Verdeling van de erfenis zonder testament

Als iemand overlijdt zonder testament, bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn en hoe de erfenis wordt verdeeld. De wettelijke verdeling zorgt ervoor dat de langstlevende echtgenoot de goederen erft, terwijl de kinderen een vordering op hem of haar krijgen. Erfgenamen kunnen kiezen om de erfenis te aanvaarden, beneficiair aan te nemen of te verwerpen, afhankelijk van de schuldenlast. Bij conflicten over de verdeling kan een mediator of de rechter worden ingeschakeld om een oplossing te vinden.

Wanneer een dierbare overlijdt zonder een testament achter te laten, bepaalt de wet hoe de erfenis wordt verdeeld. Dit kan een complexe en emotioneel beladen situatie zijn voor de achterblijvende familieleden. De wettelijke regels rondom erfrecht zijn bedoeld om duidelijkheid te scheppen, maar leiden niet zelden tot conflicten, vooral wanneer erfgenamen het niet eens kunnen worden over de verdeling van de nalatenschap.

In dit artikel bespreken we in detail hoe de wettelijke verdeling werkt, welke rechten en plichten erfgenamen hebben, en welke stappen ondernomen kunnen worden als er geen testament is opgesteld. Dit artikel is bedoeld om iedereen die met deze situatie te maken krijgt, inzicht te geven in de juridische kant van de verdeling van een erfenis zonder testament.

1. Wat gebeurt er als er geen testament is?

Wanneer iemand overlijdt zonder een testament, spreken we van ‘versterferfrecht’. Dit betekent dat de wet voorschrijft wie de erfgenamen zijn en hoe de erfenis verdeeld wordt. Volgens de Nederlandse wet komen erfgenamen in een vaste volgorde in aanmerking voor de erfenis. Deze volgorde is ingedeeld in vier groepen:

  1. De echtgenoot/geregistreerd partner en kinderen: De echtgenoot of partner en kinderen erven als eerste. Als er geen kinderen zijn, erven de echtgenoot en verdere familieleden in de volgende groepen.
  2. Ouders, broers en zussen: Wanneer er geen echtgenoot of kinderen zijn, erven de ouders samen met broers en zussen.
  3. Grootouders: Indien er geen ouders, broers, of zussen zijn, erven de grootouders.
  4. Overgrootouders: Als ook grootouders ontbreken, komt de erfenis toe aan overgrootouders.

Zijn er in geen van deze groepen erfgenamen aanwezig, dan vervalt de erfenis aan de Staat der Nederlanden​(

2. Wettelijke verdeling

De wettelijke verdeling treedt in werking wanneer de overledene een echtgenoot en kinderen achterlaat. In dat geval erft de echtgenoot alle goederen en schulden van de nalatenschap. De kinderen krijgen een vordering op de echtgenoot ter waarde van hun erfdeel. Dit betekent dat de kinderen geen directe toegang hebben tot de goederen of het geld van de nalatenschap totdat de langstlevende echtgenoot overlijdt​(

De reden achter deze regeling is voornamelijk om de langstlevende echtgenoot te beschermen. Deze heeft na het overlijden van de partner vaak de behoefte om de financiële situatie stabiel te houden zonder direct te hoeven overgaan tot een verdeling van het vermogen. Tegelijkertijd hebben de kinderen de zekerheid dat zij hun erfdeel zullen ontvangen zodra de langstlevende echtgenoot is overleden.

Conflictpotentieel

Hoewel de wettelijke verdeling duidelijk is, leidt dit in de praktijk vaak tot conflicten tussen de langstlevende echtgenoot en de kinderen. De kinderen kunnen het gevoel krijgen dat ze buitenspel worden gezet, omdat zij geen directe toegang hebben tot hun erfdeel. Daarnaast kunnen zij zich zorgen maken over de manier waarop de langstlevende ouder met het vermogen omgaat. Als de langstlevende ouder bijvoorbeeld besluit om hertrouwen, kan dit zorgen voor complicaties met betrekking tot de nalatenschap​(

3. Aanvaarding en verwerping van de erfenis

Erfgenamen hebben de keuze om de erfenis te aanvaarden, beneficiair te aanvaarden, of te verwerpen. Het is belangrijk om te begrijpen wat deze opties inhouden, vooral als de overledene schulden heeft achtergelaten.

Zuivere aanvaarding

Bij zuivere aanvaarding accepteert de erfgenaam zowel de bezittingen als de schulden van de erfenis. Dit betekent dat als de erfenis meer schulden dan bezittingen bevat, de erfgenaam mogelijk met zijn eigen vermogen moet bijspringen om deze schulden te betalen​(

Beneficiaire aanvaarding

Bij beneficiaire aanvaarding accepteert de erfgenaam de erfenis onder voorwaarde dat de bezittingen groter zijn dan de schulden. Hiermee voorkomt de erfgenaam dat hij persoonlijk aansprakelijk wordt voor eventuele schulden van de overledene​(

Verwerping

Bij verwerping wijst de erfgenaam de erfenis volledig af. Dit betekent dat hij of zij geen aanspraak maakt op bezittingen, maar ook niet verantwoordelijk is voor eventuele schulden​(

4. De rol van de notaris en de verklaring van erfrecht

Als er geen testament is, speelt de notaris een belangrijke rol bij de afwikkeling van de nalatenschap. Een van de belangrijkste taken van de notaris is het opstellen van de verklaring van erfrecht. Dit document verklaart wie de wettelijke erfgenamen zijn en wie gerechtigd is om namens de erfgenamen op te treden​.

De verklaring van erfrecht is essentieel om toegang te krijgen tot de bankrekeningen van de overledene en om officiële instanties op de hoogte te stellen van het overlijden. De notaris kan ook helpen bij de verdeling van de nalatenschap en het oplossen van eventuele conflicten tussen de erfgenamen.

5. Boedelvolmacht en vereffening

Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, moeten zij gezamenlijk beslissingen nemen over de verdeling van de nalatenschap. Dit kan leiden tot vertraging en complicaties, vooral als de erfgenamen het niet met elkaar eens zijn. Om dit proces te vergemakkelijken, kunnen de erfgenamen een boedelvolmacht afgeven aan één persoon, die namens hen optreedt​

Daarnaast kan de rechtbank een vereffenaar aanstellen wanneer de nalatenschap schulden bevat of als er onenigheid is tussen de erfgenamen. De vereffenaar zorgt ervoor dat de nalatenschap op correcte wijze wordt afgewikkeld, schulden worden betaald, en het resterende vermogen wordt verdeeld onder de erfgenamen

6. Conflicten en juridische stappen

Hoewel de wettelijke regels rondom erfopvolging duidelijk zijn, leiden erfenissen zonder testament vaak tot conflicten tussen erfgenamen. Dit gebeurt vooral wanneer er veel emotionele waarde aan bepaalde bezittingen wordt gehecht, of wanneer er onenigheid bestaat over de verdeling van de goederen.

Als de erfgenamen er samen niet uitkomen, kunnen zij een mediator inschakelen om te bemiddelen. Een mediator kan helpen om een compromis te vinden en de communicatie tussen de erfgenamen te verbeteren​.

Indien mediation niet tot een oplossing leidt, kunnen de erfgenamen naar de rechter stappen. De rechter kan dan een verdeling van de erfenis opleggen en beslissingen nemen over de manier waarop de nalatenschap wordt afgehandeld​.

