Arbitrage in Plaats van een Gerechtelijke Procedure

Arbitrage is de alternatieve geschillenbeslechting waarbij arbiters, aangewezen door de partijen, buiten de rechtbank om geschillen beslechten. Het is toepasbaar op geschillen waar partijen vrij over kunnen beschikken, uitgezonderd zaken als echtscheiding.

Voordelen zijn de keuzevrijheid en deskundigheid van de arbiter, terwijl de kosten een potentieel nadeel vormen.

In diverse standaardvoorwaarden is vastgelegd dat eventuele geschillen tussen partijen via arbitrage dienen te worden opgelost. Maar wat betekent arbitrage precies?

Arbitrage verwijst naar een geschiloplossingsprocedure waarbij arbiters, ofwel scheidsrechters, die door de partijen of een derde zijn aangewezen, een uitspraak doen in een conflict buiten de reguliere rechtbank om. Hoewel in principe enkel de rechterlijke macht gerechtigd is om civiele geschillen te beoordelen, kunnen partijen besluiten bepaalde geschillen aan arbiters voor te leggen. Elke handelingsbekwame natuurlijke persoon kan als arbiter worden aangesteld.

Arbitrage versus burgerlijke rechtspraak

Er zijn wettelijke beperkingen aan de geschillen die via arbitrage kunnen worden afgehandeld. Geschillen over rechten waarover partijen niet vrijelijk kunnen beschikken, zoals echtscheidingen en faillissementen, moeten nog steeds door een burgerlijke rechter worden beslecht.

Indien een partij ondanks een arbitrageovereenkomst een geschil voorlegt aan de burgerlijke rechter, kan de tegenpartij de onbevoegdheid van de rechter aanvoeren. Dit moet direct gebeuren; als het niet direct gebeurt, zal de burgerlijke rechter het geschil behandelen. Let wel, de burgerlijke rechter behoudt altijd de bevoegdheid om in kort geding te oordelen.

De arbitrageprocedure

Een arbitragepanel bestaat uit een oneven aantal arbiters, waaronder ook één arbiter mogelijk is. De arbiters worden aangesteld volgens de afspraak tussen de partijen, en de arbitrage vindt plaats volgens de afgesproken procedure. Indien er geen afspraken zijn gemaakt, bepaalt het arbitragepanel de procedure. Het panel zorgt voor een gelijke behandeling van de partijen en geeft beide partijen de kans om hun standpunten toe te lichten. Een arbitraal vonnis wordt pas uitvoerbaar na goedkeuring door de burgerlijke rechter.

De arbitrageovereenkomst

Arbiters worden niet benoemd als het evident is dat er geen arbitrageovereenkomst bestaat

De Hoge Raad, in haar uitspraak van 21 oktober 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BQ8777), heeft bepaald dat een verzoek om arbiters te benoemen (art. 1027 lid 3 Rv) door de rechter kan worden afgewezen wanneer onmiskenbaar geen arbitrageovereenkomst aanwezig is. Indien zo’n verzoek wordt geweigerd, is het verbod op rechtsmiddelen van art. 1070 Rv niet van toepassing.

In deze specifieke zaak ging het om een geschil tussen leden van de Nederlandse Israëlitische synagoge te Amsterdam over een vastgoedtransactie. De eisende partij, verzocht op basis van de religieuze wetten, die rabbinale arbitrage voorschrijven, om benoeming van drie arbiters. Zowel de voorzieningenrechter als het hof wezen dit verzoek af omdat deze religieuze codes niet erkend worden als bindende arbitrageovereenkomsten.

Ondanks de bepaling in art. 1027 lid 4 Rv, die stelt dat arbiters benoemd moeten worden ongeacht de geldigheid van de arbitrageovereenkomst, hield de beslissing in hoger beroep stand, met instemming van de Hoge Raad. De literatuur en voorgaande juridische interpretaties ondersteunden deze beslissing grotendeels (art. 1052 Rv; art. 1065 lid 1 onder a Rv).

