Afhandeling van Echtscheiding en Verdeling Gemeenschappelijk Vermogen

De gemeenschap van goederen wordt beëindigd zodra het verzoek tot echtscheiding wordt ingediend. Vanaf dat tijdstip zijn de echtgenoten niet langer aansprakelijk voor nieuwe schulden die door de andere echtgenoot worden aangegaan.

Bij een echtscheiding is de verdeling van gemeenschappelijk vermogen of de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden een belangrijk proces. In Nederland trouwen de meeste paren in gemeenschap van goederen, waarbij alle bezittingen en schulden worden gedeeld. Dit omvat zaken als de woning, inboedel, auto’s, banktegoeden, spaarpolissen, schulden, maar ook een eigen bedrijf of aandelen in een BV. Uitzonderingen zijn erfenissen of schenkingen die met een uitsluitingsclausule zijn verkregen, waardoor ze privébezit blijven​.

Procedure bij Echtscheiding

Tijdens de echtscheidingsprocedure worden afspraken gemaakt over de verdeling van het vermogen. Standaard wordt alles gelijk verdeeld na het vaststellen van wat tot de huwelijksgemeenschap behoort. De verdeling, inclusief de afhandeling van eventuele schulden, wordt bij voorkeur vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Als er geen overeenstemming is, kan de rechter een beslissing nemen met hulp van deskundigen zoals een makelaar of accountant.

Beëindiging van de Gemeenschap van Goederen

De gemeenschap van goederen eindigt op het moment dat het echtscheidingsverzoek wordt ingediend. Vanaf dat moment zijn de echtgenoten niet meer verantwoordelijk voor nieuwe schulden die door de ander worden aangegaan​​.

Verschillende Vormen van Vermogensverdeling

  1. Gemeenschap van Goederen: Alles wat het echtpaar bezit en schulden zijn gezamenlijk. Vermogen moet ‘in redelijkheid en billijkheid’ worden verdeeld, soms door de ex-partner uit te kopen​​.
  2. Beperkte Gemeenschap van Goederen: Voor huwelijken na 1 januari 2018 geldt vaak deze vorm. Vermogen verkregen vóór het huwelijk blijft privé, en vermogen opgebouwd tijdens het huwelijk wordt als gezamenlijk beschouwd​
  3. Huwelijkse Voorwaarden: Hier worden voorwaarden opgesteld voor het vermogen. Bij een verrekenbeding moet er jaarlijks een verrekening plaatsvinden van het gezamenlijk opgebouwde vermogen​

Bovenstaand biedt enig inzicht in de complexe aspecten van vermogensverdeling bij echtscheidingen in Nederland. Voor gedetailleerd advies en juridische bijstand, bezoek advocaten.nl en 0900-advocaten.

Afstand Van Het Recht Op Alimentatie – Kan Dat Bij De Huwelijkssluiting Al Worden Vastgelegd?

Afscheid nemen doet zeer, zeker als er een hoge alimentatie verschuldigd wordt na de echtscheiding. Veel echtelieden komen vóór het huwelijk al overeen om daarop geen aanspraak te maken. Maar werkt dat ook?

Levensonderhoud na de echtscheiding is een wettelijke recht waar op elke ex partner jegens de andere partner een beroep kan doen. Toch doen ex-partners regelmatig afstand van dit recht bij de echtscheiding.
Hoewel sinds 2018 de termijn waarin de alimentatie dient te worden betaald verkort is van 12 naar 5 jaren komt het nog regelmatig voor dat echtelieden reeds vóór de huwelijkssluiting dit beroep op alimentatie willen uitsluiten.

Afstand van onderhoudsbijdrage of alimentatie
Bij huwelijkse voorwaarden kunnen echtgenoten reeds vóór het huwelijk overeen komen dat zij over en weer afzien van het recht op partneralimentatie na de echtscheiding.

Dit zogenaamde nihilbeding wordt door sommige notarissen bij het opstellen van de huwelijkse voorwaarden opgenomen, maar met dien verstande dat de contractspartijen rekening moeten houden met de omstandigheid dat dit beding mogelijk geen rechtskracht heeft.