7. Erfbelasting

Zowel bij erfenissen met als zonder testament zijn de erfgenamen verplicht om erfbelasting te betalen over hun erfdeel. De hoogte van deze belasting hangt af van de waarde van de erfenis en de relatie tussen de overledene en de erfgenamen. Partners en kinderen betalen een lager belastingtarief dan andere erfgenamen, zoals broers, zussen, of neven en nichten​.

Het is belangrijk om tijdig aangifte te doen bij de Belastingdienst en te zorgen dat de erfbelasting binnen acht maanden na het overlijden is voldaan.

Conclusie

Wanneer iemand overlijdt zonder testament, bepaalt de wet hoe de erfenis wordt verdeeld. Hoewel de wettelijke verdeling duidelijk is, kan dit leiden tot conflicten tussen erfgenamen. Het is daarom belangrijk om op de hoogte te zijn van de rechten en plichten van erfgenamen, en de rol van de notaris en vereffenaar in het afwikkelen van de nalatenschap. Door tijdig juridisch advies in te winnen en eventuele conflicten via mediation op te lossen, kan de verdeling van de erfenis op een rechtvaardige en efficiënte manier plaatsvinden.

Heb je te maken met een nalatenschap zonder testament en heb je vragen over de verdeling? Neem dan contact op met een gespecialiseerde erfrechtadvocaat om ervoor te zorgen dat jouw rechten als erfgenaam worden gewaarborgd.

Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp door advocaten kunt u een vraag stellen via www.advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten.

De Onbekende Erfgenaam

De onzekerheid over afstamming kan een groot obstakel vormen in het erfrecht, zoals geïllustreerd in het arrest Haas/Postma. Het Nederlands recht biedt echter duidelijke procedures om dergelijke complicaties aan te pakken, waarbij DNA-onderzoek vaak een belangrijke rol speelt. De bescherming van de erfgenamen wordt gewaarborgd door de regels voor beneficiaire aanvaarding en de vereffening van nalatenschappen​

Het Nederlands erfrecht biedt een duidelijk systeem voor de toewijzing van nalatenschappen, dat voornamelijk gebaseerd is op twee mechanismen: het wettelijk versterferfrecht en testamentaire beschikkingen. De regels omtrent erfopvolging zijn vastgelegd in Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW)​. Deze regels bepalen wie als erfgenaam kan worden aangemerkt en welke verplichtingen deze erfgenamen hebben bij de verdeling van de nalatenschap.

Indien er geen testament is opgesteld, treedt het wettelijk versterferfrecht in werking. De wet bepaalt dan wie de erfgenamen zijn, beginnend bij de echtgenoot en kinderen van de overledene, en zo verder in de erfopvolging naar meer afgeleide familieleden, zoals broers, zussen en ouders . Het kan echter voorkomen dat er twijfel ontstaat over de identiteit van de erfgenamen, bijvoorbeeld door onbekendheid over de afstamming van een (mogelijk) kind van de overledene. Dit kan leiden tot complicaties, vooral wanneer er geen testament is waarin de erfgenamen expliciet worden aangewezen.

Het Arrest Haas/Postma en de Onzekerheid over Afstamming

In het arrest van de Hoge Raad in de zaak Haas/Postma werd duidelijk dat de rechtspraak een bijzondere rol speelt wanneer er onzekerheid bestaat over de afstamming van een erfgenaam. In deze zaak werd door de erfgenamen van de overleden Postma een DNA-test gevraagd om vast te stellen of de eiseres (Haas) werkelijk het kind was van de overledene, zoals zij beweerde. Dit arrest heeft duidelijk gemaakt dat, indien er onzekerheid bestaat over de identiteit van een erfgenaam, de rechter kan besluiten dat DNA-onderzoek noodzakelijk is om een objectieve waarheid vast te stellen​.

De Hoge Raad oordeelde dat de afstamming van een erfgenaam moet worden vastgesteld met alle beschikbare middelen, waaronder een DNA-test. Dit was belangrijk omdat afstamming directe gevolgen heeft voor het erfrecht: kinderen van de erflater hebben een wettelijk recht op een deel van de nalatenschap, tenzij er specifieke redenen zijn waarom zij daarvan uitgesloten zouden zijn​.

Erfrechtelijke Gevolgen van Onbekende DNA-relaties

Indien na het overlijden van een erflater blijkt dat er onzekerheid bestaat over de afstamming van een erfgenaam, zoals in het geval van Haas/Postma, ontstaan er juridische complicaties. Allereerst is er de vraag of de erfgenaam wel of niet gerechtigd is tot de nalatenschap. Dit is cruciaal omdat het versterferfrecht alleen van toepassing is op kinderen die door de wet als erfgenaam worden erkend .

Daarnaast speelt ook de rol van testamenten een belangrijke rol. Indien de erflater een testament heeft opgesteld, kan hierin expliciet worden aangegeven wie de erfgenamen zijn. Indien echter de afstamming van een mogelijk kind in twijfel wordt getrokken, kan de erfgenaam alsnog aanspraak maken op de erfenis door middel van een gerechtelijke procedure, zoals bleek in het arrest Haas/Postma .

Vereffening van Nalatenschappen en Onzekerheid over Erfgenamen

Een belangrijk aspect van het erfrecht is de vereffening van nalatenschappen, vooral wanneer een nalatenschap beneficiair is aanvaard . Vereffening houdt in dat de schulden van de nalatenschap worden voldaan voordat de erfgenamen hun deel ontvangen. Wanneer een erfgenaam onbekend is, of wanneer er twijfel bestaat over de erfgenaam zoals in het geval van Haas/Postma, kan dit proces vertraging oplopen.

Het Nederlandse erfrecht biedt echter duidelijke richtlijnen voor de vereffening van nalatenschappen. Wanneer een erfgenaam beneficiair aanvaardt, betekent dit dat hij of zij niet met het eigen vermogen aansprakelijk is voor schulden van de nalatenschap, behalve voor zover deze zijn gedekt door de waarde van de nalatenschap . Dit biedt bescherming aan erfgenamen wanneer er sprake is van onbekende schulden of wanneer de identiteit van de erfgenamen nog in twijfel is .

In sommige gevallen kan de kantonrechter een vereffenaar benoemen om toezicht te houden op de verdeling van de nalatenschap. Dit gebeurt met name wanneer er complicaties ontstaan, bijvoorbeeld door onbekende schulden of wanneer erfgenamen hun taken niet kunnen vervullen .

Verloop van Procedures bij Onbekendheid van Afstamming

Bij onzekerheid over de afstamming van een erfgenaam kan de zaak aanhangig worden gemaakt bij de rechtbank, zoals gebeurde in de zaak Haas/Postma​. Hierbij speelt DNA-onderzoek vaak een cruciale rol. Indien blijkt dat de afstamming niet kan worden vastgesteld zonder een dergelijk onderzoek, kan de rechter bevelen dat dit onderzoek wordt uitgevoerd. Dit kan echter een langdurig proces zijn, vooral als de betrokken partijen niet willen meewerken aan het DNA-onderzoek​.

Een andere mogelijkheid is dat de nalatenschap wordt vereffend zonder dat er duidelijkheid bestaat over de afstamming van een mogelijke erfgenaam. In een dergelijk geval kan de nalatenschap tijdelijk worden verdeeld onder de bekende erfgenamen, waarbij een deel van de nalatenschap in depot blijft totdat duidelijkheid is verkregen over de identiteit van de betwiste erfgenaam .

