Het Niet Nakomen van een Koopovereenkomst Onroerend Goed: Wat zijn de Gevolgen voor Koper en Verkoper?

Het niet nakomen van een koopovereenkomst door de koper kan verstrekkende financiële gevolgen hebben. In veel gevallen bevat een koopovereenkomst een boeteclausule van 10% van de koopsom als de koper zijn verplichtingen niet nakomt. Hoewel taalbarrières en misleiding door derden als verzachtende omstandigheden kunnen worden aangevoerd, ontslaan deze de koper doorgaans niet van zijn verplichtingen. De rechter kan de boete in sommige gevallen matigen, maar dit wordt alleen gedaan wanneer de boete als buitensporig wordt beschouwd.

De koop van een woning is voor veel mensen een van de grootste en belangrijkste financiële beslissingen in hun leven. Wanneer een koopovereenkomst voor een woning wordt gesloten, zijn de verwachtingen vaak duidelijk: de koper betaalt de overeengekomen koopsom en de verkoper levert de woning zoals afgesproken. Maar wat gebeurt er als de koper zijn verplichtingen niet nakomt?

In deze bijdrage bespreken we de juridische gevolgen van het niet nakomen van een koopovereenkomst door de koper, waarbij we specifiek kijken naar situaties waarin de koper zich beroept op taalbarrières, misleiding door derden of andere persoonlijke omstandigheden. We behandelen enkele relevante uitspraken en bespreken de boeteclausules die vaak in dergelijke overeenkomsten voorkomen.

Niet-nakoming en boeteclausules

Een koopovereenkomst bevat meestal een zogenaamde boeteclausule. Dit betekent dat, als de koper niet aan zijn verplichtingen voldoet, de verkoper een contractuele boete kan eisen. Vaak bedraagt deze boete 10% van de koopsom, maar dit kan verschillen afhankelijk van wat in het contract is afgesproken. Deze boete dient als compensatie voor de schade die de verkoper lijdt doordat de woning opnieuw moet worden verkocht, vaak onder minder gunstige omstandigheden. Een bekend voorbeeld hiervan is te vinden in de zaak ECLI:NL:RBAMS:2018:1978, waar de rechtbank Amsterdam oordeelde dat de koper een boete van €7.500 moest betalen, ondanks dat de koper probeerde de boete te matigen.

Misleiding en taalbarrières

Soms beroept de koper zich op misleiding door de tussenpersoon of op een gebrek aan kennis van de Nederlandse taal en het juridische systeem. Dit kan inderdaad een lastige situatie zijn, vooral voor internationale kopers die niet volledig begrijpen wat hun verplichtingen zijn. Toch is het belangrijk te benadrukken dat taalbarrières en misleiding door derden, zoals een hypotheekadviseur, de koper niet ontslaan van zijn contractuele verplichtingen. In dergelijke gevallen wordt verwacht dat de koper zich professioneel laat bijstaan om te zorgen dat hij de overeenkomst goed begrijpt.

Dit werd ook bevestigd in een zaak waarin de koper zich beroept op de complexiteit van de hypotheekdocumenten en beweerde dat hij was misleid door zijn adviseur. De rechter stelde echter dat het de verantwoordelijkheid van de koper was om de benodigde stappen te nemen voor het verkrijgen van een lening, en dat het nalaten daarvan niet aan de verkoper kan worden toegerekend.

Matiging van de boete

In sommige gevallen kan de koper proberen om de boete te laten matigen door de rechter. Dit betekent dat de rechter de boete verlaagt omdat deze in verhouding tot de geleden schade buitensporig hoog zou zijn. De rechtbank zal bij zo’n verzoek kijken naar de ernst van de overtreding en de werkelijke schade die de verkoper heeft geleden

De rechtbank Amsterdam overwoog in de eerder genoemde zaak dat de boeteclausule alleen mag worden gematigd als de toepassing daarvan leidt tot een “buitensporig en onaanvaardbaar resultaat”. Dit is echter een hoge drempel, en de matigingsbevoegdheid wordt slechts met terughoudendheid toegepast

Wat kan een verkoper doen?

Als de koper zijn verplichtingen niet nakomt, is het belangrijk dat de verkoper snel handelt. Dit betekent dat hij de koper een ingebrekestelling stuurt en duidelijk maakt dat hij nakoming van de overeenkomst verlangt. Als de koper dan nog niet voldoet, kan de verkoper de overeenkomst ontbinden en de boete opeisen.

