Aanbreng of Inbreng en Vergoedingsrechten bij Informeel Samenwonen

Bij informeel samenwonen zonder contract kunnen complexe juridische situaties ontstaan, met name als het gaat om de verdeling van eigendommen en investeringen. Dit artikel behandelt de rechten en plichten van samenwonenden in het kader van het vermogensrecht. Ook kijken we naar recente uitspraken van de Hoge Raad en geven we praktische tips voor het voorkomen van juridische conflicten.

Steeds meer mensen kiezen ervoor om samen te wonen zonder een formele verbintenis zoals een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Hoewel dit praktisch lijkt, kunnen er juridische complicaties ontstaan wanneer het gaat om de verdeling van eigendommen, zoals een gezamenlijk gekocht huis of financiële investeringen die door één partner zijn gedaan. In dit artikel gaan we in op het vermogensrecht bij informeel samenwonen, bespreken we de meest recente jurisprudentie en geven we advies over hoe samenwoners zich juridisch kunnen beschermen.

Wat is informeel samenwonen?

Informeel samenwonen betekent dat twee mensen samenwonen zonder dat ze getrouwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. In tegenstelling tot gehuwde stellen, hebben samenwoners zonder samenlevingscontract geen wettelijke regeling die hun financiële verplichtingen of eigendomsverhoudingen regelt. Dit kan problematisch worden wanneer de relatie eindigt en één van de partners financiële bijdragen heeft geleverd voor een goed dat op naam van de andere partner staat.

Het belang van een samenlevingscontract

Hoewel er geen wettelijke verplichting bestaat om een samenlevingscontract op te stellen, biedt een dergelijk contract duidelijkheid over de eigendomsverhoudingen en de verdeling van kosten. Een samenlevingscontract kan bijvoorbeeld regelen wie eigenaar is van de gemeenschappelijke woning, wie verantwoordelijk is voor de aflossing van een gezamenlijke hypotheek, en hoe de verdeling plaatsvindt in geval van een breuk.

In het geval dat er geen contract is, zijn samenwoners aangewezen op het algemene vermogensrecht. Dit kan leiden tot complexe juridische vraagstukken, zoals het ontstaan van vergoedingsrechten wanneer één partner meer heeft geïnvesteerd in de woning of andere eigendommen dan de ander.

Vergoedingsrechten bij informeel samenwonen: Wat zegt de wet

Bij gehuwde stellen is er een duidelijke wettelijke regeling voor vergoedingsrechten (zoals vastgelegd in artikel 87 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek). Dit houdt in dat wanneer één echtgenoot met eigen geld een goed financiert dat mede aan de andere echtgenoot toebehoort, de betalende echtgenoot recht heeft op vergoeding van dit bedrag. Dit vergoedingsrecht kan ook ontstaan wanneer de ene echtgenoot bijdraagt aan de aflossing van een schuld van de andere echtgenoot.

Voor informeel samenwonenden gelden deze regels echter niet automatisch. De Hoge Raad heeft in meerdere arresten bevestigd dat de vergoedingsregels uit het huwelijksvermogensrecht niet analoog kunnen worden toegepast op samenwoners die geen samenlevingscontract hebben. Dit betekent dat samenwoners geen automatisch recht hebben op vergoeding van investeringen, tenzij zij specifieke afspraken hebben gemaakt.

Recente jurisprudentie: Hoge Raad ECLI:NL:HR:2023:1571

Een recente uitspraak van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:1571) heeft verduidelijkt hoe vergoedingsrechten bij informeel samenwonenden worden behandeld. In deze zaak ging het om een man en een vrouw die informeel samenwoonden en samen een huis kochten. Hoewel de man de volledige hypotheek aflostte met de opbrengst van de verkoop van zijn eigen woning, was de woning voor de helft eigendom van de vrouw. Toen de relatie eindigde, vorderde de man een vergoeding van € 107.000 van de vrouw, aangezien hij haar deel van de lening had afgelost.

Het Hof had geoordeeld dat de vrouw op grond van de rechtspraak over vergoedingsrechten tussen echtgenoten verplicht was om dit bedrag te betalen. De Hoge Raad oordeelde echter anders en vernietigde deze uitspraak. Volgens de Hoge Raad kan het huwelijksvermogensrecht niet analoog worden toegepast op samenwoners, zelfs niet als het gaat om de aflossing van gezamenlijke schulden of investeringen in een gezamenlijk huis. Dit betekent dat de vrouw niet verplicht was om de helft van de aflossing aan de man terug te betalen.