Conclusie

Het arrest Haas/Postma heeft belangrijke jurisprudentie opgeleverd over de manier waarop de Nederlandse rechtspraak omgaat met onzekerheid over de afstamming van erfgenamen. Wanneer er geen duidelijkheid bestaat over de afstamming, kan DNA-onderzoek een cruciaal middel zijn om de erfelijke rechten vast te stellen. Tegelijkertijd biedt het Nederlandse erfrecht duidelijke richtlijnen voor de vereffening van nalatenschappen, zelfs wanneer de identiteit van erfgenamen onzeker is. Hierdoor wordt gezorgd dat de rechten van alle betrokken partijen, inclusief schuldeisers, zo goed mogelijk worden beschermd totdat er een definitieve beslissing is genomen .

Wilt u meer weten over dit onderwerp, stel een vraag aan advocaten.nl of bel met 0900-advocaten.

Plaatsvervulling in het Wettelijke Erfrecht: Een Diepgaande Uitleg

Plaatsvervulling in het wettelijke erfrecht is een complexe juridische kwestie waarbij erfgenamen in de plaats komen van overleden erfgenamen. Dit kan tot de 6e graad gaan en heeft gevolgen voor de verdeling van de nalatenschap. Een testament kan de plaatsvervulling beïnvloeden en wordt aanbevolen voor een aangepaste erfenisregeling.

Plaatsvervulling, een essentieel begrip in het wettelijke erfrecht, doet zich voor wanneer iemand erfgenaam wordt in plaats van de overleden oorspronkelijke erfgenaam. Dit kan ook optreden als de oorspronkelijke erfgenaam de erfenis afwijst of onterfd is. Deze juridische regeling kan leiden tot complexe erfeniskwesties, waarbij erfgenamen tot de 6e graad betrokken kunnen zijn.

Erfenissen uit Eigen Hoofde en Bij Staken

Wanneer een erfgenaam erft, omdat hij erfgenaam is volgens het erfrecht, erft hij uit eigen hoofde en ontvangt hij een gelijk deel van de nalatenschap. Echter, als iemand erft als plaatsvervanger, erven zij bij staken. Dit betekent dat plaatsvervangers gezamenlijk het deel van de oorspronkelijke erfgenaam erven waarvoor zij in de plaats zijn gekomen.

Praktijkvoorbeeld

Laten we dit illustreren met een voorbeeld. Jan en Maria zijn getrouwd en hebben twee kinderen: Pieter en Laura. Jan overlijdt enige jaren voor Maria. Bij het overlijden van Maria erft Pieter de helft van haar nalatenschap en Laura erft de andere helft. Omdat Laura eerder is overleden, erven haar vier kinderen plaatsvervangend, wat neerkomt op 1/8 deel van Maria’s nalatenschap.

Plaatsvervulling bij Het Verwerpen van een Erfenis

Als een erfenis meer schulden dan bezittingen bevat, wordt deze vaak verworpen. In dit geval kan plaatsvervulling optreden en is het belangrijk om alert te zijn. Stel dat een ouder kind een erfenis ontvangt, deze verwerpt vanwege de schulden en kinderen heeft. Als dit kind de erfenis verwerpt, erven zijn kinderen plaatsvervangend. Als zij ook weigeren, erven de kleinkinderen door plaatsvervulling. Dit kan doorgaan tot in de 6e graad.

Belang van een Testament

Een testament biedt de mogelijkheid om de plaatsvervulling te beïnvloeden. Je kunt erfgenamen onterven of uitsluiten en specifieke regelingen treffen voor de verdeling van de nalatenschap. Om de erfenis niet volledig aan de wet over te laten, is het raadzaam om een notaris in te schakelen voor het opstellen van een testament waarin plaatsvervulling bijvoorbeeld wordt uitgesloten.

Onterven van een kind

Ouders kunnen een kind onterven via een testament, maar het kind behoudt recht op een legitieme portie, momenteel alleen in geld. De verjaringstermijn hiervoor is 5 jaar na het overlijden van de erflater. Het is belangrijk om de wens tot onterving zorgvuldig te overwegen, aangezien plaatsvervulling van toepassing kan zijn.

Het is mogelijk om een kind te onterven, maar dit moet officieel worden vastgelegd in een testament. Het is echter belangrijk te weten dat een ouder niet kan bepalen dat een kind helemaal niets uit de nalatenschap ontvangt. Elk kind heeft recht op een legitieme portie, die alleen in contanten kan worden geclaimd en gelijk is aan de helft van wat het kind normaal zou erven. Fysieke bezittingen, zoals meubels en sieraden, kunnen niet worden opgeëist, maar moeten worden gewaardeerd en tellen mee bij de berekening van de legitieme portie.

Verjaringstermijn van 5 jaar Het recht van een onterfd kind om aanspraak te maken op de legitieme portie vervalt als het kind niet binnen een redelijke termijn, meestal gesteld door belanghebbenden (meestal erfgenamen), en uiterlijk binnen 5 jaar na het overlijden van de erflater heeft aangegeven dat hij of zij de legitieme portie wil ontvangen.

Een notaris zal wel altijd grondig onderzoeken of het daadwerkelijk de wens is om een kind te onterven. Zelfs als er weinig of geen contact meer is tussen ouder en kind, kan een dergelijke beslissing op emotionele gronden moeilijk zijn.

Let op: bij onterving geldt plaatsvervulling; Plaatsvervulling betekent dat de afstammelingen van het onterfde kind in zijn of haar plaats erven. Als dit niet de bedoeling is, moet u ook kleinkinderen of achterkleinkinderen van uw kind in uw testament onterven.

Indirecte onterving; onterven, maar dan anders

Je kinderen onterven is een lastige beslissing, maar soms onvermijdelijk. Men kan dat ook op een indirecte manier doen, zodat het wat minder uitgesproken klinkt .

Maar wat houdt indirecte onterving precies in?

Bij het onderwerp onterving wordt er inderdaad gesproken over directe en indirecte onterving. Hoewel dit geen formele juridische termen zijn, bestaat er wel een verschil tussen het expliciet onterven van een kind bij naam (direct) en het benoemen van andere erfgenamen of het vinden van alternatieve oplossingen (indirect). Hierdoor wordt vaak gezegd dat onterving op drie verschillende manieren kan plaatsvinden.

Een directe onterving van uw jongste dochter kan worden bewerkstelligd door dit expliciet te vermelden in uw testament.

Daarnaast is er de mogelijkheid van indirecte onterving. Hierbij benoemt u specifiek de namen van de erfgenamen (in dit geval uw andere kinderen) in het testament, maar laat u de naam van het kind dat u wenst te onterven weg.

De derde aanpak is een combinatie van beide vormen; het betreffende kind erft niet, maar wordt wel vermeld in uw testament door haar (slechts) een legaat toe te kennen ter grootte van haar legitieme portie. Op die manier behoudt zij het recht op het deel dat ze anders zou ontvangen als ze aanspraak zou maken op haar legitieme portie, ondanks de onterving. Omdat het onterfde kind geen erfgenaam meer is, maar enkel recht heeft op haar legitieme portie, heeft zij geen betrokkenheid bij de afwikkeling van de nalatenschap; ze wordt dan slechts beschouwd als een schuldeiser.

Directe onterving is helder, maar wordt vaak als erg pijnlijk ervaren door veel ouders. Indirecte onterving is wat milder, maar heeft als nadeel dat als de volgende erfgenamen wegvallen, het indirect onterfde kind alsnog erfgenaam wordt. Het toekennen van een legaat ter grootte van de legitieme portie wordt meestal als de mildste aanpak gezien door de meeste ouders. Ongeacht welke aanpak u kiest, raad ik u aan te overwegen om een overweging op te nemen in het testament waarin u uitlegt waarom u hebt gekozen voor onterving. Dit verandert de situatie natuurlijk niet, maar uit ervaring blijkt dat het voor het onterfde kind vaak makkelijker is om de onterving te aanvaarden met een dergelijke uitleg.