Conclusie

Het niet nakomen van een koopovereenkomst door de koper kan leiden tot aanzienlijke financiële gevolgen, waaronder het betalen van een boete. Taalbarrières of vermeende misleiding door derden zijn geen geldige redenen om aan deze verplichtingen te ontkomen. Verkoper en koper doen er goed aan om duidelijk te communiceren en, waar nodig, juridische stappen te ondernemen om de overeenkomst af te dwingen of te ontbinden. In gevallen waarin de boete buitensporig lijkt, kan de rechter matiging overwegen, maar dit wordt slechts in uitzonderlijke gevallen toegestaan.

Voor meer informatie over dit onderwerp en vergelijkbare juridische kwesties, kunt u contact opnemen met 0900-advocaten of een email zenden aan info@advocaten.nl, of een vraag stellen via de website.

Gemeente Verliest Juridische Strijd over Bericht in MijnOverheid Berichtenbox

De rechtbank heeft bepaald dat de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moet nemen over een bezwaar tegen een onroerendezaakbelastingaanslag, vanwege het ontbreken van een e-mailnotificatie in de Berichtenbox van MijnOverheid. Deze beslissing volgt op de lijn van recente jurisprudentie die stelt dat de overheid burgers moet waarschuwen bij communicatie via MijnOverheid zonder notificatie, gezien de ernstige gevolgen van gemiste termijnen.

Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam

Ongeveer 2 jaar geleden berichtte Security.nl over een Rechtbankbeslissing MijnOverheid Berichtenbox Amsterdam waarbij een heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam een nieuw besluit moest nemen betreffende het bezwaar van een inwoner tegen een te laat ingediende OZB-aanslag. Dit komt door een opmerkelijk fout:
het niet selecteren van de optie om een e-mailmelding te ontvangen bij een nieuw bericht in de Berichtenbox van MijnOverheid. Als een bestuursorgaan deze voorkeur niet verifieert, kan de burger niet aansprakelijk worden gesteld voor het missen van het bericht.

De betrokken Amsterdammer ontving de belastingaanslag digitaal in zijn Berichtenbox op MijnOverheid, wat toegestaan was aangezien hij een actief MijnOverheid-account had. Zijn bezwaar werd echter als te laat beschouwd, aangezien de bezwaartermijn start op het moment dat het bericht in de Berichtenbox wordt geplaatst, zoals bepaald in artikel 2:17 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hier ontstond de verwarring.

Hoewel bij het plaatsen van een bericht een e-mailnotificatie hoort, is het tijdstip van verzending of ontvangst hiervan niet relevant. Het missen van deze notificatie, bijvoorbeeld doordat deze in de spam terechtkomt, wordt normaal gezien als een persoonlijk probleem van de ontvanger. Maar recentelijk heeft de rechtspraak hier een andere draai aan gegeven:
Als iemand aangeeft elektronisch bereikbaar te zijn voor overheidscommunicatie zonder expliciet aan te geven e-mailmeldingen te willen ontvangen bij elk nieuw bericht in de Berichtenbox, dient het bestuursorgaan na te gaan of dit werkelijk de intentie van de burger was.

De rechtbank verwijst naar een uitspraak van de hoogste bestuursrechter uit 2021:
Volgens dit principe, voortbouwend op de inhoud van het betreffende wetsvoorstel, leidt het ontbreken van een notificatie ertoe dat de termijnoverschrijding niet tegen de indiener van een te laat ingediend bezwaar wordt gebruikt, mits hij binnen zes weken na kennisname van het besluit alsnog bezwaar maakt.

Dit standpunt wordt ondersteund door een rapport van de Ombudsman, dat benadrukt dat veel burgers niet dagelijks hun Mijn Berichtenbox controleren. De overheid legt met deze communicatievorm extra lasten op de burger, in tegenstelling tot een fysieke brief. De e-mailnotificatie is dus meer dan een vriendelijke service; het is een cruciaal onderdeel van de dienstverlening.

In een eerdere zaak van het Cbb ging het om sociale zekerheid, maar deze rechtbank heeft de uitspraak doorgetrokken naar belastingrecht, gezien de mogelijk ingrijpende gevolgen van het missen van een belastingaanslag:
De rechtbank concludeert dat ook in belastingzaken de overheid moet waarschuwen als berichten alleen zichtbaar worden in de Berichtenbox van MijnOverheid zonder notificatie.