De Hoge Raad benadrukte wel dat er op grond van het algemene vermogensrecht (zoals ongerechtvaardigde verrijking) toch een verplichting kan bestaan om een deel van de investering terug te betalen. Dit moet echter in elk specifiek geval worden beoordeeld aan de hand van de omstandigheden.

Ongerechtvaardigde verrijking en algemene vermogensrechtelijke verplichtingen

Het concept van ongerechtvaardigde verrijking speelt een belangrijke rol bij de verdeling van vermogens bij informeel samenwonen. Volgens artikel 6:212 van het Burgerlijk Wetboek moet een persoon die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, de waarde van die verrijking vergoeden, voor zover dit redelijk is.

Dit betekent dat wanneer één partner aanzienlijke investeringen heeft gedaan in een gemeenschappelijk goed (zoals een huis) dat mede aan de andere partner toebehoort, de investerende partner recht kan hebben op compensatie, zelfs zonder formeel vergoedingsrecht. Dit vergt echter altijd een gedetailleerde analyse van de feitelijke omstandigheden van de zaak.

Een voorbeeld van ongerechtvaardigde verrijking kan zijn wanneer een partner substantiële verbeteringen aanbrengt in de woning van de andere partner. Als deze investeringen de waarde van de woning significant verhogen en de relatie vervolgens eindigt, kan de investerende partner mogelijk een claim indienen op grond van ongerechtvaardigde verrijking.

Wat kunt u doen om conflicten te voorkomen?

Om juridische conflicten te voorkomen, is het raadzaam dat samenwoners schriftelijke afspraken maken over de verdeling van eigendommen en financiële verplichtingen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een samenlevingscontract of een eenvoudige schriftelijke overeenkomst. Hieronder enkele concrete adviezen:

  1. Samenlevingscontract: Laat vastleggen wie eigenaar is van de gezamenlijke woning en hoe de aflossing van de hypotheek wordt verdeeld. Leg ook vast wat er gebeurt met de woning en andere gezamenlijke bezittingen als de relatie eindigt.
  2. Financiële administratie: Houd een duidelijke administratie bij van wie welke financiële bijdrage heeft geleverd, bijvoorbeeld aan de aflossing van de hypotheek, de aankoop van meubels of verbeteringen aan de woning.
  3. Onafhankelijk juridisch advies: Raadpleeg een advocaat of notaris bij het opstellen van een samenlevingscontract, vooral wanneer er sprake is van gezamenlijke eigendommen of aanzienlijke investeringen door één van de partners.

Wilt u meer weten over dit onderwerp stel dan vrijblijvend een vraag via advocaten.nl ]of bel met 0900-advocaten.

Vergoedingsrechten tussen ongehuwd samenwonenden

Vergoedingsrechten tussen echtgenoten zijn goed verankerd in het Nederlandse huwelijksvermogensrecht. Het komt vaak voor dat een van de partners met eigen vermogen een investering doet in een gezamenlijk goed, zoals een huis. Bij gehuwde stellen leidt dit doorgaans tot een vergoedingsrecht. Maar hoe zit het met ongehuwde samenwonenden? De recente jurisprudentie van de Hoge Raad maakt duidelijk dat vergoedingsrechten niet zomaar analoog kunnen worden toegepast op samenwoners. Dit artikel onderzoekt de juridische aspecten van vergoedingsrechten, ongerechtvaardigde verrijking, en hoe de rechtspraak hierop anticipeert in situaties van informeel samenleven zonder huwelijkse of geregistreerde verbintenissen.

1. Wat is een vergoedingsrecht?

Een vergoedingsrecht ontstaat wanneer een van de echtgenoten met eigen vermogen een investering doet in een gemeenschappelijk goed of in een goed dat eigendom is van de andere echtgenoot. Het meest voorkomende voorbeeld is de aflossing van een hypotheek op een gezamenlijke woning. De Hoge Raad heeft in eerdere arresten bevestigd dat dergelijke vergoedingsrechten bestaan tussen echtgenoten​. Dit principe is inmiddels gecodificeerd in het Nederlandse huwelijksvermogensrecht en zorgt ervoor dat de betalende echtgenoot recht heeft op een vergoeding wanneer bijvoorbeeld een lening met eigen middelen wordt afgelost​​.

