vrijheid van meningsuiting beperkt

Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar er zijn grenzen, zo bleek onlangs weer eens. De Vereniging Proefdiervrij verzet zich met hand en tand tegen het verrichten van dierproeven. Yves Rocher afficheert zich als een producent, die haar produkten sinds 1989 niet meer op dieren test. Geen vuiltje aan de lucht zou je zeggen, ware het niet dat Yves Rocher ontbreekt op de lijst van die Vereniging Proefdiervrij van de cosmeticaproducenten, die dierproeven uitsluiten. Bovendien kondigde de Vereniging een actie aan, waarbij Yves Rocher ondermeer ‘overdonderd zou worden met een voorraad dieronvriendelijke cosmetica’. Als reden voor deze actie werd opgegeven, dat Yves Rocher een vragenlijst niet had ingevuld, die haar was toegezonden door de Vereniging Proefdiervrij. Begrijpelijkerwijs voelde Yves Rocher er helemaal niets voor om, ten overstaan van het publiek, onterecht afgeschilderd te worden als dieronvriendelijk bedrijf. Zij vorderde dan ook in kort geding een verbod van de aangekondigde actie en een rectificatie in het blad Proefdiervrij.

De President stelde in zijn vonnis dat de vrijheid van meningsuiting niet onbeperkt is. Zo mag het doen van een mededeling niet onrechtmatig zijn jegens derden, in casu Yves Rocher. Hij was van mening dat de door de Vereniging Proefdiervrij gemaakte verwijten ‘ernstig’ zijn, omdat Yves Rocher in een kwaad daglicht werd gesteld. Nu de Vereniging haar verhaal niet hard kon maken, was een verbod tot het voeren van de aangekondigde actie gerechtvaardigd. Ook de rectificatie werd toegewezen. Bij het doen van mededelingen moet men zich er dus van overtuigen, dat deze op juiste feiten berust.De strekking van deze uitspraak kan overigens in de vrijheid van meningsuiting van journalisten en niet-journalisten een verschil opleveren, dat tamelijk vergaand is. Hoewel een journalist in de praktijk vaak zijn (anonieme) bronnen geheim kan en mag houden en dit recht in de nabije toekomst waarschijnlijk zelfs wettelijk vastgelegd zal worden (het zogenaamde verschoningsrecht), zou volgens het vonnis die mogelijkheid er voor anderen niet zijn. Dan zou een journalist door zijn verschoningrecht mededelingen kunnen doen, terwijl het de gewone burger wellicht niet is toegestaan een zelfde mededeling te doen. Deze laatste kan zich immers niet beroepen op een verschoningsrecht en zal dus niet kunnen volstaan met een verwijzing naar een anonieme bron, maar zal de juistheid van zijn mededelingen moeten aantonen.

oktober 1995