De corona-crisis en uitbreiding van liquide middelen: uitstel van betaling

Het eenzijdig staken van betaling in crisistijd kan voor een moeilijk beheersbaar domino-effect zorgen dat uiteindelijk alle ondernemers uit de keten treft. Net als bij file op de snelweg doen ondernemers er goed aan om gezamenlijk de aanpassing in geldstromen in te zetten, en een teruggang in omzet gezamenlijk op te vangen, teneinde de onzekerheid, conflicten, kosten, boeten, rente en proceskosten te vermijden.

Voor veel ondernemingen brengt de corona-crisis ook liquiditeitsproblemen. Overheden en banken tonen bereidheid om hieraan mee te werken door akkoord te gaan met het uitstellen van betalingen naar een later moment. Op die manier is er extra financiering en hebben zij meer kans om de een faillissement te voorkomen. Daarbij zijn alle partijen uit de keten, maar ook banken en overheden en werknemers gebaat.

Belastingdienst; Kort uitstel
De belastingdienst zal voor ondernemers bijzonder uitstel van betaling toestaan voor loonbelasting, omzetbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Ook de voorwaarden voor het aanvragen van uitstel van betaling zijn versoepeld (Lees de memorie van het Ministerie van Financiën). Het verzoek om uitstel van betaling kan men indienen via een brief naar de Belastingdienst. Vanaf het moment van de melding wordt de invordering van belastingschulden stopgezet, waarmee de ondernemer uitstel van betaling krijgt en extra geldruimte.
Het uitstel kan pas worden aangevraagd als een aanslag is opgelegd. Voor de omzetbelasting en de loonbelasting betekent dit dat de Belastingdienst eerst een naheffingsaanslag (zonder boete) oplegt wegens het uitblijven van de betaling.

Langer uitstel
Om een nader uitstel te vragen van langer dan drie maanden zal aan de belastingdienst aanvullende informatie moeten worden verstrekt. De Belastingdienst dient immers te beoordelen of de coronacrisis hoofdzakelijk de oorzaak is van de financiële problemen. Het is nog niet duidelijk welke informatie nodig is en hoe deze dient te worden aangeleverd, maar het is wel verstandig om de eerstkomende maanden zoveel mogelijk informatie vast te leggen om het bewijs daarvoor te leveren.

Voorlopige aanslag
Ondernemers die een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting ontvangen kunnen een verzoek indienen om de voorlopige aanslag te verminderen of op nihil te stellen indien zij een lagere winst verwacht. Op grond daarvan kan de belastingdruk op korte termijn direct minder worden. De liquiditeitspositie van ondernemers wordt hiermee eenvoudig verbeterd.

Aangifte doen
Van belang is echter wel dat de ondernemer tijdig en volledig aangifte blijft doen. Zonder aangifte kan men geen uitstel van betaling vragen. De Corona Crisis kan slechts in zeer uitzonderlijke gevallen ook een oorzaak opleveren voor het niet kunnen doen van aangifte. De gegevens uit de aangiften zijn immers noodzakelijk voor bijvoorbeeld de NOW .

Uitstel van verplichtingen jegens banken en andere financiers
Enkele banken zoals de ING, ABN AMRO, Volksbank, Rabobank en Triodos Bank geven kleinere ondernemingen (zakelijke klanten met een financiering tot € 2,5/3 miljoen ) zes maanden uitstel van aflossing op hun lopende leningen. Meer informatie vindt u op de website van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Voorwaarde is dat het gaat om in beginsel gezonde ondernemingen. Voor ondernemingen die reeds onder bijzonder beheer bij hun bank stonden geldt deze versoepeling vermoedelijk niet. Deze gezamenlijke aanpak van banken biedt ruimte voor zakelijke klanten in alle sectoren met een financiering tot € 2,5/3 miljoe

Hypotheek; aflossing en rentebetaling
Voor particulieren en bedrijven wordt aanbevolen zelf contact op te nemen met de bank om de mogelijkheid te bespreken voor een uitstel voor het betalen van rente en aflossing op een hypotheek Veel banken geven aan dat er een mogelijkheid is van een uitstel voor drie maanden

Gemeenten
Ook lagere overheden zoals gemeenten bieden ondernemers uitstel van betaling voor gemeentelijke heffingen en belastingen teneinde te voorkomen dat zij in de problemen komen. Per gemeente dient u de publicaties te volgen omdat de voorwaarden en de wijze waarop het uitstel aangevraagd moet worden per gemeente verschilt

Crediteuren
Leveranciers kunnen een versoepeling bieden voor de vaste betalingstermijn (30 of 60 dagen). Ook hier geldt dat dit in overleg met de leverancier plaatsvindt. Het eenzijdig staken van betaling kan immers voor een domino-effect zorgen, dat moeilijk beheersbaar wordt, en voor alle ondernemers uit de keten uiteindelijk negatief kan uitwerken. Net als bij file op de snelweg doen ondernemers er goed aan om een teruggang in omzet gezamenlijk op te vangen, teneinde de onzekerheid, conflicten, kosten, boeten, rente en proceskosten te vermijden.

