De wet geeft een kind dat is onterft enige bescherming. Artikel 4:63 BW bepaalt dat een kind een vordering heeft, de legitieme portie, en dat dit een vordering in geld is. Een legitimaris wordt dan een schuldeiser van de nalatenschap. Hij heeft geen recht op goederen, zoals een schilderij, maar kan alleen betaling in geld vorderen.
Veel babyboomers staan op het punt dat zij gaan denken over hun nalatenschap en hun erfgenamen, de kinderen. Indien de relatie tussen ouder en kind te wensen over laat, kiezen zij er soms voor om een kind te onterven. In beginsel betekent onterven dat het kind niets erft. Het erfdeel van de onterfde wast aan bij de overige erfgenamen. Onterven kan uitsluitend door dit in een testament te bepalen.
Het onterfde
kind is geen erfgenaam
Een kind dat is onterfd heet een legitimaris. Ook het kind van een onterfde, die de nalatenschap verwerpt, is een legitimaris. De wet geeft de legitimaris wel enige bescherming. Artikel 4:63 BW bepaalt dat een kind een vordering heeft, de legitieme portie, en dat dit een vordering in geld is. Een legitimaris wordt dan een schuldeiser van de nalatenschap. Hij heeft geen recht op goederen, zoals een schilderij, maar kan alleen betaling in geld vorderen.
Hij heeft
daarmee gelijke rechten als andere schuldeisers, en is dus niet betrokken bij
de afhandeling van de nalatenschap. Hij is uitdrukkelijk geen erfgenaam en dient
dus gewoon de afwikkeling van de nalatenschap door de erfgenamen af te wachten.
Hoe wordt vordering van de onterfde berekend?: de legitieme
De legitieme bedraagt de helft van de waarde waarover de legitieme porties worden berekend, gedeeld door het aantal in artikel 4:10 lid 1 a genoemde personen. ( artikel 4:64 lid 1BW). Eenvoudiger gesteld is de legitieme portie het gedeelte van de erfenis van de ouder waarop het kind altijd recht heeft. De legitieme portie is de helft van wat een kind zonder testament zou krijgen.
Dus als A en
B drie kinderen hebben (C, D en E) en A komt te overlijden, dan zijn er 4
erfgenamen B, C, D en E die elk 1/4 erven.
De kinderen hebben een legitieme van 1/2 van 1/4 , dus 1/8. Wanneer een onterfd
kind dus een beroep doet op zijn legitieme heeft hij een vordering gelijk aan 1/8
van ‘de waarde waarover de legitieme porties worden berekend’. Deze waarde is de
legitimaire massa.
Legitimaire massa
De legitimaire massa moet dan worden berekend aan de hand van de waarde van de goederen van de nalatenschap. Dit zijn alle goederen die er waren op de dag van het overlijden, maar daar moet bij worden opgeteld bepaalde schenkingen (giften) die de erflater tijdens leven aan erfgenamen heeft gedaan; en afgetrokken de schulden zoals genoemd in artikel 4:7 lid 1 BW.
Geschillen over de legitimaire massa
Veel
geschillen ontstaan tussen erfgenamen onderling en met de legitimaris bij het
vaststellen van de legitimaire massa Daarbij gaat het vaak over de vraag welke giften
van de erflater in aanmerking genomen moeten worden bij het berekenen van de
legitimaire massa. Zo komt het vaak voor dat een kind reeds een aanzienlijke
gift ontvangt. Deze gift wordt dan door deze regeling weer `fictief ingebracht´
(inbrengplicht) , en dus als het ware weer herverdeeld. Is de gift relatief
groot ten opzichte van de gehele nalatenschap dan zou dit voor het begiftigde
kind een aanzienlijke vermindering van haar erfdeel kunnen betekenen. Volgens
de wet wordt die erfgenaam daarmee echter niet gekort of benadeeld. Dit is nu
eenmaal de wijze waarop de wet een dergelijk vermogen berekend. De waarde die
overeenkomt met 1/8 deel van de legitimaire massa is dan de legitieme portie.
Inbrengplicht is afgeschaft
In het oude
erfrecht (voor 1 januari 2003) werd hetgeen wat de kinderen bij leven kregen
geschonken, in mindering gebracht op hun latere erfenis; de waarde van de
schenking en het erfdeel werden dan met elkaar verrekend. Het kind kon alleen
van deze inbrengplicht worden vrijgesteld als de ouders dat bij de schenking
zelf of in een testament hadden bepaald.