Schenking En Inbrengplicht Bij Erfenis

Ouders die tijdens hun leven een schenking doen aan één van hun kinderen, bevoordelen hiermee dat kind boven andere kinderen. Die bevoordeling werd vóór 2003 automatisch ongedaan gemaakt door de inbrengplicht, na 2003 dient dit bij de schenking schriftelijk te worden bedongen. De inbrengplicht betekent dat de schenking wordt verrekend met het later te bepalen erfdeel. Hiermee voorkomt men dat een erfgenaam ten opzichte van de ander wordt bevoordeeld. Enkele haken en ogen leest u hieronder.

Vóór 1 januari 2003: Automatisch inbrengplicht tenzij

Het erfrecht gold tot 1 januari 2003 bepaalt dat wat een kind bij leven werd geschonken door een ouder in mindering komt van zijn erfdeel na het overlijden van die ouder. Door de verrekening van de waarde van de schenking met het erfdeel wordt dan bereikt dat elke erfgenaam een gelijk deel ontving; Door de schenking bij leven te beschouwen als een voorschot op de erfenis, konden erfgenamen niet bevoordeeld worden voor andere erfgenamen.
Er was een uitzondering die de ouder zelf bepaalde. Bij de akte van schenking of nadien in het testament kon het kind worden vrijgesteld van inbrengplicht.

Na 1 januari 2003: geen inbrengplicht tenzij

Na 1 januari 2003 geldt de omgekeerde regel; De hier bedoelde schenking aan die erfgenaam hoeft niet te worden ingebracht in de nalatenschap van de ouder, behalve als de ouder dat in de schenkingsakte uitdrukkelijke bepaalde. Overigens kan bij testament alsnog worden bepaald dat een schenking niet hoeft worden ingebracht. Het omgekeerde kan echter weer niet. Is bij de schenking bepaald dat deze niet hoeft te worden ingebracht, dan kan niet bij testament alsnog die inbrengplicht in het leven worden geroepen.

Voorbeeld

Stel als voorbeeld een ouder met 2 kinderen, die één kind 250.000,- schenkt voor de aankoop van een woning. Het andere kind ontvangt niets. Indien bij deze schenking niet wordt bepaald dat deze schenking dient te worden ingebracht in de nalatenschap bij het overlijden van de ouder, dan wordt dit kind volgens de huidige regels bevoordeeld met € 250.000,-
Wordt evenwel bij de schriftelijke vastlegging van de schenking bepaald dat het kind een inbrengplicht heeft, dan wordt deze schenking bij de vaststelling van het kindsdeel verrekend met het erfdeel. Aldus dient voor de vaststelling van de nalatenschap eerst het bedrag van de schenking “fictief” te worden ingebracht, zodat de omvang van de nalatenschap wordt vermeerderd met € 250.000,-. Stel dat de ouder € 250.000,- nalaat, dan wordt deze fictief vermeerderd met € 250.000,-, zodat € 500.000,- (de omvang van de nalatenschap na de fictieve inbreng) ter verdeling overblijft. Elk kind ontvang € 250.000,-. Het erfdeel van het kind die de schenking ontving wordt verrekend met de waarde van die schenking. Dit kind ontvangt dus bij de verdeling van de de nalatenschap niets. € 250.000,- wordt toegescheiden aan het andere kind.

De waardebepaling van de schenking

Soms zitten er decennia tussen de schenking en het openvallen van de nalatenschap. Schenkingen verricht voor 1 januari 2003 worden in mindering gebracht op het erfdeel, tenzij bij akte of bij testament anders is bepaald. Hoewel de wet na 2003 is veranderd, dienen schenkingen die zijn gedaan onder het oude recht van vóór 2003 nog steeds te worden ingebracht, tenzij het testament anders bepaald.

De waarde van een schenking die fictief dient te worden ingebracht is doorgaans de waarde ten tijde van de prestatie.
Er zijn uitzonderingen op deze hoofdregel opgenomen in de wet: artikel 4:66 Burgerlijk Wetboek: zoals een schenkingen die pas ten volle na het overlijden van de ouder worden genoten, een schenkingen onder voorbehoud van het genot van het goed door de ouder, en de verschaffing van een aan het leven van de ouder gebonden recht door de ouder. De waarde wordt dan bepaald de waarde onmiddellijk na het overlijden.

Inkorting en toerekening

Soms heeft een ouder tijdens zijn leven al zoveel geschonken aan een kind dat het kind wordt onterfd. Meer over onterving leest u hier. en hier.
Maar een onterfd kind kan recht hebben op een in de wet vastgelegd wettelijk erfdeel, de zogenaamde legitieme portie: het kind kan ten alle tijde een beroep doen op de legitieme, de helft van het wettelijk erfdeel.

Teneinde dit erfdeel te berekenen dienen alle gedane schenkingen, ongeacht of er inbrengplicht bestaat of niet of en welke erfgenaam de schenking is gedaan, bij de nalatenschap te worden opgeteld (fictief ingebracht); Op deze waarde wordt de legitieme portie gebaseerd. De ontvangen schenkingen worden daarop echter weer in mindering gebracht.

Indien een erfgenaam, die niet is onterfd, wordt geconfronteerd met de schenkingen aan het onterfde kind, en zelfs na de fictieve inbreng bemerkt dat zijn legitieme geschonden is (deze erfgenaam ontvangt dan minder dan de helft van zijn wettelijk erfdeel) kan deze erfgenaam als legitimaris (die zijn legitieme opeist) vorderen dat eerder gedane schenkingen, ook die aan het onterfde kind, geheel of gedeeltelijk dienen worden terugbetaald aan de nalatenschap (de gezamenlijke erfgenamen) zodat daaruit de opgevorderde legitieme kan worden betaald. Hierdoor wordt een schenking bij leven dus ‘ingekort’. Hiervan is sprake indien schenkingen tijdens leven aan één of meer legitimarissen gedaan zodanig omvangrijk zijn dat zelf de fictieve inbreng geen soelaas biedt. Er is nu geen sprake meer van een fictieve inbreng, maar het spiegelbeeld ervan.

Hebt u vragen over de afwikkeling van een nalatenschap, over de executeur of afwikkelingsbewindvoerder, bel dan met 0900-advocaten of zend een bericht aan advocaten.nl.

De Afwikkeling Van Een Nalatenschap: Conflict Met De Executeur?

Wanneer een executeur zijn taak niet goed vervult, door traag of ondoorzichtig handelen, onterecht schulden betaalt of onbegrijpelijk kosten in rekening brengt, staan de erfgenamen slechts enkele mogelijkheden open om daar iets aan te doen.

Bij de afwikkeling van een nalatenschap kent met 3 soorten executeurs, grofweg de 1, 2 en 3 sterren executeur genaamd. Meer daarover leest u hier.

De executeur wordt niet door de erfgenamen aangewezen, maar wordt door de erflater benoemd in het testament. De erfgenamen zijn daar aan gebonden.

