Met ingang van januari 2012 veranderen in het Burgerlijk Wetboek enkele bepalingen over het opnemen en vervallen van vakantiedagen.
Zo bouwt een werknemer straks tijdens ziekte hetzelfde aantal vakantiedagen op als niet-zieke werknemers en vervallen de wettelijke vakantiedagen vanaf 2012 na zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Aanleiding voor deze veranderingen is een uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin uitleg wordt gegeven aan de Europese Arbeidstijdenrichtlijn met betrekking tot vakantierechten bij ziekte. Het hof oordeelde dat álle werknemers – gezond én ziek of arbeidsongeschikt – jaarlijks recht hebben op vier keer de wekelijkse arbeidsduur aan vakantiedagen. Het Nederlandse huidige vakantierecht is in strijd hiermee, want daarin geldt dit recht niet voor de zieke en arbeidsongeschikte werknemer. Reden voor het parlement dit gelijk te trekken met de Europese Arbeidstijdenrichtlijn.
In de nieuwe regeling krijgen ook zieke en arbeidsongeschikte werknemers het recht op vier keer de wekelijkse arbeidsduur aan vakantiedagen. Een ander gevolg van de nieuwe regeling is dat de wettelijke vakantiedagen die de werknemer vanaf 2012 opbouwt, vervallen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de aanspraak erop is ontstaan.