Dit vonnis benadrukt dat de snelle aanstelling van arbiters niet gehinderd moet worden door de geldigheidsdiscussie van een arbitrageovereenkomst, maar dat het rechtssysteem bescherming biedt tegen onnodige procedures als er duidelijk geen overeenkomst is. Uitzonderingen op het verbod van rechtsmiddelen zoals in art. 1070 Rv bepaald, worden zorgvuldig geëvalueerd om de belangen van beide partijen te waarborgen.

De Hoge Raad heeft bevestigd dat een verzoek om arbiters te benoemen kan worden afgewezen zonder verdere rechtsgang als er duidelijk geen arbitrageovereenkomst bestaat, een standpunt dat strookt met de literatuur en eerdere jurisprudentie.

Voor- en nadelen van arbitrage

Een voordeel van arbitrage is dat partijen zelf een deskundige kunnen kiezen om hun geschil te beslechten. Dit kan van belang zijn voor zaken waar specifieke kennis vereist is. Het nadeel zijn echter de kosten; arbiters moeten betaald worden, en naarmate het proces langer duurt, kunnen deze kosten aanzienlijk oplopen.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel aan vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten

Wanneer worden proceskosten volledig vergoed?

Volledige proceskostenvergoeding is zeldzaam in Nederland, behalve in gevallen van misbruik van procesrecht of onrechtmatig gedrag. Een recente uitspraak toont aan dat gedrag of proceshouding van een partij de rechter kan aanzetten tot een volledige proceskostenveroordeling. Dit kan leiden tot aanzienlijk hogere vergoedingen dan de gebruikelijke forfaitaire kosten. Toch blijft procederen kostbaar, en daarom wordt aanbevolen om voorafgaand aan een rechtszaak schikkingsopties te verkennen.

In de wereld van juridische geschillen geldt vaak de bekende uitdrukking: ‘Wie procedeert om een koe, legt er een op toe.’ Dit gezegde benadrukt dat het voeren van een rechtszaak soms meer kosten met zich meebrengt dan de uiteindelijke opbrengst rechtvaardigt. Hoewel dit gezegde al geruime tijd bestaat, is het nog steeds van toepassing op de hedendaagse rechtspraak in Nederland.

Vooral in complexere zaken, zelfs als de inzet niet bijzonder hoog is, kunnen de advocaatkosten snel oplopen. Zelfs als een partij de zaak wint, worden deze kosten in Nederland zelden volledig vergoed. De zeer beperkte vergoeding die wordt toegekend staat bekend als de ‘forfaitaire’ vergoeding en valt doorgaans ver onder de daadwerkelijk gemaakte kosten.

Wanneer heeft u recht op volledige proceskostenvergoeding?

Partijen die betrokken zijn bij een juridisch geschil kunnen altijd de rechter verzoeken om naast de standaard forfaitaire kosten de wederpartij te verplichten de volledige proceskosten te vergoeden. Dit verzoek wordt echter alleen in uitzonderlijke gevallen gehonoreerd. De Hoge Raad heeft hierbij specifieke criteria vastgesteld die moeten worden gevolgd.

Volgens deze criteria kan een volledige proceskostenveroordeling alleen plaatsvinden wanneer er sprake is van misbruik van het procesrecht of onrechtmatig gedrag. Dit is alleen het geval wanneer het indienen van een vordering of het voeren van een verweer, gezien de “evidente ongegrondheid” ervan, “in verband met de belangen van de wederpartij” achterwege had moeten blijven. Dit geldt pas als de eiser zijn vordering of de gedaagde zijn verweer baseert op “feiten en omstandigheden waarvan hij wist dat ze onjuist waren, of behoorde te weten, of op stellingen waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat ze geen kans van slagen hadden.”

De lat ligt hoog

Tenzij een partij valse of vervalste documenten of verklaringen gebruikt (wat natuurlijk onrechtmatig is), zijn de criteria over het algemeen streng, maar niet onoverkomelijk. Dit bleek uit een uitspraak van de kantonrechter in Den Bosch op 19 november 2022. Deze uitspraak benadrukte dat het gedrag of de proceshouding van een partij de rechter kan aanzetten tot een volledige proceskostenveroordeling, bovenop het verlies van de zaak.

Evident ongegrond verweer

In dit specifieke geval ging het om een arbeidszaak waarin een groep werknemers, naast andere verzoeken, vroeg om betaling van het wettelijke CAO-loon waar ze onbetwistbaar recht op hadden. De werkgever had consistent minder uitbetaald dan het verplichte CAO-loon.

