Wanneer uw voormalige partner weigert de (kinder-)alimentatie te voldoen, biedt het inschakelen van het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO) of een gerechtsdeurwaarder uitkomst voor het innen van deze achterstallige betalingen. Uitsluitend deze twee instanties zijn gemachtigd om alimentatievorderingen te innen.
Over het algemeen is het inschakelen van een gerechtsdeurwaarder sneller, maar dit brengt hogere kosten met zich mee dan het LBIO, dat kosteloos werkt, maar doorgaans meer tijd nodig heeft om de alimentatievordering te innen.
Het LBIO begint doorgaans met het versturen van een vriendelijke herinneringsbrief, waarin uw ex-partner wordt verzocht binnen drie weken te betalen. Daarentegen, gerechtsdeurwaarders of advocaten starten met een persoonlijk bezoek aan uw ex-partner, waarbij zij formeel de achterstallige alimentatie eisen en binnen twee dagen betaling verlangen. Indien er geen betaling of betalingsregeling volgt binnen deze termijn, zal de deurwaarder overgaan tot beslaglegging op bijvoorbeeld het salaris, bankrekening of voertuigen van uw ex-partner. De kosten die hiermee gepaard gaan, worden deels aan u doorberekend.
Achterstallige alimentatie eisen: Uw rechten
Gerechtsdeurwaarders en advocaten hebben de bevoegdheid om tot vijf jaar terug alimentatie te vorderen, in tegenstelling tot het LBIO, dat beperkt is tot zes maanden. Het LBIO kan daarnaast geen hulp bieden bij het niet betalen van de wettelijke indexatie van uw alimentatie. Advocaten hebben daarentegen wel de bevoegdheid om ook deze indexatie, tot vijf jaar terug, te vorderen.
Indien uw achterstallige alimentatie ouder is dan vijf jaar, verandert deze vordering in een natuurlijke verbintenis. Hoewel u nog steeds recht heeft op deze bedragen, kunnen ze niet afgedwongen worden via een gerechtsdeurwaarder of het LBIO. U mag echter wel de achterstallige alimentatie verrekenen met eventuele toekomstige betalingen aan uw ex-partner, aangezien de verjaringstermijn voor verrekening pas na twintig jaar verloopt.
In geval van niet-betaling van (kinder-)alimentatie, zijn er diverse acties die een advocaat of gerechtsdeurwaarder kan ondernemen:
- Loonbeslag: Indien uw ex-partner in loondienst is, kan loonbeslag worden gelegd. Sinds 2021 ontvangt de schuldeiser altijd minstens 5% van het netto salaris, ongeacht de beslagvrije voet.
- Beslag onder Opdrachtgevers: Bij zelfstandige ex-partners kan er beslag worden gelegd onder hun opdrachtgevers. Dit vereist kennis van wie deze opdrachtgevers zijn.
- Beslag op Vermogen: Indien inkomens- of derdenbeslag niet succesvol is, kan de gerechtsdeurwaarder beslag leggen op de banktegoeden van uw ex-partner.
- Beslag op Bezittingen: Als beslag op inkomen of bankrekening geen resultaat oplevert, kan beslag gelegd worden op bezittingen zoals voertuigen of waardevolle spullen.
- Beslag op Woning: Als uw ex-partner een eigen woning heeft, kan daarop beslag worden gelegd, mits deze niet wordt gehuurd.
- Beslag onder de Belastingdienst: Beslaglegging op belastingteruggaven kan ook een optie zijn.
- Gijzeling: Bij achterstallige kinder- of partneralimentatie kan, als laatste redmiddel, gijzeling worden overwogen. Dit vereist echter gerechtelijke goedkeuring en is een kostbare procedure.
- Faillissementsaanvraag: Als laatste optie kan het faillissement van uw ex-partner worden aangevraagd, wat meerdere schulden vereist. Dit proces verloopt via een advocaat.
Voor meer informatie over incasso van achterstallige alimentatie, bezoek advocaten.nl advocaten.nl of bel 0900-advocaten.