Door de
inbrengplicht werd de gelijkheid van alle erfgenamen gewaarborgd omdat bij de verdeling van de nalatenschap uiteindelijk iedere
erfgenaam evenveel ontving
In het erfrecht
na 1 januari 2003 is die inbrengplicht in beginsel afgeschaft en geldt dat schenkingen
aan kinderen die erfgenaam zijn niet hoeven te worden ingebracht in de
nalatenschap van de ouder, tenzij de ouder dit ten tijde van het verrichten van
de schenking of in zijn testament heeft bepaald. Indien het niet de bedoeling
is dat de schenking ingebracht wordt in de nalatenschap, dan moet dat worden bepaald
bij het doen van de schenking.
Wanneer eist de onterfde zijn
legitieme op?
De onterfde
legitimaris die een beroep doen op legitieme portie moet dat tijdig doen.
Allereerst kunnen de erfgenamen (bijvoorbeeld de executeur) de legitimaris een
redelijke termijn stellen. Verklaart de legitimaris binnen deze termijn niet dat
hij zijn legitieme wenst te ontvangen dan vervalt zijn recht. Een verklaring dient
schriftelijk te worden gedaan.
Dit geldt ook indien een erfgenaam die niet is onterfd de erfenis verwerpt. Verwerping vaan de nalatenschap kan via de griffie van d e rechtbank of bij een notaris geschieden. Gelijktijdig kan de erfgenaam zijn recht op de legitieme voorbehouden. Doet hij dat niet gelijktijdig met die verwerping dan vervalt eveneens zijn recht en ontvangt hij dus niets.
In het
algemeen is een legitieme portie opeisbaar zes maanden na het overlijden. De
belangrijkste uitzondering hierop is de situatie waarbij er sprake is van de
zogenaamd langstlevende beding. In dat geval kan de legitimaris de legitieme
portie pas opeisen bij het overlijden van de langstlevende ouder.
De uiterlijk
vervaltermijn voor het opeisen van de legitieme is vijf jaar nadat de
legitimaris kennis heeft genomen van het
overlijden.
Welke rechten heeft de legitimaris?
Iemand die onterfd is, hoeft niet volgens de wet niet geïnformeerd te worden. Hij moet dus zelf achter zijn geld aan. De legitimaris is immers geen erfgenaam, en hij is in beginsel ook geen schuldeiser, zolang hij geen beroep doet op de legitieme. Daarmee komt het vaak voor dat de onterfde volledig in het duister tast. Indien hij een beroep op de legitieme doet dan zal hij wel moeten kunnen vaststellen hoe hoog zijn vordering op de nalatenschap is
De Rechtbank Midden-Nederland heeft in een recente beslissing aangegeven op welke informatie een legitimaris recht heeft op grond van de wettelijke bepaling (4:78 BW). Dit zijn in elk geval alle gegevens om die vordering te kunnen vaststellen. Die kan de legitimaris opvragen bij een executeur en de erfgenamen.
Informatie om legitieme portie te bepalen
artikel 4:78 lid 1 BW bepaalt dat “alle daartoe strekkende inlichtingen” dienen te worden afgegeven. De informatie is dus beperkt is tot de gegevens die nodig zijn voor de berekening van de legitieme portie. De rechtbank veroordeelde in dit geval de executeur tot het verstrekken van de volgende stukken:
- de aangifte en, zodra aanwezig, de aanslag erfbelasting;
- bankafschriften (of een print van de internetpagina’s) van schenkingen die 180 dagen voor het overlijden zijn verricht;
- bankafschriften (of een print van de internetpagina’s) van de betaal- en beleggingsrekeningen op overlijdensdatum;
- de (voorlopige) aanslagen inkomstenbelasting voor het jaar van overlijden en het jaar ervoor.
- informatie over giften als bedoeld in 4:67 BW;
- informatie over levensverzekeringen en polissen;
- WOZ beschikking van de tot de nalatenschap behorende woning.
Maar in
andere gevallen kan meer of minder informatie worden verstrekt, al naar gelang
de omstandigheden.
Indien dus de erfgenamen de benodigde stukken niet vrijwillig afgeven, of indien in redelijkheid kan worden betwijfeld of alle informatie correct is (achterhouden van vermogen door de erfgenamen), kan de legitimaris op de voet van artikel 843a RV en art. 3:299 BW een verzoek bij de kantonrechter indienen om alle informatie op te vragen die nodig is voor het berekenen van de legitieme portie. De legitimaris kan ook een verzoek bij de rechtank doen tot een verplichte notariële boedelbeschrijving.
Vrij en onbezwaard geld ontvangen
Als vaststaat dat de legitimaris recht heeft op een legitieme portie dan dient hij de legitieme vrij en onbezwaard te ontvangen. Dat wil zeggen dat er door de erfgenamen geen voorwaarden kunnen worden verbonden aan de uitkering. Hij is immers een gewone schuldeiser van de nalatenschap.
Hebt u advies of rechtsbijstand nodig bij uw vordering jegens erfgenamen, bel dan met 0900-0600 of vul een formulier in