De beheersexecuteur wikkelt de nalatenschap van een overledene af, maar mag deze niet verdelen. Voor de verdeling is dan weer de medewerking van de gezamenlijke erfgenamen noodzakelijk.
De beheersexecuteur is wat de titel inhoud: hij heeft het beheer over de nalatenschap. Hij betaalt schulden, en voor zover nodig liquideert hij goederen om de schuldeisers te voldoen. Maar ook dan is in enkele gevallen de medewerking van de erfgenamen noodzakelijk. Door het beheer en door het afleggen van een rekening en verantwoording aan het einde van het beheer wordt het voor de erfgenamen duidelijk wat de omvang van de nalatenschap en hoe groot dus ieders erfdeel is.

Voor de executeur-afwikkelingsbewindvoerder geldt nagenoeg hetzelfde, maar de afwikkelingsbewindvoerder heeft meer zelfstandige bevoegdheden. Hij kan ook zelf de verdeling tussen de erfgenamen tot stand brengen. De erfgenamen hebben zelf niet veel te zeggen over het beheer en de verdeling.

Problemen met de executeur.

De executeur wordt in de meeste gevallen niet door de erfgenamen aangewezen, maar wordt door de erflater benoemd in het testament. De erfgenamen zijn daar aan gebonden.

Wanneer een executeur zijn taak niet goed vervult, door trage afhandeling, ondoorzichtig handelen, of onterechte schulden betaalt of onbegrijpelijk kosten in rekening brengt, staan de erfgenamen maar enkele mogelijkheden open om daar iets aan te doen.

Welke maatregelen indien de executeur zijn werk niet doet?

Indien erfgenamen niet tevreden zijn met een executeur, omdat deze zijn taak niet naar behoren vervult, kunnen de erfgenamen actie ondernemen. Hieronder leest u welke maatregelen mogelijk zijn.

Ontslag van de executeur
Op verzoek van een of mee erfgenamen kan de kantonrechter een executeur ontslaan worden.

In artikel 4:149 sub f is bepaald dat de kantonrechter de executeur kan ontslaan op grond van gewichtige redenen, op verzoek van een mede-executeur, een erfgenaam of het openbaar ministerie, dan wel ambtshalve. De executeur kan ook tijdelijk geschorst worden, voor de duur van de ontslagprocedure, totdat een onderzoek naar de taakvervulling is verricht, en een definitieve beslissing volgt. Zoals uit dit artikel volgt kan niet iedereen het ontslag verzoeken; Een verzoek wordt in de praktijk meestal ingediend door een of meer ontevreden erfgenamen.
Ook de executeur zelf kan zijn ontslag aanvragen, indien hij zijn taak niet meer kan of wil vervullen en zijn dat geval zal de kantonrechter altijd overgaan tot ontslag.

Redenen voor het ontslag van de executeur

In de praktijk zijn de drie meest voorkomende reden voor ontslag

  • het niet of niet snel genoeg aanvaarden van de functie,
  • het te laat aanvangen van de werkzaamheden, of gewoon
  • slechte uitvoering van de noodzakelijke taken.

    Door traag handelen van de executeur kan immers schade ontstaan door het onbeheerd blijven van goederen en het ontstaan van nieuwe schulden. Ook kan door vertraging belangrijke administratie verloren gaan. De executeur kan ook worden ontslagen wanneer de taken niet goed of niet op tijd worden uitgevoerd.

De talmende executeur

Indien de executeur te lang wacht met het aanvaarden van zijn functie ontstaat er een probleem voor de erfgenamen: zij kunnen immers zelf niets doen om de nalatenschap af te wikkelen. Zij zijn gebonden aan de benoeming van de executeur. Maar de executeur dient deze volgens de wet wel eerst officieel te aanvaarden.
Indien de executeur er te lang over doet om zijn functie te aanvaarden, dan kunnen een of meer erfgenamen de kantonrechter vragen om een termijn te stellen aan de executeur. Na verloop van die termijn kan de in het testament genoemde persoon zijn taken als executeur niet meer aanvaarden.

Volgens de wet dient de executeur nadat hij de functie heeft aanvaard zijn taken ‘met bekwame spoed’ te gaan uitvoeren. Hij dient volgens het testament meestal binnen 3 tot 6 maanden na het overlijden een boedelbeschrijving te hebben gemaakt, en die ter kennis hebben gebracht aan de erfgenamen.

Alsnog ontslag slecht presterende executeur

Is de executeur echter in gebreke met zijn beheerstaken, door bijvoorbeeld geen boedelbeschrijving te maken, goederen onbeheerd te laten, geen informatie te geven aan de erfgenamen, dan kunnen de erfgenamen aan de kantonrechter alsnog verzoeken om de executeur te ontslaan.

Wanneer wordt de executeur ontslagen

Een ontevreden erfgenaam is geen uitzondering. Eén erfgenaam wil nu eenmaal meer of anders geïnformeerd worden dan een andere erfgenaam. Vaak heeft elke erfgenaam een eigen mening over de afwikkeling, en in veel gevallen spelen ook de persoonlijke verhoudingen een rol. Erfgenamen en executeur zijn niet zelden ook familie van elkaar. Een executeur handelt zelfstandig en hoeft voor de uitvoering van veel taken geen aanwijzingen van de erfgenamen op te volgen. Een conflict ligt dus altijd op de loer.

Indien een erfgenaam om een dringende reden het ontslag aanvraagt, dient de kantonrechter degelijk te onderzoeken of de klachten terecht zijn.

Grondige redenen voor een ontslag

De erfgenaam moet echter met hele grondige redenen komen, en zal daarvan ook duidelijke aanwijzingen moeten aanleveren in de vorm van schriftelijk bewijs. De aanvraag moet dan ook degelijk onderbouwd zijn en mag niet zomaar gestoeld zijn op persoonlijke onvrede, of een persoonlijk conflict.
Aan een werkelijk ontslag dienen gewichtige redenen ten grondslag te liggen, zoals wanbeheer (goederen blijven onbeheerd, schuldeisers gaan er van door met zaken, de boedelbeschrijving is zeer gebrekkig, of de executeur misbruikt bevoegdheden al of niet voor eigen gewin, of hij bevoordeelt een of meer erfgenamen, waar hij anderen benadeelt. De kantonrechter dient per geval te onderzoeken of de omstandigheid ernstig genoeg is om gewichtige redenen aan te nemen om tot ontslag van de executeur over te gaan.

De ontslagen executeur kan zijn werkzaamheden niet meteen staken, omdat de wet bepaalt dat zijn taak pas eindigt indien de nieuwe executeur of de erfgenamen zelf die taken gaan uitvoeren.

Vervanging van de executeur

Na ontslag dient in de meeste gevallen te worden voorzien in een vervangende executeur. Indien het testament een reserve executeur noemt, wordt deze benaderd en wordt die aangewezen om de taken voort te zetten.
Als het testament geen reserve-executeur noemt mag de kantonrechter alleen een nieuwe executeur aanwijzen als dit in het testament expliciet is bepaald. Indien het testament hierover zwijgt, moeten de erfgenamen in onderling overleg zelf de erfenis afwikkelen. Mogelijk met nog meer problemen tot gevolg.

Zelf afwikkelen na ontslag executeur

Dit zelf in onderling overleg de nalatenschap afwikkelen kan een probleem worden, indien de erfgenamen niet of niet snel tot overeenstemming kunnen komen. Kantonrechters voorzien dit meestal tijdig. Indien een aanvraag tot ontslag wordt ingediend door één of enkele ontevreden erfgenamen, maar alle overige erfgenamen zich afzijdig houden, of juist de executeur steunen, zal de kantonrechter extra kritisch zijn bij het onderzoek naar de gewichtige redenen.
Indien niet alle erfgenamen achter de ontslagaanvraag staan, zal het duidelijk zijn dat alleen in geval een nieuwe executeur de taken voortzet, problemen kunnen worden voorkomen. In het andere geval, dat zich geen nieuwe executeur aandient, of indien er geen reserve executeur is, zullen de erfgenamen, waar tussen al enige onenigheid is gerezen, aan zichzelf zijn overgelaten bij de afwikkeling van de nalatenschap. De problemen kunnen dan nog ernstiger worden. Die situatie voorspelt meestal weinig goeds voor een snelle en heldere afwikkeling en verdeling van de nalatenschap. Na ontslag van een executeur, en indien geen nieuwe executeur de taken voortzet, kan het vaak nog jaren duren alvorens de afwikkeling gereed is.