In principe kan er niet getwijfeld worden aan dit recht als er simpelweg is gewerkt, of als er niet gewerkt is maar de belemmering daarvoor aan de werkgever te wijten is. De advocaat van de werknemers had daarom eerder geprobeerd om de werkgever over te halen vrijwillig aan zijn verplichtingen te voldoen voordat de zaak werd aangespannen. De werkgever bleef echter in gebreke en beweerde tegen beter weten in dat het verplichte loon was betaald, zonder enige degelijke onderbouwing. Dit leidde tot aanzienlijke inspanningen van de advocaat van de werknemers om berekeningen te maken en het salaristekort aan te tonen, zodat de vorderingen juridisch konden worden ingediend.

De kantonrechter strafte het gedrag van de werkgever af en kende een vergoeding toe voor de werkelijke kosten van juridische bijstand.

De kantonrechter overwoog als volgt:

‘De kantonrechter heeft rekening gehouden met het feit dat de gemachtigde van de werknemers in de voorbereiding tal van argumenten heeft aangevoerd om [verweerder sub 1] te overtuigen van de onhoudbaarheid van haar standpunten. Daarnaast moet worden opgemerkt dat de gemachtigde van de werknemers onevenredig veel moeite heeft moeten doen om aan te tonen dat de werknemers systematisch onderbetaald werden. Hoewel [verweerders] hun betwisting bleven handhaven, hebben ze geen enkel valide argument gepresenteerd om deze betwisting te onderbouwen. In zo’n situatie acht de kantonrechter het redelijk om een vergoeding toe te kennen voor de daadwerkelijk gemaakte kosten voor juridische bijstand. [verweerder sub 1] heeft de gevraagde proceskostenvergoeding niet betwist. De kantonrechter zal daarom een vergoeding toekennen van in totaal € 14.955,60 inclusief btw, zoals verzocht en onderbouwd.’ (ECLI:NL:RBOBR:2020:6931)

Dure les

Dus in plaats van het gebruikelijke bedrag dat in dit geval minder dan 10% van dat bedrag zou zijn geweest, werd een aanzienlijk hogere vergoeding van € 14.955,60 toegekend. Een dure les voor deze werkgever.

Schikking op voorhand

Het blijft echter belangrijk om te benadrukken dat dit een uitzondering is en dat het voeren van een juridische procedure voor zowel de verliezende als de winnende partij kostbaar kan zijn. Daarom informeert ons kantoor onze cliënten altijd grondig over de toenemende kosten wanneer ze de rechterlijke weg inslaan. We bespreken ook de voorwaarden waaronder een schikking wellicht de voorkeur verdient. Het niet proberen om voorafgaand aan de dagvaarding met de advocaat van de tegenpartij tot een schikking te komen, kan voor de cliënt uiteindelijk een kostbare gemiste kans blijken te zijn.

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Nieuwe wet om rechters makkelijker te berispen of straffen

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel waarmee de mogelijkheden om rechters bij ongeoorloofd gedrag te berispen of te bestraffen worden verruimd. De Rechtspraak pleit al langer voor zo’n wijziging en adviseerde eerder positief over het wetsvoorstel. De rechterlijke organisatie kan op dit moment maar zeer beperkt maatregelen treffen als rechters ongeoorloofd gedrag vertonen.

Toen eerder de Tweede Kamer instemde met het wetsvoorstel, reageerde Kees Sterk (vicevoorzitter van de Raad voor de rechtspraak) tevreden. Sterk: ‘Het voorstel komt voor een belangrijk deel overeen met voorstellen die de Rechtspraak eerder zelf deed. Op dit moment kunnen we geen maatwerk bieden als een rechter zich ongepast gedraagt. We kunnen óf een schriftelijke waarschuwing geven, of een ontslagprocedure starten bij de Hoge Raad. Een vrij lichte straf en een hele zware straf dus. Dat is echt te beperkt.’ Met het instemmen van de Eerste Kamer wordt de wet nu aangepast en komen hier onder andere de mogelijkheid om te berispen of te schorsen bij.