De uitspraken zijn voor veel burgers nog actueel, omdat veel gemeenten een ongewijzigde systeem hanteren

Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp bij geschillen met de overheid kunnen ondernemers terecht op advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

De Spoedprocedure bij Alimentatie: Artikel 223 Rv

Bij betalingsproblemen in verband alimentatie is er de mogelijkheid van het aanvragen van een voorlopige voorziening op grond van artikel 223 Rv . Het biedt een alternatief voor langdurige procedures en stelt belanghebbenden in staat snel tijdelijke oplossingen te verkrijgen.

Lukt het u niet langer om alimentatie te voldoen en loopt u daardoor het risico op financiële problemen als de alimentatie niet direct wordt verlaagd? Ervaart u aanhoudende of permanente financiële moeilijkheden in uw bedrijf waardoor het betalen van alimentatie onmogelijk wordt? U kunt met ondersteuning van een advocaat een spoedprocedure initiëren bij de rechtbank onder artikel 223 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (verder: Rv), met als doel een tijdelijke opschorting van uw alimentatieverplichtingen te bewerkstelligen.

In alle situaties kan de onderhoudsplichtige partij een verzoek tot wijziging van de alimentatie indienen. Dit kan bijvoorbeeld als het inkomen zo veranderd is dat de eerder bepaalde onderhoudsbijdrage onbetaalbaar is geworden. Bij een standaardprocedure kan het echter maanden duren voordat de zaak behandeld wordt en de rechter een uitspraak doet. Gedurende deze periode blijft de vastgestelde onderhoudsbijdrage van kracht, en niet-betaling kan leiden tot acties van het LBIO of een deurwaarder.

De Kracht van een Voorlopige Voorziening

Een voorlopige voorziening, aangevraagd bij de rechtbank, kan in deze situaties uitkomst bieden. Deze voorziening, gebaseerd op artikel 223 Rv, stelt de rechter in staat om snel een tijdelijke beslissing te nemen. Het kan zelfs na een scheiding worden aangevraagd en blijft geldig voor de duur van de lopende bodemprocedure. Dit artikel zal verduidelijken hoe u deze procedure kunt starten en wanneer het toepasbaar is. Voor verdere informatie kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Artikel 223 in de Praktijk

Artikel 223 Rv, onderdeel van de titel over dagvaardingsprocedures, stelt dat tijdens een lopend geding elke partij een voorlopige voorziening kan vragen. De verzoekschriftprocedure (zoals bij alimentatiezaken) heeft echter geen direct vergelijkbare bepaling. Toch heeft de Hoge Raad op 5 december 2014 in ECLI:NL:HR:2014:3533 bevestigd dat artikel 223 Rv ook in verzoekschriftprocedures gebruikt kan worden.

Hoe een Voorlopige Voorziening Aanvragen?

Een verzoek om een voorlopige voorziening onder artikel 223 Rv kan ingediend worden via een advocaat, zowel in de hoofdzaak als in een apart incidenteel verzoekschrift. Het verzoek kan ook worden ingediend als zelfstandig verzoek bij een verweerschrift. De rechtbank beslist of het verzoek direct behandeld wordt. Bij toewijzing geldt de voorziening voor de duur van de bodemprocedure, maar een spoedeisend belang is vereist. De rechter weegt hierbij de belangen van partijen af tegen de verwachte duur en uitkomst van de bodemprocedure, en er moet voldoende samenhang zijn met de bodemprocedure.

Voorbeeld van Toepassing

Voor voorlopige voorzieningen onder artikel 821 Rv zijn de toepasselijke situaties strikt bepaald, maar voor artikel 223 Rv is dit niet het geval. Zo kan bijvoorbeeld verzocht worden om tijdelijke nihilstelling of schorsing van alimentatie gedurende een procedure over alimentatievermindering.

Wilt u meer weten over dit onderwerp of zoekt u een advocaat die u kan bijstaan, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.”

Vereenvoudiging stelsel griffierechten leidt niet tot gewenste effecten

De vereenvoudiging van het stelsel van griffierechten (geld dat moet worden betaald voor het voeren van een rechtszaak) heeft geleid tot onbedoelde en ongewenste gevolgen. De operatie zorgde onder meer voor minder handelszaken (veel voorkomende zaken over arbeids- en huurzaken, verzekeringen en overeenkomsten).

