toestemming echtgenoot bij afgeven garanties

Wie in het kader van de verkoop van aandelen in een vennootschap garanties geeft aan de koper, heeft de toestemming van zijn/haar echtgenoot nodig ongeacht of men onder huwelijkse voorwaarden of in gemeenschap van goederen is getrouwd. Volgens de wet moet een echtgenoot de toestemming van de andere echtgenoot hebben, indien hij zich (in financieel opzicht) sterk maakt voor een derde, tenzij dit sterk maken plaatsvindt in het kader van een normale bedrijfsvoering. Deze regel is gemaakt in het belang van het gezin. Immers, zulke garanties raken potentieel de financiële positie van het gezin en behoeven daarom de toestemming van beide echtelieden.

Verleent de echtgenoot geen toestemming, dan kan deze de verleende garantie ongedaan maken. Hoe zit het nu als een echtgenoot aandelen in een vennootschap verkoopt en aan de koper een balansgarantie verstrekt? De vraag is of de echtgenoot zich door het afgeven van zo’n balansgarantie in financieel opzicht sterk maakt voor een derde. Alleen dan is de toestemming van de andere echtgenoot vereist. Per geval zal moeten worden bekeken of dit aan de orde is. In het algemeen kan worden gesteld dat bij twijfel voor een ruime interpretatie moet worden gekozen en dus toestemming van de andere echtgenoot moet worden gevraagd.

oktober 1997