Noodkreet over digitale rechtspreek

De Centrale Ondernemingsraad (COR) van de Raad voor de rechtspraak luidt de noodklok over de digitalisering van de rechtspraak. In een brief aan voorzitter Frits Bakker van de Raad schrijft de COR “zeer kritisch en bezorgd te zijn” over het project. De COR pleit voor een onafhankelijk onderzoek naar digitalisering van de rechtspraak

De brief van de COR is in handen van NRC Handelsblad die er dinsdag 30 januari een bericht over publiceerde onder de kop ‘Flop dreigt met digitale rechtspraak’. Volgens een woordvoerster van de Raad voor de rechtspraak trekt NRC uit de brief ten onrechte de conclusie dat de digitalisering volgens de COR dreigt te mislukken.

GAT IN DE BEGROTING

Wel bevestigt de woordvoerster dat de contracten van zestig externe ict-deskundigen niet worden verlengd wegens geldgebrek. Eerder deze maand bleek uit de voortgangsrapportage over het project KEI al dat de invoering van digitaal procederen forse vertraging oploopt en duurder uitpakt. De kosten voor de operatie werden oorspronkelijk geraamd op 60 miljoen euro, maar inmiddels is er 200 miljoen aan uitgegeven.

De Rechtspraak zit nu met een gat van 20 miljoen euro in de begroting. Met minister Dekker (Justitie en Veiligheid) wordt naar een oplossing gezocht.

HANDELSVORDERINGEN

Verplicht digitaal procederen voor handelsvorderingen vanaf 25.000 euro is op 1 september ingevoerd in de arrondissementen Gelderland en Midden-Nederland en zou op 1 april 2018 landelijk worden toegepast. Uit de voortgangsrapportage blijkt dat die datum niet wordt gehaald, maar verwacht wordt dat het wel gaat lukken ‘binnen de periode 2018 tot 2019’. Datzelfde geldt voor de digitalisering van reguliere vreemdelingenzaken en toezichtsdossiers zoals bewind.

Op de vraag of er een onafhankelijk onderzoek komt naar digitalisering van rechtspraak antwoordt de woordvoerster van de Raad voor de rechtspraak: “We gaan in overleg met de COR. Dat is het enige wat we er nu over kunnen zeggen.”

Bron: Mr. Online

Mediation goedkoper en sneller alternatief geschillenbeslechting

Het recht moet zorgen voor orde in de maatschappij. Daar waar er geschillen zijn, kunnen deze op basis van het recht opgelost worden. De rechtspraak zorgt ervoor dat regels gehand­haafd worden en dat geschillen tussen partijen beëindigd worden. Dit is al eeuwenlang het uitgangspunt. Maar als een geschil beëindigd is, is het dan ook echt opgelost?

Door de tijd heen hebben we geleerd dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden. Soms is het verstandig om een andere route te kiezen, omdat deze nu eenmaal sneller en/of efficiënter is, of iemand dichter bij de gewenste bestemming brengt. Zo is het ook met rechtspraak. Het kan wenselijk zijn dat de rechter een knoop doorhakt over een geschil waar partijen zelf niet uit komen. Maar soms is het veel wenselijker om een geschil op alternatieve wijze te beslechten. Eén van de alternatieve vormen van geschillenbeslechting is mediation.

Bij mediation gaan partijen onder professionele begeleiding van een objectieve, onafhankelijke mediator met elkaar in gesprek. Onderzocht wordt wat partijen nu precies verdeeld houdt en wat ieders belangen daarin zijn. Als de kern van de zaak duidelijk is, kan naar een oplossing worden gezocht die ook echt passend is voor de concrete situatie waarin partijen zich bevinden. De mediator begeleidt dit hele proces, stimuleert partijen (en daagt hen uit) om creatief na te denken over de mogelijkheden en onmogelijkheden. Het doel is om tot een echt goede oplossing te komen; eentje die niet alleen het geschil oplost, maar ook tegemoet komt aan alle overige belangen van de betrokken partijen. Een totaaloplossing dus, die meetbaar en werkbaar is.