Wees terughoudend bij een ontslag aanvraag van de executeur

Men dient dus zeer terughoudend te zijn bij een aanvraag om ontslag van de executeur. De executeur zou immers in zo`n situatie, nog voordat de kantonrechter een besluit neemt, zelf zijn taak kunnen neerleggen of ontslag aan kunnen vragen, bijvoorbeeld wegens het ontbreken van het noodzakelijke vertrouwen bij de erfgenamen. Dan zijn de erfgenamen op zichzelf aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen. Bij complexe nalatenschappen kan dat voor aanzienlijke problemen, hoge kosten en lange vertraging zorgen.

Hebt u vragen over de afwikkeling van een nalatenschap, over de executeur of afwikkelingsbewindvoerder, bel dan met 0900-advocaten of zend een bericht aan advocaten.nl.

De Beloning Van De Executeur Van De Nalatenschap

De beloning van een executeur of bewindvoerder die is betrokken bij de nalatenschap kan aanleiding geven tot geschillen, tenzij zowel de benoeming als de beloning goed is geregeld. Sommige nalatenschappen vergen bij de afwikkeling nu eenmaal meer en complexere taken dan andere. Een redelijke beloning die op heldere wijze is berekend kan conflicten voorkomen.

Een erflater kan bij testament een persoon benoemen die voor de erfgenamen bepaalde taken uitvoert. Er zijn verschillende soorten executeurs, waarover u hier meer leest.
Afhankelijk van de soort bewindvoerder zal de bemoeienis meer of minder zwaar zijn. Een executeur die uitsluitend de begrafenis regelt is natuurlijk sneller klaar met zijn taak als een executeur afwikkelingsbewindvoerder. Bovendien bepaalt de de omvang en de complexiteit van de nalatenschap welke taken dienen te worden uitgevoerd. Tot slot is ook van groot belang wat de opstelling van de erfgenamen zal zijn; gaan deze met elk redelijk voorstel van de executeur akkoord, dan is zijn taak natuurlijk aanzienlijk eenvoudiger, dan wanneer hij voortdurend tegenstand ervaart van een of meer erfgenamen. Welke middelen de erfgenamen hebben om bezwaren tegen de executeur kenbaar te maken leest u in een volgend artikel.

De wet bepaalt in artikel 4:159 BW dat de executeur 1% van de omvang van de nalatenschap (berekend op de sterfdag) ontvangt als vergoeding voor zijn bemoeienis bij de afwikkeling van de nalatenschap.
Artikel 4:159 BW lid 1: “Tenzij bij uiterste wil anders is geregeld, komt de bewindvoerder, of als er meer dan een bewindvoerder is, hun tezamen, per jaar een ten honderd van de waarde aan het einde van dat jaar van het onder bewind staande vermogen toe.”

Deze beloning is dus geen uurtarief en is ook niet afhankelijk van de hoeveelheid of complexiteit van het werk dat moet worden uitgevoerd. In sommige gevallen kan die beloning dus veel te laag” of te hoog uitvallen.

Artikel 4:159 lid 3 BW bepaalt: “Op grond van onvoorziene omstandigheden kan de kantonrechter, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van de bewindvoerder, van de rechthebbende of iemand in wiens belang het bewind is ingesteld, voor bepaalde of voor onbepaalde tijd de beloning anders regelen dan bij de uiterste wil of de wet is aangegeven.
In bijzondere gevallen kan de kantonrechter de beloning veranderen, bijvoorbeeld indien de beloning onredelijk hoog of laag is.

Indien een professionele bewindvoerder wordt benoemd wordt er meestal een uurtarief bepaald.

Is er niets ver het loon geregeld in het testament dan kan de executeur teveel of te weinig beloning ontvangen. Dan spreekt u onderling een uurtarief af. Dit tarief kan per professional verschillen en in de loop der jaren veranderen. Een uurtarief houdt rekening met de hoeveelheid werk en de complexiteit van de nalatenschap. Benoemt u een vriend? Dan geeft een vast bedrag voldoende erkenning, zonder teveel druk bij de executeur te leggen over de nalatenschap.

De erflater doet er dan ook verstandig aan om, naast de benoeming van de executeur, ook het loon in het testament vast te leggen. Dit zal in dat geval meestal een uurtarief bedragen. Hoewel nog de vraag is of een executeur werkelijk zijn taak zal aanvaarden na het overlijden, kan in dat geval geen geschil meer ontstaan over de kosten. Het loon dient immers te worden voldaan uit de nalatenschap, en die kosten worden dus omgeslagen over alle erfgenamen gezamenlijk.

Indien een vriend of familielid, bijvoorbeeld één van de erfgenamen zelf, wordt benoemd kan ook een vast bedrag worden toegekend, of een combinatie van een gematigd uurtarief en een vast bedrag.

Een familielid of erfgenaam heeft vaak een eenvoudiger taak omdat deze al enig inzicht heeft in de complexiteit van de nalatenschap. Bovendien is de beloning hier minder belangrijk, omdat men een taak uitvoert voor familieleden.

De erfgenaam doet ook verstandig indien het testament bepaalt hoe de beloning wordt uitbetaald, tussentijds of achteraf door vaststelling door de erfgenamen, of door de executeur zelfstandig vast te stellen, mits er naderhand rekenschap wordt afgelegd aan de erfgenamen.

Meer informatie over de (onredelijke) belang van een executeur, wanbeleid of andere vragen over de executeur, bel 0900 advocaten of stuur een bericht aan advocaten.nl. Professionele juristen en advocaten beantwoorden uw vragen.

Het Onterfde Kind En De Legitimaire Massa

Door onterving ontstaat een recht op de legitieme portie. Hoewel dit slechts een vordering in geld is, ontstaan vaak probleem bij de vaststelling van deze vordering. Een onterfd kind, ook wel legitimaris genoemd, heeft immers alleen een vordering, maar is niet betrokken bij de verdeling van de nalatenschap. Hoe wordt deze vordering berekend en welke regels gelden bij vaststelling van de de legitimaire massa.

Kinderen en de echtgenoot zijn de wettelijke erfgenamen. Is er geen testament, dan erven zij alle gelijke delen. Een ouder kan een echtgenoot of een kind onterven door een testament te maken. Wordt in een testament een ander als enig erfgenaam benoemd, of een wettelijk erfgenaam uitgesloten, dan is er sprake van onterving. Huwt een een vader van kinderen na het overlijden van zijn echtgenoot opnieuw, en overlijdt de vader zonder een testament te maken, dan zijn de kinderen feitelijk onterft, al hebben zij wel een vordering op de nieuwe echtgenoot.

In één geval geldt in de wet een remedie tegen de onterving. De wet bepaalt dat het onterfde kind een beroep kan doen op de legitieme portie. De legitieme geldt niet voor de echtgenoot of eventueel andere erfgenamen bij versterf in de 2e of 3e graad, en ook niet voor stiefkinderen. Echter wel weer kleinkinderen; als een kind vóór de ouder overlijdt, en zelf kinderen had, dan worden die kinderen legitimaris door plaatsvervulling.