Hebt u als ondernemer behoefte om nadere en meer specifieke mogelijkheden voor de uitbreiding van financiering te bespreken, neem dan contact op met 0900-advocaten, stuur een email aan info@advocaten.nl of vul een formulier in op de website.

Schuldenaar is tijdens schuldeisersverzuim in beginsel geen bedongen rente verschuldigd

(i) De bedongen rente die de schuldenaar tot de leveringsdatum van een zaak verschuldigd is, loopt in beginsel niet gedurende het schuldeisersverzuim; uit de rechtsverhouding van partijen kan evenwel anders voortvloeien.

(ii) Indien de schuldenaar door het uitblijven van betaling als gevolg van het schuldeisersverzuim een voordeel geniet, kan uit de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien dat hij dit voordeel (deels) aan de schuldeiser verschuldigd is.

Feiten

Verkoper X sluit in 1989 een mondelinge overeenkomst met koper Y over de verkoop van een pand. Partijen zijn het erover eens dat deze overeenkomst inhoudt dat X het pand in economische eigendom overdraagt aan Y, dat Y het pand voor eigen rekening opknapt, dat Y jaarlijks een contractuele rente van 7% betaalt over hetgeen hij aan X verschuldigd is en dat X de juridische eigendom van het pand overdraagt aan Y na betaling van een bedrag van fl. 150.000,-. Ter discussie staat echter of de door koper Y nog af te betalen koopprijs ziet op de juridische overdracht van het gehele pand (standpunt koper Y) of op slechts de helft daarvan (standpunt verkoper X). Begin 2007 stelt verkoper X voor dat hij het pand volledig juridisch aan koper Y zou overdragen tegen betaling van € 250.000,-. Y aanvaardt dit aanbod niet. Bij brief van 20 augustus 2007 sommeert de advocaat van X Y tot betaling van een bedrag van ruim € 115.000,-, bij gebreke van welke betaling de overeenkomst buitengerechtelijk wordt ontbonden.

Procesverloop

Koper Y heeft X vervolgens in rechte betrokken. In dat geding heeft Y in conventie een verklaring voor recht gevorderd dat de overeengekomen koopprijs voor het pand fl. 150.000,- bedraagt. Daarnaast heeft Y een veroordeling van X tot levering van het pand tegen het nog verschuldigde gedeelte van deze koopprijs gevorderd, op straffe van een dwangsom. In reconventie heeft X, onder meer, ontbinding van de overeenkomst gevorderd.

Anders dan de rechtbank, heeft het hof de vordering in conventie toegewezen en de vorderingen in reconventie afgewezen. Daartoe heeft het hof de lezing van de overeenkomst van Y (inhoudende dat het gehele pand juridisch werd overgedragen), onder meer op grond van twee deskundigenrapporten, waarschijnlijker geacht. Nu het hof de uitleg van Y heeft gevolgd, heeft het de bij dagvaarding van Y ingestelde vordering tot overdracht van het pand tegen betaling van hetgeen hij per saldo nog verschuldigd was als aanbod tot nakoming van de overeenkomst gekwalificeerd. Doordat X dat aanbod heeft afgewezen, is hij naar het oordeel van het hof in schuldeisersverzuim geraakt met als gevolg dat het eventueel voordien bestaande verzuim van Y per die datum is geëindigd. Het hof heeft aldus X veroordeeld het pand aan Y in eigendom over te dragen tegen betaling van hetgeen Y tot aan de leveringsdatum nog aan X verschuldigd is; de bedongen rente van 7% is blijkens het oordeel van het hof eveneens tot aan de leveringsdatum verschuldigd.

Tegen dit oordeel is verkoper X in cassatie gegaan. Koper Y heeft een incidenteel cassatieberoep ingesteld. Nu het principaal cassatieberoep van X – waarin het oordeel van het hof dat sprake was van schuldeisersverzuim bij X werd bestreden – op grond van art. 81 RO is verworpen, wordt uitsluitend het incidenteel cassatiemiddel van Y besproken.