In hoger beroep wamen – tegen de bedoeling in – juist meer zaken. Onderzoekers spreken over een ‘complexe operatie, met duidelijke kosten, niet zulke duidelijke baten en onvoorziene gevolgen’. De Raad voor de rechtspraakwaarschuwde in 2011 in een wetgevingsadvies (pdf, 146,4 KB) voor het wetsvoorstel: hij adviseerde het parlement er niet mee in te stemmen.

De ongewenste en onbedoelde effecten blijken uit Evaluatie Wet griffierechten burgerlijke zaken: de complexiteit van vereenvoudiging (pdf, 3,6 MB), een gezamenlijk rapport van het WODC (het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum van het ministerie van Veiligheid en Justitie) en de Raad voor de rechtspraak. Vandaag verscheen in het vakblad voor juristen NJB een artikel over dit rapport.

Vervanging wet

De huidige Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) verving de Wet tarieven in burgerlijke zaken (Wtbz). De Wtbz was volgens de wetgever ‘ingewikkeld, niet transparant, niet consistent en arbeidsintensief’. Het belangrijkste doel van de Wgbz was vereenvoudiging, inzichtelijker tarieven en vermindering van werklast in civiele zaken voor de administraties van gerechten. Er waren 2 randvoorwaarden: de toegang tot de rechter moest gewaarborgd blijven en de overheidsinkomsten dienden op peil te blijven.

Niet positief

Frits Bakker: ‘We hebben destijds aangegeven dat het riskant is in te grijpen in een goed functionerend systeem. Die vrees was terecht’

De onderzoekers keken wat er terecht is gekomen van de voornemens. De bevindingen zijn niet positief. De belangrijkste reden voor rechters, medewerkers van de Rechtspraak en juridisch hulpverleners (advocaten, gerechtsdeurwaarders en medewerkers van het Juridisch Loket) om negatief te oordelen over de Wgbz, is de hoogte van het griffierecht.

Riskant

Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak: ‘Dit onderzoek toont precies aan waar wij bang voor waren. We hebben destijds aangegeven dat het riskant is in te grijpen in een goed functionerend systeem. Het belang van goede, toegankelijke rechtspraak is groot. Mensen mogen niet om financiële redenen afzien van een rechtszaak. Met name voor relatief kleine vorderingen zijn de tarieven nu te hoog. Dat mag niet in een rechtsstaat: mensen moeten hun recht kunnen halen.’

Strategisch gedrag

Financiële afwegingen spelen een grote rol bij de beslissing wel of niet een beroepte doen op de rechter, aldus de onderzoekers. De tarieven zijn verhoudingsgewijs het sterkst gestegen in de categorie handelszaken met een financieel belang tussen 500 en 5.000 euro. Als alleen wordt gekeken naar de invloed van het duurder worden van de gang naar de rechter, nam het aantal handelszaken in eerste aanleg met 20 procent af. Rechters, advocaten en deurwaarders zien ook  sinds de Wgbz meer ‘strategisch procedeergedrag’: om minder griffierecht te hoeven betalen, worden bijvoorbeeld vorderingen verlaagd of gesplitst; bij huurvorderingen wordt niet gevraagd om verschuldigde huur, maar om ontruiming van de woning.

De frequentie waarmee in handelszaken hoger beroep werd aangetekend nam, doordat deze rechtsgang goedkoper werd, juist met 28 procent toe. Beide effecten – minder handelszaken in eerste aanleg, meer in hoger beroep – waren juist niet in overeenstemming met de door de wetgever genoemde bedoelingen.

​Betalen aan de poort

Ook op andere onderdelen zijn de doelstellingen niet gehaald. De onderzoekers constateren dat met name door de introductie van ‘betalen aan de poort’ (de rechtszaak start pas als het verschuldigde griffierecht is betaald) de doelstelling van vereenvoudiging en vermindering van de werklast voor de administratie van de gerechten geen werkelijkheid is geworden. De overheidsinkomsten uit griffierechten bleven in de periode 2009-2012 ook niet op peil met de uitgaven aan Rechtspraak, maar stegen veel sterker: 28 procent tegen een stijging van de uitgaven met slechts 5 procent.
De onderzoekers concluderen dan ook: ‘De kloof tussen de beleidsmatige uitgangspunten (..) en de werkelijkheid (..) is op een aantal punten groot’.

Bron: de Rechtspraak

Digitaal procederen wordt verplicht in 2017; de dagvaarding verdwijnt !