De legitieme portie
De wet kent aan een kind uit de erfenis van zijn ouder een minimaal deel. Het kind kan niet voor minder dan dit deel worden gekort in zijn wettelijke rechten.

Een kind dat is onterfd en die recht heeft op de legitieme portie wordt ook ‘legitimaris’ genoemd. De legitimaris heeft 5 jaar na het overlijden de tijd om zijn deel op te eisen.

Dit opeisen moet de legitimaris doen bij de executeur of de erfgenamen. De wet bepaalt hier dat de legitimaris geen aandeel in alle goederen kan eisen, maar slechts een bedrag, dat een deel vertegenwoordigd van de waarde van de gehele nalatenschap. Hoe deze wordt berekend wordt hier uitgelegd, dat handelt over de legitimaire massa.

De legitieme portie is een vordering in geld, en in omvang de helft van de waarde die hij als wettelijk erfgenaam zou ontvangen, als hij niet onterft was. Een onterfd kind die één broer heeft zou dus 50% erven van de nalatenschap van een ouder. Is de broer tot enig erfgenaam aangewezen dan is het kind dus onterfd, maar heeft in elk geval recht op een bedrag in geld, dat 25% van de omvang van de nalatenschap bedraagt. Hij moet dan binnen 5 jaar vorderen bij de broer.

De legitimaire massa.
Het wettelijk erfdeel wordt berekend over de waarde van de nalatenschap. De legitieme portie (de helft van het wettelijk erfdeel) wordt echter niet berekend over de waarde van de nalatenschap maar over de legitimaire massa. Dit is de legitimaire aanspraak.

Het is voor de legitimaris belangrijk dit onderscheid in de gaten te houden, omdat deze bepaling voorkomt dat zijn legitieme portie toch niet via een vermindering van de nalatenschap door toedoen van de erflater alsnog lager wordt dan de helft van een wettelijke erfdeel.

De legitimaire massa is de waarde van een erfenis op de dag van overlijden, maar vermeerderd met de giften van de erflater voorafgaande aan het overlijden gedaan. De kosten van de nalatenschap, zoals beheerskosten, begrafenis of crematie, kosten van de bewindvoerder of executeur etc worden hier nog van afgetrokken.

De wet bepaalt in artikel 4:65 BW
De legitieme porties worden berekend over de waarde van de goederen der nalatenschap, welke waarde wordt vermeerderd met de bij deze berekening in aanmerking te nemen giften en verminderd met de schulden, vermeld in artikel 7 lid 1 onder a tot en met c en f. Buiten beschouwing blijven giften waaruit schulden als bedoeld in artikel 7 lid 1 onder i zijn ontstaan.

Stel dat de broer, die tot enig erfgenaam is aangewezen, tijdens het leven van de ouder al aanzienlijke sommen geld heeft ontvangen, en laten we aannemen dat de ouder 10 jaren vóór zijn overlijden al de helft van zijn vermogen heeft geschonken aan de de broer als enig erfgenaam, dan zou de onterfde broer die schenking in de berekening moeten betrekken om de legitimaire massa te kunnen vaststellen.

De wet bepaalt dus dat die giften voor de vaststelling van de legitimaire aanspraak fictief moeten worden “ingebracht”, dus opgeteld bij de waarde van de nalatenschap op de dag van het overlijden. De hoofdregel is de vijfjaarstermijn in artikel 4:67 BW sub e BW: Als de gift binnen vijf jaar voor het overlijden van de erflater is gedaan, wordt de gift meegenomen in de berekening van de legitimaire massa.

Artikel 4:67 BW geeft een opsomming welke door de erflater gedane giften in aanmerking moeten worden genomen voor de bepaling van de legitimaire massa, ook indien deze giften langer dan 5 jaar geleden hebben plaatsgevonden. Niet elke gift wordt in aanmerking genomen. Kleine giften, voor zover gebruikelijk, blijven buiten beschouwing, giften aan de echtgenoot, en giften in verband met kosten van levensonderhoud doorgaans ook.
Bij de berekening van de legitieme porties worden de volgende door de erflater gedane giften in aanmerking genomen:
a. giften die kennelijk gedaan en aanvaard zijn met het vooruitzicht dat daardoor legitimarissen worden benadeeld;
b. giften die de erflater gedurende zijn leven te allen tijde had kunnen herroepen of die hij bij de gift voor inkorting vatbaar heeft verklaard;
c. giften van een voordeel, bestemd om pas na zijn overlijden ten volle te worden genoten;
d. giften, door de erflater aan een afstammeling gedaan, mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is;
e. andere giften, voor zover de prestatie binnen vijf jaren voor zijn overlijden is geschied.

Een curieuze regel is die van art 4:67 sub d:
de giften, door de erflater aan een afstammeling gedaan, mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is;

Als voorbeeld kan hier gelden:
Een alleenstaande moeder met twee kinderen, broer A en zus B, schenkt een woning met een waarde van € 500.000,- aan haar B. Acht jaar nadat B de schenking kreeg overlijdt de moeder. De nalatenschap bestaat nog uit uit een bankrekening met € 20.000,- en er zijn geen schulden. Beide kinderen zijn ieder voor de helft erfgenaam. Feitelijk is broer A onterft, althans ernstig gekort in zijn rechten.
Het saldo van de nalatenschap is dus niet meer dan € 20.000,-.
Als A. en B. beiden de nalatenschap aanvaarden en broer A. een beroep op zijn legitieme portie doet, zou de legitimaire massa (€ 500.000 + € 20.000 =) € 520.000 bedragen. Zijn wettelijk erfdeel zou € 260.000 bedragen, dus de legitimaire aanspraak van A. is € 130.000. Op die legitimaire aanspraak wordt zijn aandeel in het saldo van de nalatenschap nog in mindering gebracht, dus verminderd met € 10.000,- . Zijn legitimaire tekort is nu dus € 120.000. Broer A kan nu zus B aanspreken door de aanspraak van B op de nalatenschap in te korten, maar ook op de (waarde van de) gift van B.
Volgens de concrete opvatting zou zuster B echter eenvoudig deze aanspraak van A kunnen ontlopen: door de nalatenschap te verwerpen zonder zich haar legitieme voor te behouden, zullen de giften die langer dan vijf jaren voor het overlijden van de erflater zijn uitgevoerd volgens artikel 4:67 sub d niet meer voor inkorting vatbaar zijn. Door verwerping is B immers geen legitimaris meer in de ruime zin (zij is dan geen erfgenaam meer). De uitzondering van art 4:67 sub d is dan van toepassing: de schenking wordt meegerekend “mits zij erfgenaam is“.
Het maakt hierbij overigens niet uit of B zou zijn onterfd en B de legitieme niet zou opeisen.

In de literatuur is ook de opvatting beleden dat een dergelijke zienswijze niet redelijk is. Op die wijze wordt A immers ernstig benadeeld, en de wetsregel geeft dan niet het door de wet gewenste resultaat. De abstracte zienswijze gaat er van uit de in artikel 4:67 sub d wordt bedoeld met “mits deze of een afstammeling van hem legitimaris van de erflater is” de legitimaris in ruime zin wordt bedoeld, ongeacht of deze zich bediend van de “legitieme”. In deze abstracte opvatting maakt het niet uit dat B de nalatenschap verwerpt; de bepaling van artikel 4:67 sub d wordt geabstraheerd van de door een kind werkelijk een beroep op de legitieme is of kan worden gedaan.