In de wet is bepaald dat echtelieden bij de echtscheiding kunnen overeenkomen (vóór of na de echtscheidingsbeschikking) of en welk bedrag één ex-partner jegens de ander alimentatie verschuldigd is. (art. 1:158 Burgerlijk wetboek) Een overeenkomsten waar in partijen reeds vooraf afstand doen van dit recht is echter nietig, zoals is te lezen in artikel 1:400 lid 2 Burgerlijk wetboek.

Een nihilbeding wordt echter zowel in de wet als in de parlementaire geschiedenis niet zonder meer als nietig beschouwd. Zowel in de rechtspraak als in de literatuur zijn de opvatting over dit onderwerp verdeeld. In de rechtspraak zijn in 1980 en 1996 arresten gewezen door de Hoge Raad. Nihilbedingen in voorhuwelijkse voorwaarden zijn een aantal maal voorgelegd aan Rechtbanken en ook in appel is de kwestie voorgelegd.
Volgens de jurisprudentie is een voorhuwelijkse nihilbeding nietig, maar onder bijzondere omstandigheden kan het beroep op de nietigheid van het beding in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Dat wil zeggen dat het beding kennelijk toch indirecte werking kan hebben, ook al is de uitkomst onzeker.

In een recent geval had het Gerechtshof in Den Haag een soortgelijke arrest gewezen. Naar aanleiding van dit arrest heeft de Advocaat Generaal van het Hof Den Haag een vordering tot cassatie in het belang der wet ingesteld.

De Advocaat Generaal stelt soms beroep in in het belang van de rechtsontwikkeling en de rechtseenheid, teneinde de Hoge Raad ervoor te laten zorgen dat verschillende lagere rechters in het land juridische regels op dezelfde manier uitleggen en toepassen. Het is toch in strijd met de rechtszekerheid als een rechter in Utrecht in dezelfde soort zaken anders oordeelt dan een rechter in Groningen. Overigens heeft cassatie in het belang der wet geen rechtsgevolgen voor de partijen in deze procedure.

De Advocaat Generaal geeft zijn opinie in dit beroep, en geeft als zijn mening dat de wettelijke bepaling over de nietigheid van overeenkomsten waarin vooraf reeds afstand wordt gedaan van een wettelijk recht als partneralimentatie, niet van toepassing is op overeenkomsten over partneralimentatie.
De AG betoogd dat de in wet bepaalde contractsvrijheid van echtgenoten ten aanzien van partneralimentatie leidend is en voorrang heeft op de wettelijke plicht die voortvloeit uit de wet.
Bovendien zijn er nu reeds tal van andere mogelijkheden voor toekomstige echtgenoten om bij overeenkomst van de wettelijke regeling af te wijken, onder andere voor pensioen en het huwelijksvermogensregime.

In het betoog wordt wel gesteld dat een nihilbeding in de voorhuwelijkse alimentatieovereenkomst aantastbaar is op grond van bijzondere omstandigheden, zodat, eenvoudiger dan bijvoorbeeld een uitsluiting van gemeenschap, de rechter kan worden gevraagd het nihilbeding terzijde te stellen of te wijzigen. Dit is in feite de omgekeerde uitleg van de rechtspraak tot aan heden, waarin een nihilbeding nietig is, maar onder bijzondere omstandigheden toch indirect werking kan hebben wegen de redelijkheid en billijkheid.

De uitspraak Hoge Raad wordt niet eerder verwacht dan november 2022.
Wilt u meer weten over alimentatie, uw recht, het doen van afstand, de berekening en invordering van alimentatie, bel dan met 0900-advocaten of stuur een email aan Advocaten.nl.

Echtscheiding in Nederland van een buitenlands huwelijk

Gehuwd in het buitenland, maar u wilt hier de echtscheiding verzoeken? Het kan, maar enig uitleg vooraf om een bewuste keuze te maken is wel nuttig.

Indien u in het buitenland bent getrouwd, maar u wilt in Nederland de echtscheidingsprocedure beginnen dan loopt u tegen diverse problemen aan die niet geldig voor een Nederlands huwelijk.

Het maakt daarbij een groot verschil of het gaat om een huwelijk dat is gesloten binnen de EU of daarbuiten, en in veel gevallen maakt het ook verschil of de andere partner bereid is mee te werken aan de echtscheiding in Nederland.