Mediation leidt doorgaans sneller en goedkoper tot een oplossing dan een procedure. Het is mogelijk om binnen één mediationproces een totaaloplossing te bereiken voor een geschil waarover anders meerdere procedures gevoerd hadden moeten worden. Mediation wordt als minder stressvol ervaren en maakt het mogelijk om een relatie of verstandhouding intact te laten (daar waar partijen in de rechtbank lijnrecht tegenover elkaar komen te staan). Het gaat er in mediation niet om wie gelijk krijgt, partijen gaan oplossingsgericht te werk. Mochten partijen in mediation onverhoopt niet tot een oplossing komen, dan liggen alle opties nog open en kunnen zij hun geschil desgewenst alsnog aan een rechter voorleggen.

Kortom: mediation is een volwaardig alternatief voor rechtspraak en biedt vele voordelen, waardoor partijen sneller en goedkoper, méér kunnen bereiken. Mediation is het bewijs dat geschillenbeslechting ook mogelijk is zonder verliezers. En dat is wat mediation zo mooi maakt.

Bron: Advocaten.nl       

Rechters willen eenvoudiger procedures

In een brief aan de informateur (pdf, 251,1 KB) vraagt de Raad voor de rechtspraak om wetgeving die eenvoudige, effectieve gerechtelijke procedures mogelijk maakt. Ook wil de Raad voldoende middelen voor technische en inhoudelijke innovatie. De Raad voor de rechtspraak verzoekt het nieuwe kabinet om aandacht voor deze onderwerpen.

Vechtscheidingen

Volgens rechters zijn de juridische procedures soms te complex voor de hedendaagse conflicten. Procedures drijven partijen eerder uit elkaar dan dat ze helpen bij het vinden van een snelle, begrijpelijke en effectieve oplossing, stellen rechters. Er komen bijvoorbeeld steeds vaker vechtscheidingen voor. De echtscheidingsprocedure schrijft voor dat er een eisende en een verwerende partij is en dat drijft zaken op de spits.

De Rechtspraak vraagt aan het nieuwe kabinet om wetgeving die de rechter de ruimte geeft om te experimenteren met eenvoudige procedures. Die moeten het makkelijker maken partijen bij elkaar te brengen. Dat komt neer op een experimenteerbepaling in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

Nieuwe technieken

Ook in het strafrecht pleit de Rechtspraak voor een experimenteerbepaling. Zo’n bepaling in het Wetboek van Strafvordering geeft ruimte voor nieuwe technieken en hulpmiddelen in strafzaken.

Om te digitaliseren en te innoveren heeft de Rechtspraak extra middelen nodig, staat in de brief aan de informateur.  Het gaat om bedragen oplopend naar 50 miljoen euro in 2022; voor de technische innovatie is vanaf 2018 structureel 50 miljoen euro extra nodig. Het totaalbedrag loopt dus op naar 100 miljoen euro per jaar in 2022.

Bron: Mr-Online

Digitale rechtszaak weer stap dichterbij

De Tweede Kamer heeft ingestemd met de invoeringswet die het mogelijk maakt dat rechtszaken in civiel recht en bestuursrecht volledig digitaal kunnen worden gevoerd. De zitting zelf blijft in deze wet buiten beschouwing.

De Rechtspraak werkt aan het moderniseringsprogramma Kwaliteit en Innovatie (KEI). Eenvoudiger procedures en digitalisering zijn hierbij kernbegrippen. De Rechtspraak zorgt in dit programma voor de aanpassing en innovatie van procedures; de minister van Veiligheid en Justitie is verantwoordelijk voor de vereiste wetgeving. Voor professionals als advocaten wordt het in de toekomst  verplicht digitaal te procederen, privépersonen mogen nog met papier werken als zij dat liever willen. Doelstelling van digitale procedures is om de rechtspraak sneller, toegankelijker en begrijpelijker te maken.
Eerste Kamer

De wetten die het mogelijk maken rechtszaken in civiel recht en in bestuursrecht in eerste aanleg, in hoger beroep en cassatie digitaal af te handelen, werden al eerder unaniem aangenomen door de Tweede Kamer. Het was wachten op de invoeringswet U verlaat Rechtspraak.nl (zie punt 4). Nu deze drie wetten door de Tweede Kamer zijn, buigt de Eerste Kamer zich over het hele pakket wetgeving. Wanneer de senaat dit doet is nog niet bekend.