Digitaal procederen in civiel en bestuursrecht is per 1 februari 2017 verplicht voor professionals, zoals advocaten, deurwaarders, bestuursorganen en rechtspersonen. De procedures moeten vanaf dat moment digitaal worden gevoerd. Tegelijkertijd met de digitalisering krijgt het civiel recht een vereenvoudigde basisprocedure. Daarbij verdwijnt de dagvaarding of het verzoekschrift waarmee thans de procedure formeel wordt ingeleid. De nieuwe procedure bestaat één schriftelijke ronde en een mondelinge behandeling, waarna de rechter uitspraak doet. De rechter heeft hierin een actieve rol. Hij is gericht op een snelle, goede oplossing van het geschil.

In de afgelopen periode zijn de geautomatiseerde systemen van rechtbanken en advocatuur aangepast op deze nieuwe werkwijze. De zgn. roladministratie waarin de voortgang van de rechtbankprocedure wordt bewaakt is al volledig digitaal. Ter voorkoming van datalekken mag er uitsluitend online via beveiligde lijnen (encrypted) worden gecommuniceerd. Advocaten hebben daarvoor een speciale advocatenpas met e-Herkenning.

Ook de zittingszalen van rechtbanken worden momenteel aangepast. Er komen meerdere monitoren, waardoor er bijvoorbeeld op een scherm kan worden meegekeken naar bewijsmateriaal zoals foto’s  en kan worden meegelezen in de processtukken. Of een procedure in de toekomst geheel papierloos zal zijn, moet nog blijken.

In de vorderingsprocedure (voorheen: dagvaardingsprocedure) of verzoekprocedure (voorheen: verzoekschriftenprocedure) wordt na het digitaal indienen/uploaden van de zgn. ‘procesinleiding’ een oproepingsbericht door de griffier opgesteld. De (advocaat) van de eisende partij krijgt dat oproepingsbericht digitaal van de griffier. De advocaat van de eiser moet vervolgens zorgen dat het oproepingsbericht binnen bij de wet gestelde termijn bij de verweerder terecht komt; dat gebeurt dan wel via exploot, dan wel via een vormvrije weg.

Dat kan zijn een brief, maar mag zelfs per mail, whatsapp en/of persoonlijke overhandiging. “Verschijnt” de verweerder niet op de laatst mogelijke dag als het vormvrij is bezorgd, dan moet het oproepingsbericht alsnog bij exploot door de deurwaarder worden betekend. Na een lobby van de deurwaarders is er een tweede manier van “bezorgen” in de wet terecht gekomen. Dat is de situatie dat het oproepingsbericht niet door de griffier, maar door de deurwaarder wordt opgesteld en per exploot door hem wordt betekend. Daarna dient uiterlijk binnen 5 dagen na betekening de oproep digitaal te worden ge-upload.

Het is de bedoeling dat in de toekomst iedereen een digitale kanton- of andere rechtszaak kan starten. Partijen loggen via de digitale portaal van www.Rechtspraak.nl met DigiD of e-Herkenning in om een procedure te starten. Zij kunnen vervolgens digitaal: verweer voeren, stukken indienen en inzien, de procesvoortgang volgen en de uitspraak van de rechter ontvangen. Dit alles via een veilig en toegankelijk systeem.

Bron: Actuele artikelen

meer bevoegdheden bestuursrechter

Bestuursrechter moet meer bevoegdheden krijgen

De rechter moet meer bevoegdheden krijgen om beleid van gemeenten te kunnen toetsen. Dit zou tegenwicht bieden aan de huidige praktijk waarin gemeenten steeds meer vrijheid krijgen om zelf sociaal beleid te ontwikkelen.

Dit concluderen 4 Groningse rechtswetenschappers in een verschenen onderzoek dat ze verrichtten in opdracht van Instituut GAK.

Voorbeelden van beleidsterreinen waar gemeenten meer bevoegdheden kregen zijn de sociale bijstand en de maatschappelijke ondersteuning. De onderzoekers gingen na welke gevolgen deze veranderingen hebben voor het functioneren van de rechtsstaat. Doordat gemeenten verschillend beleid voeren, ontstaat er voor burgers rechtsongelijkheid. In de ene gemeente krijgen zij bepaalde zorg of uitkeringen wel, in andere niet.

