderen kan aftrekken, kan het eindigen van die aftrekmogelijkheid na 1 januari 2015 aanzienlijk zwaarder drukt op het netto inkomen niet. Komt deze niet met de andere ouder een alimentatieverlaging overeen , dat zou deze onder omstandigheden aan de rechter een wijziging kunnen verzoeken.
Voor een dergelijk verzoek aan de rechtbank is een advocaat nodig. Voor meer informatie over een (her)berekening van de alimentatie en informatie over de kosten en de duur van een gerechtelijke procedure kunt u zich richten tot  Advocaten.nl.

Indexeringspercentage alimentatie 2015
Jaarlijks wordt door de minister van Justitie het percentage vastgesteld waarmee de kinder- en partneralimentatie worden verhoogd. Deze verhoging is gekoppeld aan de gemiddelde stijging van de salarissen en het prijsniveau in Nederland. Het indexeringspercentage voor (kinder)alimentatie voor 2015 is vastgesteld op 0,8%. Ontvangt u kinder- danwel partneralimentatie, dan kunt u het door u te ontvangen bedrag per 1 januari 2015 dus verhogen met 0,8%.