vakantiedagen – Vakantiewetgeving verandert vanaf 2012

 Met ingang van januari 2012 veranderen in het Burgerlijk Wetboek enkele bepalingen over het opnemen en vervallen van vakantiedagen.

Zo bouwt een werknemer straks tijdens ziekte hetzelfde aantal vakantiedagen op als niet-zieke werknemers en vervallen de wettelijke vakantiedagen vanaf 2012 na zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Aanleiding voor deze veranderingen is een uitspraak van het Europese Hof van Justitie waarin uitleg wordt gegeven aan de Europese Arbeidstijdenrichtlijn met betrekking tot vakantierechten bij ziekte. Het hof oordeelde dat álle werknemers – gezond én ziek of arbeidsongeschikt – jaarlijks recht hebben op vier keer de wekelijkse arbeidsduur aan vakantiedagen. Het Nederlandse huidige vakantierecht is in strijd hiermee, want daarin geldt dit recht niet voor de zieke en arbeidsongeschikte werknemer. Reden voor het parlement dit gelijk te trekken met de Europese Arbeidstijdenrichtlijn.

In de nieuwe regeling krijgen ook zieke en arbeidsongeschikte werknemers het recht op vier keer de wekelijkse arbeidsduur aan vakantiedagen. Een ander gevolg van de nieuwe regeling is dat de wettelijke vakantiedagen die de werknemer vanaf 2012 opbouwt, vervallen zes maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de aanspraak erop is ontstaan.

. . . lees verder op Internet

Geen verzekeringsplicht werkgever bij eenzijdig voetgangersongeval

Een postbezorgster is bij het bezorgen van de post uitgegleden over een plak bevroren sneeuw. Voor een aan de werknemer overkomen eenzijdig voetgangersongeval op de openbare weg bestaat voor de werkgever geen plicht te zorgen voor een verzekering ter dekking van het risico van zo’n ongeval.

Een postbezorgster in dienst van TNT Post is tijdens het bezorgen van post te voet bij een oprit van een woning uitgegleden over een plak bevroren sneeuw. Zij heeft daarbij haar linkerenkel gebroken. De postbezorgster heeft TNT Post aansprakelijk gesteld voor het haar overkomen ongeval. Zij vordert schadevergoeding, ofwel omdat de werkgever is tekortgeschoten in zijn zorgplicht ter voorkoming van het ongeval ofwel omdat hij verplicht was een behoorlijke verzekering af te sluiten voor dit soort ongevallen.

Een werkgever is aansprakelijk voor een arbeidsongeval dat een werknemer in de uitoefening van zijn werk overkomt als de werkgever zijn zorgplicht niet is nagekomen (art. 7:658 Burgerlijk Wetboek). De werkgever moet aantonen dat hij alle veiligheidsmaatregelen heeft getroffen die redelijkerwijs nodig zijn om schade als gevolg van een arbeidsongeval te voorkomen. Is de werkgever tekortgeschoten in zijn zorgplicht, dan moet hij de werknemer alle schade als gevolg van het arbeidsongeval vergoeden.

. . . lees verder op Internet

Het arbeidsrecht in het Lenteakkoord

Onder het huidige recht kunnen werkgevers, wanneer zij eenzijdig van de werknemer af willen en daarvoor geen dringende reden bestaat, bij een ontslag kiezen uit twee opties. De eerste is een ontslagvergunning aanvragen bij het UWV-WERKbedrijf. Na verkregen vergunning komt de arbeidsovereenkomst door opzegging tot een einde. De tweede is ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter. Dit kan verzocht worden bij de sector kanton van de rechtbank.

Beide procedures nemen gemiddeld zes weken in beslag. Na verkregen ontslagvergunning heeft het UWV-WERKbedrijf geen bevoegdheid om een vergoeding toe te kennen. De kantonrechter heeft die bevoegdheid wel. Anderzijds kan een werknemer tegen een ontbindingsbeschikking niet in hoger beroep, terwijl de werknemer na een ontslag met een ontslagvergunning nog in 3 instanties kan procederen over de eventuele kennelijke onredelijkheid van dat ontslag.

Ontslagrecht vereenvoudigd

Het kabinet is akkoord gegaan met voorstellen van minister Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsmarkt te hervormen. Werkgevers kunnen straks werknemers zonder voorafgaande toets ontslaan, maar betalen wel de eerste periode van werkloosheid. Werknemers krijgen bij ontslag een financiële vergoeding die ingezet moet worden voor scholing of voor het vinden van een nieuwe baan.

Er komt één route voor het ontslaan van werknemers. Het huidige stelsel kent twee verschillende ontslagroutes, via het UWV of via de rechter; het is daarmee nodeloos ingewikkeld en kan in gelijke situaties leiden tot ongelijke uitkomsten. Straks mag een werkgever een werknemer ontslaan zonder toetsing vooraf. De opzegtermijn van werkgevers en werknemers om een contract te kunnen beëindigen, wordt voortaan twee maanden voor iedereen.

De werkgever moet het ontslag wel goed motiveren. Ook moet een hoorprocedure worden gevolgd waarbij de werkgever het ontslag aankondigt en de werknemer hierop kan reageren. Is de werknemer het niet eens met het ontslag, dan kan hij of zij naar de rechter stappen. Het kabinet gaat er daarbij vanuit dat werkgevers en werknemers zich in ieders belang inspannen om de hoorprocedure zo zorgvuldig te voeren dat een onnodige gang naar de rechter wordt voorkomen.

. . . lees verder op Internet

juni 2012