 Meer bevoegdheden

De bestuursrechter zou volgens de onderzoekers de bevoegdheid moeten krijgen bij een verschillende invulling van gemeenten van landelijk beleid in te kunnen grijpen. De rechter kan nu alleen in individuele zaken oordelen. De rechtswetenschappers pleiten ook voor een (collectieve) klachtenprocedure over de schending van sociale grondrechten bij het College voor de Rechten van de Mens. Zo’n procedure kan functioneren als een ‘geschikt alarmsysteem’ voor tekortschietend gemeentelijk sociaal beleid, menen de onderzoekers.

 Waarschuwing

De Raad voor de rechtspraak heeft in een wetgevingsadvies over de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 al gewaarschuwd voor het mogelijk optreden van rechtsongelijkheid en minder rechtsbescherming als gevolg van deze wet.

Bron: Rechtspraak.nl

rechtbank blijft in Almelo, Assen, Dordrecht, Alkmaar, Zutphen, Maastricht en Lelystad

Almelo, Assen, Dordrecht, Alkmaar, Zutphen, Maastricht en Lelystad blijven volwaardige rechtspraaklocaties.

Dat hebben de presidenten en de Raad voor de rechtspraak besloten. Aanleiding hiervoor is dat de Tweede Kamer donderdag een breed ondersteunde motie indiende die de regering oproept in de Voorjaarsnota 2016 ‘voldoende middelen vrij te maken’ om de genoemde 7 vestigingen ‘volwaardig open te houden, zonder leegstand te financieren’. De Tweede Kamer stemt dinsdag 1 december over de ingediende moties project management collaboration software.
Plan

De Rechtspraak had een plan opgesteld waarin stond dat in de 7 vestigingen niet meer alle rechtszaken zouden worden behandeld. Hierdoor zouden op deze plekken niet meer dure faciliteiten als grote zittingszalen, cellenblokken en beveiliging hoeven te worden gefinancierd. Onderdeel van het plan was ook de kantoren in de arrondissementen waarin de vestigingen liggen, te concentreren op 1 hoofdlocatie, waardoor op huisvesting zou kunnen worden bespaard.

Bezuinigingen
Aanleiding het plan op te stellen was dat de Rechtspraak wordt geconfronteerd met bezuinigingen oplopend tot 88 miljoen euro. Tegelijkertijd moet de Rechtspraak investeren in verlichting van de werkdruk en kwaliteit. Zo loopt er een grootschalig moderniseringsprogramma waarvan digitalisering een belangrijk onderdeel uitmaakt.

50 miljoen
In de aanloop naar de begroting van het ministerie van Veiligheid en Justitie vorige week, heeft de Rechtspraak steeds gezegd 50 miljoen euro structureel extra nodig te hebben om overal alle rechtszaken te kunnen blijven doen én de noodzakelijke investeringen in kwaliteit te kunnen betalen. Vlak voor de begrotingsbehandeling maakte minister Van der Steur bekend in 2016 20 miljoen extra en vanaf 2017 25 miljoen structureel beschikbaar te stellen. Hier komt dus als gevolg van de motie van de Tweede Kamer geld bij. Hoeveel is nog niet bekend. Dat hangt af van de vraag, welke oplossingen er lokaal kunnen worden gevonden om de overtollige vierkante meters af te stoten.

Huisvesting
Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak: ‘Nu de politiek onze roep om extra geld gehoord en gehonoreerd heeft, kunnen we gaan kijken hoe we de huisvestingsparagraaf van ons toekomstplan kunnen herschrijven. Waarbij als uitgangspunt geldt dat het aanbod van rechtszaken in de 7 vestigingen gehandhaafd blijft.’

Bron: Rechtspraak

Rechters in verzet tegen tweederangs rechtbanken

De rechters in Alkmaar gaan vrijdag in toga actie voeren om hun werkplek open te houden. Ze trekken vrijdag van de rechtbank naar het stadhuis. Ze worden gesteund door een legertje advocaten, ook in toga. En ze worden begeleid door auto’s van de parketpolitie.

Rechtsprekend en politiek Nederland verzet zich fors tegen het uitkleden van de rechtbanken Alkmaar, Almelo, Assen, Dordrecht, Lelystad, Maastricht en Zutphen. Rechters in Alkmaar gaan vrijdag in toga de straat op om te protesteren tegen het besluit om in de zeven rechtbanken nog slechts kleine zaken af te handelen.