Ervaring opdoen

De invoeringswet bevat ook een experimenteerbepaling. Deze maakt het voor  advocaten en andere professionele partijen die geregeld procederen, mogelijk om op beperkte schaal en op vrijwillige basis ervaring op te doen met digitaal procederen. Dit gebeurt bijvoorbeeld al met asiel- en bewaringszaken (zie ook: Digitaal procederen in asiel- en bewaringszaken komt op stoom).
Gewenningsperiode

Met de professionele procespartijen die bij de rechtspraak betrokken zijn, is afgesproken dat er een gewenningsperiode van een half jaar begint nadat de wetgeving door de Eerste Kamer is. In deze periode kunnen partijen aan de nieuwe werkwijze wennen en hun kantoorsystemen aanpassen en testen.

Rechtspraak teleurgesteld over financiële tegemoetkoming

​Tevreden over het feit dat de minister van Veiligheid en Justitie de financiële problematiek heeft erkend, teleurgesteld over het bedrag dat de Rechtspraak er bij krijgt: 20 miljoen euro in 2016 en structureel 25 miljoen euro vanaf 2017.

Tevreden over het feit dat de minister van Veiligheid en Justitie de financiële problematiek heeft erkend, teleurgesteld over het bedrag dat de Rechtspraak er bij krijgt: 20 miljoen euro in 2016 en structureel 25 miljoen euro vanaf 2017.

Dit is de reactie van Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, op de inhoud van de brief van de minister van Veiligheid en Justitie waarin hij extra geld toezegt. In totaal komt er 250 miljoen bij op de begroting van V en J (zie ook Kabinet investeert in Veiligheid en Justitie).

Het extra geld is bestemd voor het moderniseringsprogramma KEI, staat in de brief. Daarnaast schrijft de minister dat hij met de Rechtspraak in gesprek blijft over het aantal rechtszaken dat op de verschillende zittingslocaties wordt gehouden. Frits Bakker: ‘Met het bedrag dat er nu bij komt, kunnen we slechts een deel van ons structurele tekort dat we hebben becijferd op 32 miljoen euro, wegwerken (zie ook: Rechtspraak rekent scenario’s door: structureel tekort 32 miljoen euro, red.).Er is veel meer geld nodig om de Rechtspraak op niveau te houden.’   50 miljoen euro De Rechtspraak heeft in de afgelopen maanden herhaaldelijk gezegd structureel 50 miljoen euro extra per jaar nodig te hebben. De presidenten en de leden van de Raad presenteerden eind augustus een plan waarmee ze voor een deel tegemoet komen aan de door het kabinet opgelegde bezuiniging. De taakstelling loopt op tot 88 miljoen euro. Dit ‘Meerjarenplan Rechtspraak’ bevat een combinatie van aan de ene kant noodzakelijke investeringen in verlichting van werkdruk, het moderniseringsprogramma KEI en kwaliteit met aan de andere kant bezuinigingen op huisvesting. Als gevolg hiervan worden in 7 vestigingen (Almelo, Assen, Alkmaar, Lelystad, Zutphen, Maastricht en Dordrecht) straks alleen nog alle enkelvoudige (door 1 rechter behandelde) zaken gedaan. Hiermee kan circa 19 miljoen euro worden bezuinigd, doordat er minder werkplekken op deze plekken hoeven te zijn en dure faciliteiten als grote zittingszalen, cellenblokken en beveiliging hoeven niet meer te worden bekostigd. Frits Bakker: ‘Dit is een pijnlijke maatregel, maar als we moeten kiezen tussen investeren in mensen, of in stenen, doen we dat natuurlijk in mensen. Hiermee gaan we tot het uiterste, meer kunnen we niet doen.’

Tweede Kamer
Volgende week debatteert de Tweede Kamer over de begroting van Veiligheid en Justitie. ‘Met het extra bedrag dat de minister ons nu toe schuift, kunnen we niet eens het structurele tekort dat er is oplossen. Laat staan dat we in staat zijn huisvestingsplannen van tafel te halen. Als de politiek dat wil, dan is er echt meer geld nodig.’