Cassatie

Het incidentele cassatiemiddel bestrijdt ’s hofs oordeel dat koper Y de contractuele rente van 7% per jaar tot aan de uiteindelijke leveringsdatum verschuldigd is. Volgens Y is deze bedongen rente enkel verschuldigd tot aan het moment waarop het schuldeisersverzuim intrad.

De Hoge Raad acht de klacht gegrond. Bij de beoordeling van de klacht neemt de Hoge Raad tot uitgangspunt dat verkoper X in schuldeisersverzuim is geraakt door het bij dagvaarding gedane aanbod niet te aanvaarden (rov. 5.2). Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat de regeling van het schuldeisersverzuim ertoe strekt de nadelen weg te nemen die voor de schuldenaar zijn verbonden aan de aan de schuldeiser toerekenbare onmogelijkheid om zijn verbintenis na te komen. Tijdens het schuldeisersverzuim verkeert de schuldenaar op grond van art. 6:61 BW niet in verzuim (rov. 5.3.1).

Daarop overweegt de Hoge Raad dat uit de wettekst en de wetsgeschiedenis (zoals door Advocaat-generaal Wissink in § 3.13.3 van zijn conclusie vóór dit arrest is aangehaald) niet kan worden afgeleid dat de schuldenaar slechts door inbewaringstelling (art. 6:66 en 6:68 BW) of een beroep op de rechter (art. 6:60 BW) kan bereiken dat hij tijdens het schuldeisersverzuim geen bedongen rente verschuldigd wordt (rov. 5.3.2).

Met dit wettelijke stelsel en de ratio daarvan strookt, volgens de Hoge Raad, het uitgangspunt dat de schuldenaar tijdens het schuldeisersverzuim geen bedongen rente verschuldigd wordt. Het is dan immers aan de schuldeiser toe te rekenen dat de schuldenaar zijn verbintenis tot betaling van de geldsom nog niet heeft kunnen nakomen, zodat het in beginsel redelijk is dat ten laste van hem geen bedongen rente meer loopt. Uit de rechtsverhouding van partijen kan evenwel, mede gelet op de omstandigheden van het geval en de eisen van redelijkheid en billijkheid anders voortvloeien (rov. 5.3.3).

Verder oordeelt de Hoge Raad nog dat indien de schuldenaar door het uitblijven van betaling als gevolg van het schuldeisersverzuim een voordeel geniet (bijvoorbeeld doordat hij over het verschuldigde bedrag rente ontvangt), uit de eisen van redelijkheid en billijkheid kan voortvloeien dat hij dit voordeel geheel of ten dele aan eiser verschuldigd is. Hierbij rusten de stelplicht en bewijslast van het voordeel op de schuldeiser. De schuldenaar zal de schuldeiser in dat verband wel aanknopingspunten moeten verschaffen om hem in staat te stellen aan zijn stelplicht en bewijslast te voldoen (rov. 5.3.4).

De Hoge Raad vernietigt een deel van het dictum en doet de zaak zelf af door te bepalen dat de bedongen rente van 7% niet verschuldigd is vanaf 1 september 2007 tot aan het einde van het schuldeisersverzuim.

Bron: Cassatieblog.nl

Wanneer verjaart een vordering?

Wanneer verjaart een vordering?

U wordt geconfronteerd met een deurwaarder of incassobureau en gesommeerd om een oude vordering te betalen. U was deze al lang vergeten. Hoe zit het met verjaring van vorderingen?

Wat is verjaring?

Verjaring is een rechtsfeit dat intreedt indien een bepaalde tijd is verstreken na dat een vordering opeisbaar is geworden. Na het verstrijken van de termijn kan de schuldeiser de vordering niet meer invorderen via gerechtelijke weg van executie. Dat betekent niet dat de vordering niet meer bestaat. De vordering wordt omgezet in een niet-afdwingbare natuurlijke verbintenis. De vordering kan op de volgende manieren alsnog worden ingelost.
• Door vrijwillige betaling, of betaling “per ongeluk”
• Door verrekening met een schuld aan de schuldenaar

Wanneer start de verjaringstermijn?
De verjaringstermijn gaat lopen op het moment dat de vordering opeisbaar is. Veel vorderingen bestaan door bijvoorbeeld een geldlening, maar zolang de aflossing en rente trouw worden betaald, is de hoofdsom niet opeisbaar, en loopt de verjaringstermijn voor de terugbetaling van de hoofdsom nog niet. Dit geldt niet voor de aflossingstermijnen. Die zijn opeisbaar op elke termijndatum, en daarvoor gaat wel direct de verjaringstermijn lopen.

Lees hier verder over de verjaringstermijn