In dit artikel word een zeer korte uitleg gegeven van de mogelijkheden. Dit artikel is zeker niet extensief, en voor concrete vragen kan men zich altijd wenden tot onze website, een e-mail sturen naar info@advocaten.nl, of bellen met 0900-advocaten of of een formulier invullen

De procedure tot echtscheiding begint altijd met contact met een echtscheidingsadvocaat. Deze dient een verzoek in bij de rechtbank om de uitspraak te geven die de echtscheiding inleidt.

Bevoegdheid

De eerste vraag die de rechter zichzelf zal stellen is of hij wel bevoegd is om hierover een oordeel te geven. Deze bevoegdheid, de zogenaamde rechtsmacht, is geregeld in de EU verdragen. De Nederlandse rechter zal zich bevoegd verklaren om een uitspraak te doen indien;

  • beide echtgenoten de Nederlandse nationaliteit hebben .
  • beide echtgenoten in Nederland wonen
  • een van de partners in Nederland woont en zij het verzoek gezamenlijk doen
  • verzoeker die niet de Nederlandse nationaliteit heeft langer dan een jaar in Nederland heeft gewoond
  • een verzoeker wel de Nederlandse nationaliteit heeft, tenminste 6 maanden in Nederland heeft gewoond
  • de verweerder in Nederland woont

In al deze gevallen zal de rechter zich bevoegd achten te om een uitspraak te geven op het verzoek van een of van beide partijen. Van tevoren Is het dus belangrijk om vast te stellen of uw situatie valt in een van de bovenstaande categorieën, alvorens verzoek in te dienen. Het is dus aan te bevelen om vooraf ook te onderzoeken of de andere partner bereid is mee te werken aan de echtscheidingsprocedure. In het bovenstaande blijkt immers dat de Nederlandse rechter zich bevoegd verklaard indien partijen een gezamenlijk verzoek indienen, ook Indien de rechter in dat geval normaal gesproken niet bevoegd zou zijn.

Om een scheidingsprocedure in Nederland te overwegen is het belangrijk dat u eerst uitgebreid contact hebt met de advocaat om de mogelijkheden te onderzoeken.

Van belang is hier echter ook dat de andere partner soms reeds een procedure in het buitenland is gaan voeren. In dat geval kan het zijn dat de Nederlandse rechter zich onbevoegd verklaart, omdat er immers geen twee echtscheidingsprocedure naast elkaar kunnen gaan lopen bij verschillende gerechten in 2 landen. Om procestechnische redenen is het dus vaak nuttig om snel een beslissing te nemen, en niet te wachten tot de andere partij zelf de procedure in het buitenland start.

 Ook is van belang te onderzoeken welke rechter en voor de verzoekende partij de meest gunstige uitspraak kan doen. Ook het kostenaspect, de taalbarrière en de doorlooptijd van de procedure spelen uiteindelijk een rol. Zijn er meerdere gerechten bevoegd in verschillende landen, dan moet er dus van tevoren een keuze worden gemaakt welk gerecht in voorkomend geval de mogelijkheid geeft tot een gunstige uitkomst.

Toepasselijk recht

 Naast de vraag welke rechter bevoegd is is een essentiële vraag ook welk recht die rechter dan moet toepassen. In de meeste gevallen is dat Nederlands recht, maar toch is dat niet vanzelfsprekend. Soms hebben partijen vooraf afspraken gemaakt bijvoorbeeld bij huwelijkse voorwaarden.

Die bepalen welk recht van toepassing zal zijn op de echtscheiding, de procedure, maar ook op de verdeling van goederen en de vaststelling van de alimentatie. Soms wordt de rechtskeuze bepaald door het land waarvan partijen de gezamenlijke nationaliteit bezitten, of het recht naar de keuze van die partijen zelf. In zeer ver landen om ons heen, ook binnen Europa, gelden sterk afwijkende regels hierover, en ook hier is het van belang om vast te stellen welk rechtsstelsel de meest gunstige uitkomst zal geven.

Het wordt echter nog complexer. het kan zomaar zijn dat Nederlands Recht van toepassing is op de vaststelling van de alimentatie, maar dat buitenlands recht weer van toepassing is op verdeling van goederen of op de omgangsregeling. Het hangt er dan bijvoorbeeld vanaf in welk land de kinderen woonachtig zijn. Partijen kunnen hier overigens ook zelf afspraken over maken voordat zij de procedure starten.