2. Toepassing van vergoedingsrechten bij ongehuwden: Jurisprudentie Hoge Raad

In de zaak die leidde tot de uitspraak van de Hoge Raad op 14 april 2023, speelde een geschil tussen een man en een vrouw die ongehuwd samenwoonden. De man had met eigen geld de gezamenlijke hypothecaire lening afgelost en claimde dat de vrouw hem de helft van dit bedrag verschuldigd was, aangezien de woning voor de helft van haar was​​.

Het gerechtshof had eerder geoordeeld dat de vrouw inderdaad een bedrag van €107.000 aan de man moest betalen, verwijzend naar eerdere arresten over vergoedingsrechten binnen het huwelijksvermogensrecht. Echter, de Hoge Raad oordeelde anders. Het Hof had verzuimd te onderkennen dat deze jurisprudentie niet geldt voor ongehuwd samenwonenden. Er is immers geen wettelijke grondslag om vergoedingsrechten uit het huwelijksvermogensrecht analoog toe te passen op ongehuwd samenwonenden​.

3. Vermogensrechtelijke verplichtingen bij ongehuwde samenwonenden

Hoewel er geen vergoedingsrechten bestaan zoals in het huwelijksvermogensrecht, betekent dit niet dat er geen enkele vermogensrechtelijke aanspraak bestaat tussen samenwonenden. Volgens de Hoge Raad kunnen er onder het algemene vermogensrecht wel degelijk verplichtingen ontstaan tussen ongehuwd samenwonenden, bijvoorbeeld op grond van ongerechtvaardigde verrijking of onverschuldigde betaling​​.

Ongerechtvaardigde verrijking

In situaties waarbij de ene partner de andere partner verrijkt zonder rechtsgrond, kan een vordering ontstaan op grond van ongerechtvaardigde verrijking. De kern van ongerechtvaardigde verrijking is dat iemand ten koste van een ander is verrijkt zonder daarvoor een juridische reden. Artikel 6:212 van het Burgerlijk Wetboek regelt deze verplichting​.

Onverschuldigde betaling

Een andere mogelijke rechtsgrond voor een vordering tussen samenwonenden is onverschuldigde betaling. Dit betreft situaties waarin een partij een betaling doet zonder dat daar een rechtmatige verplichting aan ten grondslag ligt​.

4. Rol van huwelijkse voorwaarden of samenlevingscontracten

Voor ongehuwde samenwonenden is het belangrijk om de financiële afspraken schriftelijk vast te leggen in een samenlevingscontract. Hoewel een samenlevingscontract niet dezelfde juridische werking heeft als huwelijkse voorwaarden, kunnen de partijen hierin wel bepalingen opnemen over de verdeling van vermogens, de woning, en eventuele vergoedingsrechten bij beëindiging van de relatie. Dit biedt rechtszekerheid en voorkomt geschillen bij de verdeling van gezamenlijke eigendommen​​.

Een voorbeeld is het afspreken van een verdelingsclausule die bepaalt dat als een van de partners met eigen vermogen bijdraagt aan een gezamenlijk goed, dit bedrag bij het einde van de relatie terugbetaald moet worden. Dit kan geschillen voorkomen over de vraag of er sprake is van een ongerechtvaardigde verrijking​​.

5. Conclusie: Voorkom onduidelijkheden met contracten

De uitspraak van de Hoge Raad onderstreept het belang van duidelijke afspraken tussen ongehuwd samenwonenden. Vergoedingsrechten zoals die gelden voor gehuwden of geregistreerde partners zijn niet van toepassing op samenwoners zonder formeel contract. In plaats daarvan moet een beroep worden gedaan op het algemene vermogensrecht, zoals ongerechtvaardigde verrijking. Dit maakt het des te belangrijker voor samenwonenden om hun afspraken goed vast te leggen in een contract. Door een samenlevingscontract op te stellen kunnen partners zich wapenen tegen toekomstige geschillen.

Heeft u vragen over vergoedingsrechten of wilt u hulp bij het opstellen van een samenlevingscontract? Voor meer gedetailleerde informatie en professionele hulp door advocaten kunt u een vraag stellen via advocaten.nl of bellen met 0900-advocaten ().