In de abstracte opvatting kan A dus altijd inkorten en daarvoor B aanspreken.
In één uitspraak van het gerechtshof Leeuwarden wordt de abstractie visie gevolgd.
“Evenals de rechtbank is het hof van oordeel dat voor het zijn van ‘legitimaris’ in de zin van artikel 4:67 lid d BW niet relevant is of een beroep op de legitieme portie is gedaan of niet. Het woord ‘legitimaris’ in artikel 4:67 lid d duidt de persoon aan die aanspraak kan maken op een legitieme portie, niet slechts de persoon die dat ook daadwerkelijk heeft gedaan. Steun voor deze uitleg biedt de omschrijving die het hiervoor vermelde artikel 4:63 lid 2 BW geeft van legitimarissen, te weten afstammelingen van de erflater die door de wet als erfgenamen tot zijn nalatenschap worden geroepen.”

Dit lijkt een meer redelijke opvatting te zijn waarvoor meerdere argumenten gelden. Het gaat te ver om al deze argumenten hier te noemen maar voor meer informatie kunt u bellen met 0900- advocaten of een bericht zenden aan Advocaten.nl.

De Erfgenaam En De Executeur; Afwikkeling Van De Nalatenschap

De drie sterren executeur heeft alle bevoegdheden die in beginsel bij de erfgenamen gezamenlijk liggen. Door zijn benoeming wordt de rol en de taak van de individuele erfgenamen bij de verdeling van de nalatenschap ernstig beperkt: de executeur vertegenwoordigt hen bij de meest belangrijke rechtshandelingen.

Erfgenamen hebben gemeenschappelijke aanspraken op de nalatenschap. Doen zij hiervan geen afstand dan hebben zij in beginsel de gemeenschappelijk taak om die in bezit te nemen, te beheren en te verdelen Er moet belastingaangifte worden gedaan, woning worden leeggeruimd enzovoort. Alle erfgenamen hebben hierin gelijke zeggenschap en echten en plichten. Het maakt niet uit hoeveel erfgenamen er zijn.

De wet wijst de erfgenamen gezamenlijk aan om al deze taken te volbrengen. Voor elke handeling die met betrekking tot de nalatenschap plaats vindt zal dus een zekere mate van overeenstemming moeten zijn tussen de erfgenamen. Hoe meer erfgenamen hoe gecompliceerder dit wordt. Het is dus geen verrassing dat de afwikkeling in sommige gevallen jaren in beslag neemt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel erfgenamen deze taken een een derde partij overlaten, zoals een boedelnotaris, een een gevolmachtigde, die namens meerdere of alle erfgenamen optreedt.

In veel gevallen voorziet de erflater dat zulke problemen kunnen optreden en wijst dan in het testament al vóór zijn overlijden een functionaris aan, de executeur genaamd, die alle erfgenamen vertegenwoordigd, belast is met het beheer van de nalatenschap en de verdeling regelt. In de wet is dit geregeld in afdeling 6 van Boek 4 Burgerlijk Wetboek, artikel 4:142 en verder.

De 1, 2 of 3- sterren executeur: taken en bevoegdheden

Het erfrecht kent drie soorten van executeurs. Afhankelijk van zijn bevoegdheid en taken noemt men deze de 1, 2- of 3 sterren executeur. De benoeming is niet eenzijdig. De executeur zal zijn taak moeten aanvaarden. In een enkel geval wordt dit geweigerd door de benoemde executeur. Het gevolg is dat erfgenamen alsnog iemand moeten benaderen om de taken van de executeur uit te voeren. Het alternatief is dat zij zelf alles moeten regelen. De erfgenamen kunnen ook de kantonrechter vragen om iemand als executeur te benoemen.

De 1-ster executeur

De 1-ster executeur regelt alles omtrent de begrafenis of crematie. Zeker in de eerste tijd direct na het overlijden is het een geruststellende gedachte dat alles wat hier mee te maken heeft in goede orde verloopt.

De 2-sterren executeur

De 2-sterren executeur is de zogenaamde beheers executeur. Zoals de naam doet vermoeden beheert hij de nalatenschap, zodat gedurende de periode na het openvallen kan worden vastgesteld wat tot de nalatenschap behoord, wie er erfgenamen zijn en welke schulden nog moeten worden voldaan de 2-sterren executeur det de administratie, betaalt rekeningen en hij legt rekenschap af van een en ander aan de erfgenamen.

De beheersexecuteur mag alleen de nalatenschap beheren, hij mag dus niet beschikken, goederen verkopen, nieuwe schulden aangaan of zaken verdelen onder de erfgenamen. Zijn taak is dus veelomvattend, maar uiteindelijk zijn de erfgenamen gezamenlijk die de verdeling tot stand brengen. Daarvoor zal een executeur meestal een degelijk voorstel doen, dat in de meeste gevallen door de erfgenamen wordt aanvaard.

De executeur-afwikkelingsbewindvoerder

De 3-sterren executeur heeft de meest verstrekkende bevoegdheden. Dit is de executeur-afwikkelingsbewindvoerder. De executeur-afwikkelingsbewindvoerder regelt in feite alles met betrekking tot de nalatenschap. Zijn bevoegdheden kunnen weliswaar worden beperkt door bepaalde aanwijzingen in het testament, maar in beginsel is de bedoeling dat de bewindvoerder naast het beheer van de nalatenschap ook beschikkingsbevoegd is ten aanzien van andere belangrijke handelingen die volgens de wet aan de gezamenlijke erfgenamen toekomen. Zo kan de executeur-afwikkelingsbewindvoerder zelfstandig een onroerende zaak verkopen en leveren, maar hij mag ook naar eigen inzicht de goederen van de nalatenschap toewijzen aan individuele erfgenamen, en meer algemeen de verdelen van de nalatenschap tot stand brengen.

Het is evident dat een dergelijke afwikkelingsbewindvoerder het vertrouwen moet genieten van alle erfgenamen. Het is een taak met grote verantwoordelijkheid, en het is van belang is dat hij goed kan communiceren met de erfgenamen en transparant te werk gaat.

Afhankelijk van de omvang en complexiteit van de nalatenschap kan een erflater dus de toekomstige erfgenamen een grote dienst bewijzen door een 3-sterren executeur aan te wijzen. Zeker in geval van een groot aantal erfgenamen en een vermoeden dat de erfgenamen niet eenvoudig tot gezamenlijke besluiten kunnen komen, is het zeer aan te bevelen vooraf een persoon te benaderen die bereid is de functie van afwikkelingsbewindvoerder op zich te nemen en deze in het testament te benoemen. Hoewel het geen garantie is dat die ook werkelijk die taken op zich zal nemen is het in elk geval een aanzienlijke geruststelling dat een verdeling uiteindelijk niet leidt tot familieruzies en een langslepende verdeling. De erfgenamen zelf hebben dan vervolgens nauwelijks meer een taak en een rol bij die verdeling. Hoewel dit voor veel erfgenamen als een bezwaar wordt gezien, (er wordt immers door een ander over hun aanspraken beslist) brengt de executeur-afwikkelingsbewindvoerder vele voordelen. Men dient rekening te houden met een beloning van ede executeur, die door de nalatenschap wordt betaald, en dus over alle erfgenamen wordt omgeslagen. Meer over de beloning van de executeur leest u hier.

Voor meer informatie over de verdeling, of vragen over problemen die een verdeling kunnen meebrengen belt u met 0900-advocaten of u zend een email aan advocaten.nl.