EU: overal eerlijk proces

EU: overal eerlijk proces

De EU-ministers van Justitie hebben nieuwe regels aangenomen die ervoor moeten zorgen dat verdachten in alle EU-landen een eerlijk proces krijgen. Het beginsel van het vermoeden van onschuld moeten worden gerespecteerd. De richtlijn zorgt er ook voor dat de verdachte het recht heeft om aanwezig tijdens het proces en dat hij het recht heeft om te zwijgen. Verder moet de bewijslast altijd bij het Openbaar Ministerie liggen. De nieuwe regels zijn gebaseerd op een Commissievoorstel uit 2013.

Uit de bijlage bij het commissievoorstel blijkt dat Nederland aan alle eisen bijna geheel voldoet, maar dat is niet overal zo in de EU. Eurocommissaris Jourová zegt daarover: “Het recht op een eerlijk proces is een grondrecht en moet in de praktijk overal in Europa worden geëerbiedigd. Vandaag de dag zijn er nog enkele verschillen in de bescherming van het vermoeden van onschuld in de hele Europese Unie. De nieuwe gemeenschappelijke regels moeten garanderen dat de rechten van de burgers die betrokken zijn bij een strafrechtelijke procedure worden gerespecteerd door politie en justitie.”

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

Herziening vrijspraak wordt mogelijk

De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie waardoor een onherroepelijk vrijgesproken verdachte voor hetzelfde delict alsnog kan worden vervolgd. Er moet wel sprake zijn van nieuw zeer belastend bewijs. De regeling geldt voor misdrijven waarbij opzettelijk de dood van een ander is veroorzaakt. Daarnaast wordt het mogelijk met terugwerkende kracht strafzaken een vrijspraak te herzien.

Bij de misdrijven waarvoor de regeling geldt is opzettelijk een inbreuk gemaakt op het recht op leven. Dat herziening ten nadele ook met terugwerkende kracht mogelijk wordt, berust eveneens op de overweging dat bij zeer ernstige misdrijven het belang van de samenleving zwaarder kan wegen dan dat van de vrijgesproken persoon. Het gaat daarbij om vrijspraken die vóór de datum van de inwerkingtreding van het wetsvoorstel onherroepelijk zijn geworden. Strafbare feiten die al zijn verjaard, vormen een uitzondering. Herziening ten nadele is in dat geval niet mogelijk.

. . . lees verder op Internet