Bron: Rechtspraak

procedure bij rechter wordt digitaal

De Tweede Kamer is akkoord met de digitalisering van het bestuursrecht en het civiel recht. Donderdag stemde het parlement in met de wet waarmee de invoering vorm krijgt. De Invoeringswet vereenvoudiging en digitalisering procesrecht werd als hamerstuk aangenomen. De invoeringswet is de laatste van een drietal wetten om de digitalisering te regelen. De andere twee zijn al door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer wil het hele wetgevingspakket in één keer behandelen.

Het kabinet wil net als de rechtspraak dat de procedures bij de bestuursrechter en bij de burgerlijk rechter vereenvoudigd en dus ook gedigitaliseerd worden. Zo voorziet het wetgevingspakket in de eis dat processtukken via elektronische weg ingediend moeten worden. Ook komen er meer termijnen en krijgt de rechter de mogelijkheid om het proces te sturen.

In de eerste wet uit het pakket worden de procedures uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en uit de Algemene wet bestuursrecht onder handen genomen. De tweede wet regelt hetzelfde voor de hoger beroepen.

Bron: Tekst Nieuwsbericht – OpMaat

Rechters in verzet tegen tweederangs rechtbanken

De rechters in Alkmaar gaan vrijdag in toga actie voeren om hun werkplek open te houden. Ze trekken vrijdag van de rechtbank naar het stadhuis. Ze worden gesteund door een legertje advocaten, ook in toga. En ze worden begeleid door auto’s van de parketpolitie.

Rechtsprekend en politiek Nederland verzet zich fors tegen het uitkleden van de rechtbanken Alkmaar, Almelo, Assen, Dordrecht, Lelystad, Maastricht en Zutphen. Rechters in Alkmaar gaan vrijdag in toga de straat op om te protesteren tegen het besluit om in de zeven rechtbanken nog slechts kleine zaken af te handelen.

Ook elders in Nederland lopen rechters, personeel, en bestuurders te hoop tegen het besluit dat maandag is bekend gemaakt door de Raad voor de Rechtspraak. Rechters in Lelystad hebben hun ongenoegen laten blijken. “Dagelijks zoveel mensen op en neer laten reizen naar Utrecht voor zittingen die vaak nog geen kwartier duren, kan je niet vragen van mensen en hoef je ook niet te vragen van mensen,” schrijven drie rechters in nieuwsblad De Noordoostpolder.

Burgemeester Piet Bruinooge van Alkmaar heeft schriftelijk bezwaar gemaakt bij de Raad voor de Rechtspraak. Bruinooge: “Indien het besluit doorgaat vindt er straks tussen Leeuwarden en Haarlem geen volwaardige rechtspraak meer plaats. Onacceptabel!” Er verdwijnen 200 arbeidsplaatsen bij de rechtbank Alkmaar.

Tientallen rechters en medewerkers van de rechtbank in Assen gaan naar een bijeenkomst in Zwolle. Ze houden een stil protest om hun ongenoegen kenbaar te maken over de dreigende ontmanteling van de Asser rechtbank.

De gemeenteraad van Almelo heeft dinsdag burgemeester Jon Hermans-Vloedbeld aangespoord het verzet tegen de teloorgang van de rechtspraak in Almelo te leiden. Ze gaat haar partijgenoot minister Van der Steur eraan te herinneren dat zijn voorganger Ivo Opstelten harde toezeggingen heeft gedaan voor het behoud van de rechtbank Almelo.

De Commissaris van de Koning in Drenthe, Jacques Tichelaar, vindt dat er een fundamenteel politiek debat moet komen over de reorganisatie van de rechtbanken in Nederland. Ook burgemeester Gerritsen van Zutphen heeft stelling genomen: “Vanuit Justitie valt het bezuinigingsplan wellicht te begrijpen, maar vanuit (sociaal)economisch oogpunt geldt dat allerminst.”

Het CDA in de Tweede Kamer heeft een debat aangevraagd over de ‘kaalslag’ bij de rechtbanken. Het CDA maakt zich zorgen over de toegankelijkheid van het recht en behoud van werkgelegenheid, zegt Kamerlid (en voormalig rechter) Peter Oskam.

Bron: mr-online