Het kan dus voorkomen dat het Nederlands recht toepasselijk wordt verklaard op de echtscheidingsprocedure zelf, maar op de verdeling van het huwelijksvermogen Engels recht wordt toegepast, en ten aanzien van de onderhoudsbijdrage Frans recht geldt.

Vaak bepalen partijen zelf welk recht van toepassing is. Dit kan al bij het aangaan van huwelijkse voorwaarden, maar ook op een later tijdstip of voordat de procedure wordt gestart. De laatste mogelijkheid is echter een beperkte keuzemogelijkheid. De partijen kunnen bij de echtscheiding kiezen uit het zicht van de landen als volgt:

  • het land waar partijen tijdens het huwelijk woonachtig waren.
  • het land waar beide partijen woonde kom aan. En een partner nog steeds woont.
  • het land waarvan één op beide partijen de nationaliteit heeft .
  • of het land waar de echtscheiding wordt verzocht.

 Voor zover partijen de keuze maken voor een rechtstelsel buiten de Europese Unie zal de rechtbank overigens ambtshalve beoordelen of die keuze juist is.

Wens u advies over de juiste keuze bij het vragen van een internationale echtscheiding in Nederland, neem dan contact op met Advocaten.nl. Bel met 900-advocaten of vul het formulier in op onze website.

Huwelijkse voorwaarden en faillissement: effectief of niet?

Bij een faillissement zullen schuldeisers zich willen verhalen op goederen van de ondernemer. De curator voorop. Goederen die van een gemeenschappelijke bankrekening zijn betaald behoren zonder tegenbewijs tot de gemeenschap van de huwelijkspartners. Hoe dit te voorkomen?

Ondernemen is risico nemen. De meeste ondernemers beseffen dit maar al te goed, maar slechts weinigen houden goed rekening met een persoonlijk faillissement. Veel ondernemers zonder vennootschap stellen voor het huwelijk huwelijkse voorwaarden op, en zetten al hun bezittingen op naam van de partner, en die alle bezit buiten bereik van schuldeisers houdt. Of dat ook effectief zal zijn bij faillissement is maar de vraag.

Bij een faillissement zullen schuldeisers zich willen verhalen op goederen van de ondernemer. De curator voorop. Goederen die van een gemeenschappelijke bankrekening zijn betaald behoren zonder tegenbewijs tot de gemeenschap van de huwelijkspartners. De ondernemer is daarvan mede-eigenaar en dus vallen die goederen in het faillissement. De partners doen er dus goed aan om bij te houden wie wat betaald en met wiens geld. Goederen die de partner aanschaft kunnen weliswaar met door haar verdiend geld zijn betaald, maar als het bewijs daarvoor dun is, kan een curator toch die goederen tot gemeenschappelijk vermogen rekening, zodat de huwelijkse voorwaarden geen effect hebben.

Banken willen wel krediet verschaffen, maar zien niet met lede ogen toe indien de ondernemer alle bezittingen op naam stelt van de partner die geen ondernemer is. De verhaalsmogelijkheden, en daarmee de kredietwaardigheid wordt daarmee uitgehold. Banken stellen meestal de eis dat, ongeacht de huwelijkse voorwaarden, de partner mee tekent en hoofdelijk schuldenaar wordt voor elk bedrijfskrediet.

De conclusie is dat huwelijkse voorwaarden goed kunnen werken mits maar niet in alle gevallen van faillissement.

Voot meer informatie om risico´s te verminderen biij een faillissement kunt u advies vraagen via 0900-advocaten of een vraag stelllen op onze website.


Voorstel partneralimentatie: geen afspraken in huwelijkse voorwaarden

Partneralimentatie moet niet langer twaalf, maar vijf jaar gelden. Dat blijkt uit schriftelijke vragen naar aanleiding van het verslag van het wetsvoorstel herziening partneralimentatie. Verder is ervoor gekozen dat afspraken maken over partneralimentatie – over bijvoorbeeld de duur – in huwelijkse voorwaarden niet mogelijk is

Op de termijn van vijf jaar zijn twee uitzonderingen. De eerste uitzondering is voor mensen die bijna AOW-gerechtigd zijn. Voor hen kan de partneralimentatie maximaal tien jaar duren. Ook diegenen die voor jonge kinderen zorgen, zijn uitgezonderd van de hoofdregel. Zij kunnen maximaal twaalf jaar partneralimentatie krijgen.