Ook elders in Nederland lopen rechters, personeel, en bestuurders te hoop tegen het besluit dat maandag is bekend gemaakt door de Raad voor de Rechtspraak. Rechters in Lelystad hebben hun ongenoegen laten blijken. “Dagelijks zoveel mensen op en neer laten reizen naar Utrecht voor zittingen die vaak nog geen kwartier duren, kan je niet vragen van mensen en hoef je ook niet te vragen van mensen,” schrijven drie rechters in nieuwsblad De Noordoostpolder.

Burgemeester Piet Bruinooge van Alkmaar heeft schriftelijk bezwaar gemaakt bij de Raad voor de Rechtspraak. Bruinooge: “Indien het besluit doorgaat vindt er straks tussen Leeuwarden en Haarlem geen volwaardige rechtspraak meer plaats. Onacceptabel!” Er verdwijnen 200 arbeidsplaatsen bij de rechtbank Alkmaar.

Tientallen rechters en medewerkers van de rechtbank in Assen gaan naar een bijeenkomst in Zwolle. Ze houden een stil protest om hun ongenoegen kenbaar te maken over de dreigende ontmanteling van de Asser rechtbank.

De gemeenteraad van Almelo heeft dinsdag burgemeester Jon Hermans-Vloedbeld aangespoord het verzet tegen de teloorgang van de rechtspraak in Almelo te leiden. Ze gaat haar partijgenoot minister Van der Steur eraan te herinneren dat zijn voorganger Ivo Opstelten harde toezeggingen heeft gedaan voor het behoud van de rechtbank Almelo.

De Commissaris van de Koning in Drenthe, Jacques Tichelaar, vindt dat er een fundamenteel politiek debat moet komen over de reorganisatie van de rechtbanken in Nederland. Ook burgemeester Gerritsen van Zutphen heeft stelling genomen: “Vanuit Justitie valt het bezuinigingsplan wellicht te begrijpen, maar vanuit (sociaal)economisch oogpunt geldt dat allerminst.”

Het CDA in de Tweede Kamer heeft een debat aangevraagd over de ‘kaalslag’ bij de rechtbanken. Het CDA maakt zich zorgen over de toegankelijkheid van het recht en behoud van werkgelegenheid, zegt Kamerlid (en voormalig rechter) Peter Oskam.

Bron: mr-online

rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl

Woont u in het buitenland en zoekt u een advocaat in Nederland?

Zit u permanent of voor langere tijd in het buitenland, en hebt u in Nederland een advocaat nodig? Advocaten.nl maakt het mogelijk. Via het formulier meldt u zich eenvoudig aan voor advies, rechtsbijstand of procesondersteuning. Alle diensten worden verleend door een advocaat. Door middel van een protocol verifiëren wij uw identiteit, en kunnen wij u vertegenwoordigen, ook indien u niet in staat bent om naar Nederland te reizen en ons te bezoeken.
Communicatie wordt gevoerd via email, skype, fax of telefoon en op elk moment van de dag.
Lees meer …

via rechtshulp voor Nederlandse expats | Advocaten.nl.

sneller en effectiever bestuursrecht

Dat beogen de Rechtspraak en diverse organisaties met het ondertekenen van een intentieverklaring op donderdag 26 april in Den Haag. Sinds 1 januari van dit jaar werken bestuursrechters bij de meeste rechtbanken volgens een efficiëntere methode: de nieuwe zaaksbehandeling. Rechtszaken worden sneller afgehandeld, rechters proberen het conflict bij de bron op te lossen en uitspraken zijn beter op maat. In het verleden waren burgers, bedrijven en organisaties nogal eens ontevreden over de langdurige procedures en het geringe praktische gehalte van het bestuursrecht. De nieuwe zaaksbehandeling moet hier verbetering in brengen.

In proefprojecten met de nieuwe werkwijze bij vier rechtbanken bleek dat rechtszaken sneller werden afgehandeld en de klanttevredenheid steeg. De sector bestuursrecht van de rechtbank Utrecht, die al sinds 2010 volgens de nieuwe zaaksbehandeling werkt, rondt nu gemiddeld in vijf á zes maanden zaken af, twee keer zo snel als voorheen. Ook het percentage zaken waarin direct ter zitting uitspraak wordt gedaan, is in Utrecht substantieel gestegen. Dat conflicten beter bij de bron worden opgelost, blijkt uit de daling van het aantal zaken in hoger beroep.

. . . lees verder op Internet