Volgende fase
Het wetsvoorstel heeft twee jaar stilgelegen. Met de bekendmaking van deze punten gaat het nu een volgende fase in. Initiatiefnemers VVD, PvdA en D66 hebben het wetsvoorstel ingrijpend vereenvoudigd.

Kritiek
In het oorspronkelijke voorstel van 2015 konden afspraken over partneralimentatie in huwelijkse voorwaarden worden vastgelegd. Door kritiek van de Raad van State hebben de initiatiefnemers dit teruggedraaid. De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) heeft bij de indieners nog gepleit voor het wel mogelijk maken van afspraken hierover. Bij huwelijkse voorwaarden kan namelijk ook worden afgezien van partnerpensioen.

Bron: knb                                                         

Dit verandert per 1 januari 2018

Huwelijkse voorwaarden, kinderopvangtoeslag en de hypotheek: dit is er allemaal veranderd per 1 januari 2018

Een nieuw jaar brengt nieuwe wetten en regels met zich mee. We hebben de belangrijkste veranderingen die vandaag ingaan, op een rij gezet. Bron: De Volkskrant

– De AOW-leeftijd gaat met 3 maanden omhoog, naar 66 jaar.

– De zorgtoeslag stijgt, maar het eigen risico blijft gelijk.

– Golddiggers en ondernemers opgelet: de huwelijkse voorwaarden veranderen. Na bijna twee eeuwen komt er een einde aan het automatisme van trouwen ‘in algemene gemeenschap van goederen’: iedere partner behoudt zijn privévermogen. Hier lees je hoe dat precies zit.

– Het minimumloon gaat gelden bij betaling op basis van stukloon. Het minimumloon gaat van 72,25 euro naar 72,83 euro per dag.

– De maximale hypotheek gaat omlaag: van 101 naar 100 procent van de woningwaarde. Er mag niet meer geleend worden dan het huis waard is.

– De financiële vergoeding bij ontslag gaat omhoog: van 77.000 naar 79.000 euro.

– De Verenigingen van Eigenaars (VvE’s) zijn vanaf nu verplicht om een apart potje te maken voor het onderhoud aan het gebouw.

– Als hun kind naar de peuterspeelzaal gaat, krijgen ouders vanaf nu ook
kinderopvangtoeslag.

– De eisen voor de kwaliteit van de kinderopvang worden strenger.

– Vanaf nu kunnen zedendelinquenten en daders van zware geweldsmisdrijven langer onder intensief toezicht blijven.

– De kinderrechter mag beslissen over het contact of omgang van kinderen met de ouder die zijn partner heeft gedood.

– Organisaties in vitale sectoren moeten digitale inbraken en storingen melden bij het Nationaal Cyber Security Centrum.

– Nederland is voor een jaar lid van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.

– Vier Nederlandse F-16’s gaan vanaf een basis in Jordanië in Irak en Oost-Syrië weer doelen van terreurgroep IS bombarderen.

– De landbouwregeling geldt niet meer. Dit was een fiscale regel die landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers de mogelijkheid gaf geen btw in rekening te hoeven brengen en geen btw-administratie bij te hoeven houden, om zo de administratieve lasten te verlagen.

– Glastuinbouwbedrijven moeten vanaf nu hun gewasbeschermingsmiddelen uit het afvalwater zuiveren.

– Ondernemers kunnen eenvoudiger premiekorting krijgen als ze werklozen, ouderen en/of arbeidsgehandicapten in dienst nemen.

– Voor kleine vissersboten (kleiner dan 12 meter) wordt de elektronische vangstregistratie ook verplicht.

– Voor usb-sticks en wearables moet een thuiskopievergoeding worden betaald. Dat geldt niet meer voor blanco cd’s en dvd’s.

– Vuile tweetaktbrommers en scooters gaan uit de verkoop. Alle nieuwe brommers en scooters moeten voldoen aan de Euro4-emissienorm.

– De bouwvoorschriften voor woonboten veranderen. Er gaan onder meer andere eisen gelden voor constructie, brandveiligheid en energieverbruik.

– Openbare en bijzondere scholen kunnen vanaf nu gemakkelijker samengaan. Vooral in krimpgebieden is dit steeds vaker noodzakelijk. In deze reportage van Jurre van den Berg lees je hoe dat ging in het Drentse Veenhuizen.

Bron: De Volkskrant